zaterdag 31 juli 2010

Muziek in het archief - voorheen een archiefding #23ad

Schrijf ik nog eens over een van de 23-archiefdingen, is het geen ding meer...
Via het Archiefforum kwam ik het filmpje van met Inge Schoups van het FelixArchief tegen over het archief van The Strangers dat ze heeft geacquireerd.


Voor wie The Strangers niet kent, daar mis je niet veel aan

vrijdag 30 juli 2010

Zonder jurk niets om te doen opwaaien

Alleen al om de mooie titel en vormgeving, verdient dit boekje van het Letterenhuis Antwerpen het om gelezen te worden: Zonder jurk niets om te doen opwaaien. Over archiveren, met praktische tips voor schrijvers en verzamelaars.
Veel mensen richten zich tot het Letterenhuis met de vraag hoe ze met hun archief moeten omgaan. Hoe ze het moeten bewaren, en of ze hun e-mails niet beter kunnen uitprinten. Dit boekje biedt een antwoord op deze en andere vragen - of in ieder geval een leidraad.
Het boekje omvat in totaal twintig tips voor het bewaren van analoge en digitale archieven, variërend van
TIP 1:
Bewaar documenten in een ruimte waar de temperatuur niet onder de 18° en 21° Celsius komt. Het is vooral belangrijk om grote schommelingen in temperatuur te vermijden. Als het kan, vermijd dan plaatsen als de zolder, de kelder of de garage.
tot
TIP 20:
Een betekenisvolle naam is een begin, maar hoe meer informatie over het document wordt toegevoegd, hoe makkelijker de documenten terug te vinden en te identificeren zijn. Aan een fotobestand kan bijvoorbeeld plaats, datum en een korte beschrijving worden meegegeven.

Tenslotte wordt aan het eind nog verwezen naar verschillende websites met meer informatie: eDavid (uiteraard), maar ook naar de 3D-tour "How to care for... " van Canadian Heritage op en het Workbook on Digital Private Papers van het project Personal Archives Accessible in Digital Media. Al vind ik die laatste niet erg gericht op leken, verwijzen naar ISAD(G) is bijvoorbeeld misschien wat veel gevraagd.

Ik heb al eerder geroepen dat ik het tijd vind voor een vergelijkbare Nederlandse uitgave en als ik het goed begrepen heb, gaat DEN hier in het najaar mee aan de slag.

Zonder jurk niets om te doen opwaaien is te bestellen bij het Letterenhuis (telefonisch via +32 3 222 93 20 of digitaal via letterenhuis@stad.antwerpen.be). Helaas is het boekje niet digitaal beschikbaar.

donderdag 29 juli 2010

Nog een keer dan: privacy en Web 2.0

Vorige week schreef ik in Digitale Vergeet-me-nietjes over een artikel van Jeffrey Rosen: The Web Means the End of Forgetting (gratis registreren om het hele artikel te kunnen lezen). In zijn reactie op dit atrikel schrijft Scott Rosenberg dat hij het artikel eigenlijk nog al teleurstellend vond, vooral omdat het uitgangspunt van Rosen (dat informatie die eenmaal op het web staat niet meer weg gaat) volgens hem niet klopt.
But there is a flipside to this notion: Information online can be fragile and fleeting, as well. There is an entropic quality to everything that is shared online. Data gets lost; servers die; databases are corrupted; formats fall into disuse; storage media deteriorate; backups fail.
The Web is now old enough for us to know just how badly links rot over time. Much of the material from the early days of the Web is already gone. Facebook and Twitter actually make it nearly impossible for you to find older material, even stuff that you’ve contributed yourself. The more dynamic the Web gets and the more stuff we move into “the cloud,” the less confident we can be that information that once was public will remain available to the public.
Hoewel dit misschien waar is, gaat Rosenberg nu gedeeltelijk voorbij aan het probleem. Het probleem is eigenlijk niet dat ik, als individu, allerlei informatie over anderen kan terugvinden op het web. Het probleem is dat Facebook, Twitter, Google en telecomdiensten heel veel informatie over individuen hebben, waarvan het niet duidelijk is aan wie zij al die data verkopen of beschikbaar stellen.

Maar aan de andere kant, de bedenkingen die Alexander Rose op de Long Now-blog maakt, snijden ook wel weer hout:
Privacy and security concerns generally have a short half life. While you might not want your drunk college photos to be a part of a future employers decision making criteria, you will certainly lament losing all your chilhood photos by the time you are 60. If we lost the treasure trove of human to human interactions that is now being recorded on the web it would truly be a tragedy. Imagine how much more we would know about ancient Rome, Egypt, or the Mayan culture if we could sift through their Facebook logs…
Het blijft een dilemma...

Plaatje: Digital.democracy

woensdag 28 juli 2010

Duurzame toegankelijkheid volgens IT-bedrijven

Planets presenteerde eerder deze week een "white paper" (waarom heet dit eigenlijk Wit Papier?) waarin beschreven wordt hoe 18 IT-bedrijven kijken naar duurzame toegankelijkheid. Om mij onduidelijke redenen wordt in het rapport nog al geheimzinnig gedaan over welke bedrijven aan het onderzoek hebben meegewerkt.
De uitkomsten zijn in veel gevallen voor de hand liggend:
  • The digital preservation market is still in its infancy; there is plenty of potential for growth as it affects all business sectors.
  • Currently, engagement is led by the memory institutions2 at national and international level. Engagement is also high in government and research organisations and emerging in the private sector.
  • Legal obligation is the key driver for organisations to engage in digitalpreservation, although additional motivations vary by sector.
  • Although digital preservation is business critical, many organisations do not have a policy to cover it. Where policies exist, their comprehensiveness is variable.
  • There is a lack of information on the costs of digital preservation and its benefits (both tangible and intangible) which makes it hard to put together a convincing business case.
  • Budgets for digital preservation are generally short-term and tend to be project-based.
  • There is a perceived immediate need to preserve documents, images, audio,websites, video, spreadsheets and emails.
  • Migration is strongly preferred to emulation to preserve digital material. However, this may change as emulation has a distinct role to play and there is some interest in emulation tools amongst the briefings’ participants.
  • Participants thought that the most important factors for a digital preservation solution are that it should: maintain authenticity, reliability and integrity, adhere to metadata standards, and check records have not been damaged.
  • Scalability of digital preservation solutions to high volumes of content and high ingest rates are regarded as important but scalability of access is not yet important.
  • While attendees thought standards are important in digital preservation, particularly OAIS and ISAD(G), they also thought that there are currently too many standards.
  • There is still a need for guidance (particularly training), exchange of best practice, and awareness-raising through conferences and workshops.
  • There is confusion as to what is meant by digital preservation. The difference between passive (storing multiple backups of data) and active (using migration or emulation to provide access to obsolete formats) preservation needs to be clarified. It should be emphasised that only active preservation can ensure that digital material can be accessed in the future.

In het rapport wordt ook een opsomming gegeven van marktsectoren waar duurzame digitale toegankelijkheid groeiende is. Eentje is in deze tijd een beetje cynisch:
The oil industry, which is looking for possibilities to reanalyse old seismographic data in search of new oil and gas reserves.
 Plaatje: Sorted White Paper Pile van Walter Parenteau

dinsdag 27 juli 2010

Geef je privacy op, red de wereld

Dat is dan weer eens een heel ander standpunt dat door Tim O'Reilly wordt verdedigd:
O'Reilly argues that the world is changing dramatically and so our decades-old policies, preferences and beliefs about personal privacy need to change, too. By loosening our privacy requirements, changing the consequences of disclosure of personal information where we can and considering the trade-offs, we could capture an incredible bounty of innovation for social good. And at a time of great peril, when such social innovation will be sorely needed.
Zijn punt is, als ik het goed begrijp: we zijn allemaal aardige mensen, we streven allemaal naar een betere samenleving, dus waarom zouden we al die data niet beschikbaar stellen?
Op de vraag wat dit betekent voor mensen waarvoor privacy van levensbelang kan zijn, zegt hij:
I don't really have a good answer to that. Flickr and Youtube killed people in those places. We have to acknowledge that. People have to be aware and we could build more technology for places where you do need to be anonymous. If you're dealing with those kinds of dangerous situations, if you're risking your life, then you act differently than a normal person. Ultimately it is hard to remain anonymous. There are pro-privacy projects, like Tor, and it's worth putting in place as much as possible the infrastructure for anonymity before it's needed.
Voorlopig ben ik het met DeAnne eens
When governments stop hiding data, when corporations stop hiding data, when congress people stop hiding their records about donations; then maybe it might be rational to have a discussion about personal privacy in the public sphere.
But to suggest that individuals should be willing to forgo data privacy in the hopes of some ethereal utopian world where that data won't be immediately used against them, is a terrible idea.
Plaatje: Froboy

maandag 26 juli 2010

Nederland in 2040

Als het aan de Nederlandse kinderen tussen 12 en 15 ligt
  • vormen de E313 en de E314 in 2040 ongeveer de grens tussen Nederland en Belgie (de leerlingen vinden dat dit ‘na overleg met de buurlanden’ moet kunnen);
  • ligt Zeeland geheel onder water, maar wonen de mensen daar in steden op palen;
  • ligt tussen Londen en Den Haag een brug en
  • is het IJsselmeer helemaal ingepolderd.
Interessant hoor...

zondag 25 juli 2010

Ingmar zoekt het hoger op

Dit jaar vier ik allerlei lustrums: ik ben vijf jaar getrouwd, werk vijf jaar bij de Provinciale Archiefinspectie en ik klim ook sinds 2005. Omdat het de afgelopen weken veel te warm en te druk was, ben ik vanmorgen voor het eerst in lange tijd weer eens bij Rocca geweest.
Vijf jaar geleden heb ik met een oom en tante een beginnerscursus gevolgd (de tweede of derde les was tijdens de KVAN-dagen in Delft) en sindsdien proberen we minstens een keer per week in de touwen te hangen. Daarna hebben we nog verschillende techniek-cursussen gedaan en sinds vorig jaar kunnen we ook voorklimmen. (Dat betekent dat het touw niet bovenaan vast hangt -toprope- maar dat je het touw als het ware zelf naar boven brengt.)
Het mooie van klimmen vind ik dat het een krachtsport lijkt, maar dat eigenlijk niet is. Natuurlijk sterke arm-, schouder-, buik- en beenspieren zijn nodig, maar het gaat toch meer om souplesse, balans en techniek. Wat ook erg leuk is, is dat je het zo moeilijk kunt maken als je wil. De routes variëren van 3 tot 9, waarbij 3 het makkelijkste is, met veel, grote grepen. 9 moet je je voorstellen alsof je een verticale wand omhoog klimt, met hier en daar een richeltje iets dikker dan een luciferstokje. Alle routes zijn trouwens even lang of hoog, wat je wil. In Gulpen zijn ze een meter of 18, geloof ik.
De als 3 gewaarde routes kun je al snel klimmen en zeker in het begin merk je dat je progressie maakt, en dus moeilijkere routes kunt klimmen. Op dit moment klim ik ongeveer moeilijke 5 en op goede dagen makkelijke 6 routes. En met de frequentie waarin ik nu klim is dat ongeveer mijn top.
Cruciaal bij klimmen is controle, aandacht en vertrouwen. Vandaar bovenstaande foto. Je moet controleren of alles goed zit en e er daarna op vertrouwen dat degene die jou zekert oplet en je 'opvangt'. Wat dat betreft is het een serieuze sport. Spannend en toch ontspannend.

(Deze post is geschreven op mijn Blackberry, ik zal later een paar relevante links toevoegen. Misschien dat ik dan ook het meervoud van lustrum zal corrigeren.)

zaterdag 24 juli 2010

2.0 richtlijnen voor werkgevers?

Eerder hadden we Heemstede, daarna Overijssel, toen het Rijk en ook nog de CNV.
De vraag is eigenlijk: zijn die richtlijnen niet heel erg gericht op de werknemer?

"I'm your employer Peter, I do have rights!"


Via Marieke Guy

vrijdag 23 juli 2010

Digitale vergeet-me-nietjes

Edwin verwees gisteren hier en hier naar een artikel van Jeffrey Rosen in de New York Times over privacy op internet. Een lezenswaardig artikel, waarin verschillende mogelijke oplossingen besproken worden, waaronder ook de suggesties van Mayer-Schönberger waar ik eerder over schreef. Maar Rosen schrijft ook over een bedrijf als ReputationDefender dat onder andere de volgende diensten aanbiedt:
  • Monitor yourself online - $14.95/month
    A customized search for every reference to you on the Web gives you total awareness of your online presence. We continue to monitor the Deep Web for any new reference to you and alert you when we find something. Our agents will work with you to identify the good, the bad and the inaccurate. 
  • Define your online image - $99/year
    Control of your search results is the key to your online image. Using proprietary technology and online PR techniques, our team of reputation experts provides tailored solutions for improving your online identity and brand image.
  • Monitor what is being said about your kids - $14.95/month
    A customized search scours the Internet for all references to your child or teen - by name, photograph, screen name, or social network profiles - and packages it to you in an easy-to-understand report. We then monitor the Deep Web for any new reference to your kids and provide an alert. Our agents will work with you to identify the good, the bad and the inaccurate. 
Vooral die laatste lijkt me vanuit marketing oogpunt heel slim.

Een andere opvallende oplossingsrichting die Rosen beschrijft is een variant op Clippy van Microsoft:

A silly but surprisingly effective alternative might be to have an anthropomorphic icon — a stern version of Microsoft’s Clippy — that could give you a reproachful look before you hit the send button. According to M. Ryan Calo, who runs the consumer-privacy project at Stanford Law School, experimenters studying strategies of “visceral notice” have found that when people navigate a Web site in the presence of a human-looking online character who seems to be actively following the cursor, they disclose less personal information than people who browse with no character or one who appears not to be paying attention. As people continue to experience the drawbacks of living in a world that never forgets, they may well learn to hesitate before posting information, with or without humanoid Clippys.

Maar waarom geeft ook dit artikel een onbevredigd gevoel?
Allereerst omdat Rosen weer met Stacy Snyder en Andrew Feldmar op de proppen komt. Ook bij beschouwt de "akkefietjes" waar zij last van hebben gehad (een "drunken-pirate" foto van Snyder waardoor haar universiteit zich gedwongen zag haar geen onderwijsbevoegdheid te geven en bij Feldmar de resultaten van een LSD-onderzoek van jaren geleden waardoor hij de States niet in mocht) als stupid mistakes. Zoals ik over Delete ook al schrijf Snyder en zeker Feldmar hebben volgens mij geen "fout" gemaakt.
Daar komt bij dat de problemen die Rosen aankaart toch een beetje luxe-problemen zijn, daar wees de NRC gisteren op. In het artikel Facebook en Google zetten standaard op internet (helaas niet online) zegt Evgeny Morozov:
„In Silicon Valley werken welgestelde lui die niets te verliezen hebben bij meer openbaarheid over hun leven (...) Hun referentiekader is Silicon Valley, niet Teheran, Peking of Kairo”, aldus Morozov, die een boek schrijft over internet in landen met autoritaire regimes. „Tienduizend gekke mensen” die alles over hun leven met iedereen willen delen leggen zo hun normen op aan de rest van de wereld. (...)
[Morozov] krijgt bijval van de Amerikaanse cultuurhistoricus Siva Vaidhyanathan. Volgens hem leeft in Silicon Valley het „misverstand” dat privacy een handelsartikel is dat geruild kan worden. Voor de ingenieurs en wiskundigen daar is alle informatie gelijk, legt hij uit. „Maar dat is natuurlijk niet zo. Voor een tiener in Egypte die op internet informatie zoekt omdat hij vermoedt dat hij homoseksueel is, is privacy een kwestie van leven of dood.”
Natuurlijk, alles is relatief, als je geen diploma krijgt of wordt ontslagen, is dat heel vervelend. En ja het artikel van Rosen is interessant, maar de wereld is groter dan de Verenigde Staten, met zijn soms vreemde moraal.

Foto: Forget me not van dawnzy58

donderdag 22 juli 2010

Gelezen: The checklist manifesto van Atul Gawande

Voor het SAP-Jaarboek werken Paul Huismans en ik aan een artikel over checklists. Op zoek naar relevante literatuur kwam ik The Checklist Manifesto van Atul Gawande tegen.
Gawande beschrijft uitgebreid hoe verschillende sectoren (kunnen) profiteren van het gebruik van 'checklists'. Hij is zelf chirurg en een paar jaar geleden betrokken bij een project van de WHO om een "surgical checklist" ingevoerd te krijgen bij alle ziekenhuizen, dus daar besteedt hij veel aandacht aan. Maar hij bekijkt ook de luchtvaart, de bouw en beurshandelaren. Hoewel Gawande (uiteraard) schrijft als een echte Amerikaan staan er verschillende interessante observaties in. Ander minpunt is dat hij in alles een 'checklist' ziet, bijvoorbeeld ook in de projectplanning voor de bouw van een wolkenkrabber en in de bizarre eisen van David Lee Roth:
Listening to the radio, I heard the story behind rocker David Lee Roth's notorious insistence that Van Halen's contracts with concert promotors contain a clause specifying that a bowl of M&M's has to be provided backstage, but with every single brown candy removed, upon pain of forfeiture of the show, with full compenastion to the band.
In zijn memoires legt Roth blijkbaar uit deze eis weloverwogen was. Van Halen was destijds een van de eerste bands die een enorm podium, met gigantische lichtshows en toebehoren gebruikten tijdens hun shows. Hierdoor hadden de contracten de omvang van een "Chinese gouden gids."
So just as a little test, buried somewhere in the middle of the rider, would be article 126, the no-brownM&M's clause. "When I would walk backstage, if I saw a brown M&M in that bowl," [Roth] wrote, "well, we'd line-check the entire production. Guaranteed you're going to arrive at a technical error..." (p.80)
Leuk verhaal, maar met een inspecteursbril op, niet erg geloofwaardig en effectief. Volgens mij was die bizarre M&M-eis redelijk snel bekend onder alle concert-promotors, ook zonder dat ze dat hele telefoonboek aan eisen hadden doorgeploegd. Daarmee verloren de bruine M&M's dus binnen de kortste keren hun waarde als sjibbolet.

Het meest opvallende vind ik dat het bij de checklists van Gawande niet gaat om het 'oplossen' van problemen. De lijsten benoemen alleen cruciale punten waar aan gedacht moet worden, maar geven geen 'oplossingen.' De professionals die de checklist hanteren moeten zelf de oplossingen verzinnen op basis van hun deskundigheid.
Een ander opvallend punt is dat de checklists naast het signaleren van mogelijke standaard-fouten, vooral bedoeld zijn om de communicatie binnen een team te bevorderen. Het meest pregnante blijkt dat uit de "operatie-checklist." Voordat een operatieteam aan een operatie begint moeten een paar dingen 'afgevinkt' worden, waaronder "voorstelrondje". Het blijkt dat vooral in grotere ziekenhuizen de leden van een operatieteam elkaar niet kennen en dat zoiets simpels als zeggen wie je bent en wat je rol is, de samenwerking enorm verbeterd. Verder zien vooral chirurgen zichzelf als een soort alleskunnende superhelden, die het niet nodig vinden om van te voren even aan te geven wat ze denken te gaan doen en welke problemen ze verwachten. En die chirurgen gaan er dus helemaal niet van uit dat een verpleegster hierover ook nog wel eens iets zinvols zou kunnen zeggen. Om die reden is het de verpleegster die de checklist hardop zou moeten nalopen en is er ook een "voorbespreking" in de lijst opgenomen.
Al met al blijkt dat het gebruik van een dergelijke checklist bij alle ziekenhuizen (groot, klein, arm, rijk) veel minder (soms wel tot de helft) post-operatieve problemen tot gevolg had. Volgens mij wordt de checklist nog niet in Nederland gebruikt. Dus...

Heb ik als archiefinspecteur veel gehad aan het boek? Niet direct, de checklists die er in besproken worden, zijn vooral bedoeld om ervoor te zorgen dat mensen bij het uitvoeren van werkzaamheden geen cruciale stappen overslaan en met elkaar communiceren. De enige keer dat een toezichthouder in het boek genoemd wordt, is als het gaat over de bouw van een wolkenkrabber:
The [building] inspectors do not recompute the wind-force calculations or decide whether the joints in a given building should be bolted of welded, he said. Determining whether a structure (...) is built to code and fit for occupancy involves more knowledge and complexity than any inspector could possibly have. So although inspectors do what they can to oversee a building's construction, mostly they make certain the builders have te proper checks in place and then have them sign affidavits attesting that they themselves have ensured that the structure is up to code. Inspectors disperse the power and responsibility. p.73
Aan de andere kant, bovenstaand citaat sluit wel mooi aan bij de "Oosting-ontwikkelingen" en het boek daagt wel uit om na te denken over checklists die voor het archiefbeheer ontwikkeld zouden kunnen worden.

Wordt later vervolgd, hier en in het S@P-Jaarboek.

woensdag 21 juli 2010

Top Secret America

Dat is een spannende website die de Washington Post gelanceerd heeft: Top Secret America
The articles in this series and an online database at topsecretamerica.com depict the scope and complexity of the government's national security program through interactive maps and other graphics. Every data point on the Web site is substantiated by at least two public records.
(...)
The Top Secret America database was put together by compiling hundreds of thousands of public records of government organizations and private-sector companies.
From these records, The Washington Post identified 45 government organizations (for example, the FBI) engaged in top-secret work and determined that those 45 organizations could be broken down into 1,271 sub-units (for example, the Terrorist Screening Center of the FBI). One of the 45 organizations is represented as “unknown”; this category was created as a catchall for companies doing work for a government organization that could not be determined.
At the private-sector level, The Post identified 1,931 companies engaged in top-secret work for the government.

Of te wel: Big Brothers are watching you!
(Al weten ze het vaak niet van elkaar...)

maandag 19 juli 2010

Twee wensen: voor Delicious en Blogger

Wens 1: import
Sinds een tijdje hou ik in Delicious webpagina's die ik interessant vind en waar ik (misschien) nog een keer over wil bloggen bij met de tag blog-onderwerp. Als ik er daarna over geschreven heb, verander ik blog-onderwerp in geblogd. Hierdoor krijg ik dus een verzameling van websites waar ik al eens over geblogd heb. Geen idee of het zinvol is, maar als je de verzameling niet aanlegt, zul je dat nooit weten.
Helaas heb ik deze werkwijze niet van begin af aan gedaan... Daarom wil ik nu dus eigenlijk alle links waar ik het afgelopen jaar in deze weblog naar verwezen heb, importeren in mijn Delicious-account.
Weet iemand of en hoe dat kan? Of kan iemand dat maken?

Wens 2: conversatie
Op dit moment gebruik ik Disqus onder andere om tweets die deze weblog verwijzen te verzamelen onder bij het betreffende bericht. Op dit moment functioneert dat redelijk. Nu en dan verschijnen tweets niet automatisch en moet ik even resetten, maar meestal gaat het goed. Wat Disqus niet kan (en natuurlijk ook nooit zal kunnen) is tweets vinden, die impliciet over een blog-bericht gaan.

Zaterdag verscheen het volgende in mijn tijdlijn:
PetraLinks @Ingmario Maar is sneller ook altijd beter? ;-)
12:02 PM Jul 17th via Twitter for Android in reply to Ingmario

Uiteindelijk leidde dit tot de volgende conversatie:

  1. Ingmar Koch
    Ingmario @PetraLinks Dat staat er niet hè. En 't omgekeerde staat er ook niet... Er is wel onderzoek dat suggereert dat analoog beter is trouwens

  2. Ingmar Koch
    Ingmario @AikeP @PetraLinks Uit eigen ervaring weet ik dat 't echte snellezen bijna niet lukt vanaf het scherm

  3. Rob van der Velde
    robvandervelde @Ingmario Ben je echte snellezer? Ik heb zelf nog geen goede oplossing voor het snellezen op beeldscherm. Blijft lastig probleem

  4. Ingmar Koch
    Ingmario @robvandervelde Heb 't wel geleerd, maar vind printen te veel gedoe (en zonde van 't papier) dus doe 't te weinig

  5. Rob van der Velde
    robvandervelde @Ingmario Dat is inderdaad het nadeel. En heb je het al wel met een ereader geprobeerd? Heb ik nl nog niet...

  6. Ingmar Koch
    Ingmario @robvandervelde Nee, maar was me wel af aan 't vragen of dat verschil zou maken

  7. Rob van der Velde
    robvandervelde @Ingmario je kan een ereader plat op tafel leggen en niet per se recht voor je. Dat zou mogelijk kunnen helpen denk ik.
-- this quote was brought to you by quoteurl

(Bovenstaande conversatie is trouwens niet compleet. AikeP praatte ook mee, maar omdat zijn tweets  achter een slotje staan neemt Quoteurl ze niet mee ...)

Het zou toch mooi zijn als ik deze tweets op de een of andere (liefst eenvoudige) manier als reactie kon toevoegen aan het blogbericht... Kan iemand dat maken?

zondag 18 juli 2010

Zuid-Limburgs Federatiefeest

Dit weekend vond voor de tweede keer in twee jaar het Zuid-Limburgs Federatiefeest plaats in Meerssen. Dat betekende dus weer marketensters, bielemennekes, kavelen en een optocht door het dorp. Een heel kort filmpje gemaakt met de Blackberry.

zaterdag 17 juli 2010

Gedrukt leest sneller

Vorige week publiceerde The Guardian over een onderzoek onder 24 (!) mensen naar hun leesvoorkeur. Ze lazen allemaal een kort verhaal van Hemmingway op papier, iPad, Kindle en PC.
While on average the stories took 17 minutes and 20 seconds to read, the Kindle experience was 10.7% slower than print, and the iPad was 6.2% slower.
The readers were also asked to rate their satisfaction of the four experiences on a one-to-seven scale: the iPad was top at 5.8, followed by the Kindle at 5.7 and the printed book at 5.6. The PC came in last, with "an abysmal 3.6". (The Guardian)
Voor wat het waard is natuurlijk, want 24 mensen lijkt me nou niet echt een substantiële hoeveelheid proefpersonen.

Plaatje: Reading Man Detail, George F. Fishman's 1991 Mosaic Faces Of Flower Avenue  (Silver Spring, MD)

vrijdag 16 juli 2010

Is Google goed voor Geschiedenis?

Gisteren verwees ik kort naar een bericht op de website van de American Historical Association uit 2007 waarin Robert B. Townsend klaagt over de matige kwaliteitscontrole van Google bij het digitaliseren van boeken.
The problems I encountered fit into three broad categories: (1) the quality of the scans is decidedly mixed; (2) the information about the books (the "metadata" in infospeak) is often inaccurate; and (3) the public domain is narrowly and erroneously construed, sadly restricting access to materials that should be freely available.
Is Google good for history? vraagt Townsend en zijn antwoord is eigenlijk Nee.

Begin dit jaar schreef Dan Cohen onder diezelfde titel ook een blogpost en zijn antwoord is "Of course it is." Op zich is dat een verrassend antwoord, aangezien Cohen een van de eersten was die de "Google Fingers" op het plaatje hierboven liet zien.
Maar, zegt Cohen:
Indeed, we should recognize that at its heart, Google Books is the outcome, like so many things at Google, of a engineering challenge and a series of mathematical problems: How can you scan tens of million books in a decade? It’s easy to say they should do a better job and get all the details right, but if you do the calculations (...) you’ll probably see that getting a nearly perfect library scanning project would take a hundred years rather than ten.

Google is goed voor historici, omdat, ondanks alle tekortkomingen, een oceaan aan boeken eenvoudig toegankelijk wordt voor heel veel onderzoekers. Daarnaast zorgt de volledige doorzoekbaarheid van grote aantallen boeken ervoor dat onderzoekers op een nieuwe, meer kwantitatieve manier onderzoek kunnen doen.

Maar Cohen heeft ook kritiek, die ik interessanter vind dan gezeur over scanfouten. Voor het gemaak wat citaten:
In short, complaining about the quality of Google’s scans distracts us from a much larger problem with Google Books. The real problem — especially for those in the digital humanities but increasingly for many others — is that Google Books is only open in the read-a-book-in-my-pajamas way. To be sure, you can download PDFs of many public domain books. But they make it difficult to download the OCRed text from multiple public domain books – what you would need for more sophisticated historical research.

I would like to see (...) greater availability of what Cliff Lynch has called “computational access” to Google Books, a higher level of access that is less about reading a page image on your computer than applying digital tools to many pages or books at one time to create new knowledge and understanding.

In hoeverre zouden de KB of Europeana hier aan tegemoet kunnen komen? Of maken de details van de deal met Google dit onmogelijk?

I would much rather have historians and Google to work together. While Google as a research tool challenges our traditional historical methods, historians may very well have the ability to challenge and make better what Google does. Historical and humanistic questions are often at the high end of complexity among the engineering challenges Google faces, similar to and even beyond, for instance, machine translation, and Google engineers might learn a great deal from our scholarly practice. Google’s algorithms have been optimized over the last decade to search through the hyperlinked documents of the Web. But those same algorithms falter when faced with the odd challenges of change over centuries and the alienness of the past and old books and documents that historians examine daily.

De ultieme vraag zou volgens Cohen dus niet moeten zijn of Google goed is voor historici, maar of historici goed zijn voor Google. En hij beantwoordt beide volmondig met Ja.

donderdag 15 juli 2010

De KB-Google-deal

Gisteren maakte de KB bekend dat ze een overeenkomst gesloten hebben met Google voor het scannen van minstens 160.000 Nederlandse boeken uit de 18e en 19e eeuw. De reproducties zullen te zijner tijd beschikbaar gesteld worden via Google Books, de KB-sites en Europeana.
Wat opvalt, is dat de KB het scannen dus toch gaat uitbesteden. Op 12 januari van dit jaar zei Hans Jansen (directeur e-strategie van de KB) nog in de NRC:
De KB wil nu alle Nederlandse boeken digitaliseren. Bovendien gaat de bibliotheek ze zelf scannen. Wij hebben vorig jaar bij ons een zogenoemde scanstraat ingericht. Met enkele duizenden boeken van De Slegte hebben we onderzocht wat de goedkoopste en efficiëntste manier is om op grote schaal te scannen.
Uitkomst van het onderzoek: als je van een boek de rug verwijdert en je legt de losse pagina's in een bulkscanner, dan kost een gemiddeld boek tussen de vier en vijf euro. Jansen: Dat gaan we natuurlijk alleen doen met boeken die in grote oplagen zijn gedrukt en waarvan bij bibliotheken meerdere exemplaren in de kast staan. We gaan vanzelfsprekend geen unieke exemplaren of boeken met een bijzonder waarde versnijden.
Blijkbaar heeft Google een aanbod gedaan dat de KB niet kon weigeren...
Overigens staat in het persbericht ook expliciet dat de boeken na scanning weer het depot in gaan en in de leeszaal beschikbaar zullen worden gesteld.
Ik vraag me af trouwens of hier nog ophef over gaat ontstaan. Niet zo zeer van auteurs, want het gaat om publicaties waar geen auteursrecht (meer) op berust. Eerder van mensen die vinden dat de kwaliteit van de reproducties van Google niet goed genoeg is. Zo stelden Cees Klapwijk en René Stipriaan in de NRC van drie december 2007 dat het onmogelijk is dat het scannen van een boek niet meer dan 10 à 12 euro zou hoeven kosten en rekenden zij voor dat een OCR-accuratesse van 98% betekent dat in iedere zin één woord zit dat fout herkend is.
Eerder klaagden in Amerika de historici ook al over de metadata die door Google aan de reproducties werden toegevoegd.

Zouden al deze tekortkomingen ondertussen zijn verholpen?

woensdag 14 juli 2010

dinsdag 13 juli 2010

archive 2020

Een tijdje geleden schreef ik over archive 2020 - Sustainable archiving of born-digital cultural content van Virtueel Platform dat het ironisch genoeg amper geschikt was om van het beeldscherm te lezen. Michel Langendijk van Virtueel Platform stuurde me daarop een e-mail met de vraag wat er dan aan schortte. Toen ik aangaf dat het pdf-bestand in kolommen opgemaakt was, waardoor ik steeds moest scrollen, bleek dat er ook een "single page-pdf" was. Vol goede moed ben ik toen in die nieuwe versie begonnen, maar om de een of andere reden lukte het me niet om mijn aandacht er bij te houden.
Tegelijkertijd had Michel aangeboden me een papieren exemplaar van het boekje toe te sturen. Dat kreeg ik afgelopen week en de eerlijkheid gebiedt me te zeggen, de papieren representatie is veel makkelijker te lezen dan de digitale versies. Het zal toch wel iets met lettertype, -dikte en pagina-opmaak te maken hebben.
Hoewel het boekje volgens mijn tunnelvisie-definitie niet over archief en archiveren gaat, is het wel heel interessant. Het gaat namelijk niet over digitale A4-tjes, maar over echt digitale verschijningsvormen.

Zen and the art of database maintenance
Zo beschrijft Martine Neddam de obstakels waar zij tegen aan loopt bij haar internet-kunst. Neddam creëert virtuele karakters die zo veel mogelijk autonoom op het net bestaan: zie bijvoorbeeld Mouchette of David Still. Haar problemen lopen van het verlopen van domeinnamen, via het niet functioneren van MySQL-servers, het Fonds BKVB dat online inzendingen niet accepteert, alles moet op een cd-rom staan en het probleem van "worms" tot de vraag of de spam die ze ontvangt nu wel of geen deel uitmaakt van het kunstwerk.
In andere hoofdstukken wordt de algemene problematiek van duurzame toegankelijkheid beschreven (Rock, paper, scissors and floppy disk) en wordt de toekomst van de gedrukte media beschreven (Print out the internet). In dat laatste hoofdstuk zegt Florian Cramer:
Maybe the best and most stable archive is one that is stored on a self-contained medium. Print out the Internet. Why not? In a way, it is just as much an analogue storage method as a magnetic platter, with the advantage that paper is less prone to being erased than a magnetic platter. If I walk into a server room with a powerful magnet all the data could be erased, but if I do the same in a library nothing happens. Of course, it might rain in a library, or there may be acid, or fire. But can we think of self-contained archival media that are encoded in such a way that it becomes easy to translate it back into digital information? Think, for example, of a metal or plastic disc with holes, resembling the working of a CD-ROM but without its fragility. We need to think outside the old categories of analogue and digital media to get beyond these issues. (archive 2020, 3.4)
Daarna volgen twee hoofdstukken die ik niet zo interessant vond (Do it yourself: distributing responsibility for media-arts preservation and documentation en Visibility, distributionand memory through networks and collaboration.)
De twee daarop volgende hoofdstukken zijn wel weer interessant, omdat ze gaan over de manier waarop gebruikers een digitaal "object" beleven en hun invloed op het functioneren daarvan. In Oral history and the audience of media art beschrijft Lizzie Muller dat technieken en methoden die gebruikt worden bij oral history-projecten gebruikt zouden moeten worden om de "publieksbeleving" vast te leggen. In de theorie over media-kunst wordt sterk de nadruk gelegd op de rol van de toeschouwers, omdat ze in veel gevallen beter "deelnemers" genoemd kunnen worden. Maar de ervaringen van de deelnemers worden zelden vastgelegd. Het idee erachter is eigenlijk om vast te stellen of de doelstellingen van de kunstenaar, die vaak wel expliciet vastgelegd worden, ook bereikt worden bij het publiek.
Our strategy was to emphasise the dialogue between the ideal, conceptual existence of the work, and its actual manifestation through different iterations and exhibitions in the real world. Maintaining this tension between the real and the ideal allowed us to articulate the relationship of experiential material in the broader archival context.(archive 2020, 6.5)
Ik moest hierbij denken aan de alsmaar voortdurende discussie over het al dan niet maken van kleurenreproducties bij de vervanging van archiefstukken. Heeft iemand eigenlijk al eens 'veldonderzoek' gedaan naar de vraag wanneer gebruikers (ambtenaren en onderzoekers) een archiefstuk niet meer als 'authentiek' accepteren?
Serious archiving, preserving the intangible by capturing processes gaat over het vastleggen en bewaren van spelletjes. Geen simpele spelletjes zoals PacMan, maar spellen als World of Warcraft of Farmville. Je kunt deze spellen niet 'archiveren' door het ze als 'softwareobject' te bewaren, deze spellen worden vooral gemaakt door de deelnemers. Jeroen van Mastrigt legt het probleem uit aan de hand van een actueel voorbeeld:
How do you save a football game? You can save the rules of the game and even film a match while it is being played. Furthermore, you can now use technology to capture all kinds of data about the game, for example, by placing sensors in the shoes of the players and the ball, and save it in a different way. But what do these recordings and saved data reveal about the types of experiences the players had? With the aid of information technology like sensors we can save more data about performances than we could previously, but not the performance itself. (archive 2020, 7.4)
Het bijzondere is dat Van Mastrigt (bewust of onbewust) aansluit bij het Australische "performance model" waarin expliciet gesteld wordt dat digitale archiefstukken alleen bestaan door een samenwerking van data (het bestand) en technologie (hard- en software). Het NAA noemt het resultaat van de combinatie van data en hard- en software een "performance" (voorstelling) omdat dit iedere keer als een gebruiker het archiefstuk wil 'zien', opnieuw gemaakt (opgevoerd) moet worden. Het bewaren van digitale archiefstukken betekent dat je er naar moet streven de "essence" van de voorstelling:
(...) neither the source nor the process need be retaind in their original state for a future performance to be considered authentic. As long as the essential parts of the performance can be replicated over time, the source and process can be replaced. (An Approach to the Preservation of Digital Records, p.11) 
Het laatste hoofdstuk uit archive 2020 is een samenvatting van de voorlopige resultaten van De digitale feiten. Een van de uitkomsten van het onderzoek is dat musea en andere culturele instellingen amper onderscheid maken tussen gedigitaliseerd en digitaal ontstaan materiaal.
This seems to be linked to the fact that many collections include both digitised analogue material and born-digital material, while both types of material appear to be managed in the same systems. Is it possible that most of the institutes involved in the study concentrate on material that strongly resembles digitised analogue material? Or is the management and preservation of born-digital cultural her-itage – in the strictest sense, material that does not lend itself to being converted to an analogue form – too complex? Is the interest in this still too limited? (archive 2020, 8.2)
Ik denk dat de meeste instellingen bij "digitaal cultureel erfgoed" vooral denken aan digitale variaties op wat ze al kennen uit de analoge wereld. Digitale A4-tjes als het gaat om archieven, digitale schilderijen als het gaat om kunstmusea. Het mooie van archive 2020 is dat er in duidelijk gemaakt wordt dat digitaal erfgoed meer, complexer en misschien wel interessanter is dan wij denken.

maandag 12 juli 2010

Wek vrees op, tutoyeer niet

Onder die titel schreef J.S. Cramer, Amsterdam in de NRC van zaterdag een Plannetje voor ideaal toezicht. 
Het fundamentele uitgangspunt is dat wij, krachtens wet en recht, toezicht uitoefenen op anderen die onder dat toezicht vallen. Dat spraakgebruik geeft aan dat wij boven die anderen zijn gesteld en dat zij in de uitoefening van hun beroep aan ons ondergeschikt zijn, net zoals schoolkinderen aan hun leerkrachten en werknemers aan hun leidinggevende, hoe superieur en voortreffelijk zij ook in andere opzichten mogen zijn.
Van deze fundamentele onderschikking dient de gehele organisatie doordrongen te zijn en op den duur ook de gehele buitenwereld.
Ik geloof dat ik niet zo graag op deze manier zou willen werken:
Ondergeschikten, en ook functioneel onder-geschikten, moet men altijd met achterdocht en wantrouwen bejegenen. Het is een vaststaand gegeven dat het gezien hun positie hun natuurlijke habitus is ons te misleiden en te bedriegen, of op zijn minst de zaken mooier voor te stellen dan zij zijn. Dat wij dit weten, moet onzerzijds tot uiting komen in een gereserveerde en afstandelijke opstelling bij onderlinge contacten. Gesprekspartners moeten natuurlijk correct worden behandeld, maar koeltjes. Vriendschappelijke of zelfs vertrouwelijke gesprekken moeten worden vermeden, en het is aan te bevelen dat men elkander niet tutoyeert en niet met de voornaam aanspreekt. Voortaan zal onzerzijds bij besprekingen ook geen consumptie (zoals koffie of thee) worden aangeboden, behoudens – bij langdurige besprekingen – een kan kraanwater en wat papieren bekertjes. Ieder verzoek of voorstel van derden, ook al is het ogenschijnlijk nog zo redelijk, krijgt voortaan in eerste instantie een kille en afhoudende ontvangst.
Zo sluit je je als toezichthouder wel heel erg af van de "onder toezicht gestelden." Volgens mij is dat ook niet bevorderlijk voor de informatiepositie van een toezichthouder. Als de onder toezicht gestelden jou niet vertrouwen, is het wel bijna zeker dat je 'verdraaide' informatie krijgt. Zeker als je dan ook nog 'onberekenbaar' gaat optreden:
Voor een omslag in de bestaande verhoudingen zullen wij om te beginnen meer dan voorheen vrees moeten inboezemen; wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dit effectiever is dan begrip. Een krachtig middel daartoe is een zekere onberekenbaarheid van ons beleid. Onder de Directie zal een kleine eenheid worden gevormd, die (...) geheel onverwacht en zonder uitleg drastische ingrepen pleegt, zoals invallen, huiszoekingen, en (kortstondige) voorlopige hechtenis van vooraanstaande personen, steeds vergezeld van goed georkestreerde publiciteit. Ook als achteraf blijkt dat er niets aan de hand is, zal dit zeker effect hebben. 
Dit zal zeker effect hebben, want waarschijnlijk zal de publieke opinie zich op deze manier heel snel tegen de toezichthouder keren, als hij om de haverklap met veel bombarie onterechte ingrepen doet.

Wat me trouwens het meeste stoort aan deze "ingezonden mededeling" is het volledig gebrek aan context. Wie is die S.J. Cramer, Amsterdam? Waarom is het het waard om zijn of haar ideeën over toezicht in de NRC te plaatsen.

zondag 11 juli 2010

Dansende graafmachines

Toen T. wat kleiner was, hebben we dit filmpje heel vaak gezien. En het blijft leuk.



Hier vind je het filmpje zonder commentaarstem, maar dat is volgens mij niet te embedden.

zaterdag 10 juli 2010

Heilige Isidorus, wat zoek ik?

Naar aanleiding van een vraag van Anja Feijen heb ik nu al weer een tijdje rondgeklikt op Heiligen-3s.nl: "De website met meer dan 5266 heiligen (4538 afbeeldingen) en 3766 voornamen!"
Heerlijk, al die heiligen met hun gruwelijke levensbeschrijvingen op een rijtje:
De beeldschone Agatha, die weigerde de minnares van een landvoogd te worden. Om haar op andere gedachten te brengen werd ze gemarteld en toen dat niet hielp (gek he!) sneed die landvoogd haar borsten af. Uiteindelijk liet hij haar over brandende kolen trekken tot ze stierf.
Sint Agatha wordt meestal afgebeeld met haar borsten op een schaaltje en omdat men die 'bolletjes' vaak aanzag voor broodjes, is ze onder andere patroonheilige van de bakkers. Is het niet prachtig!
Of de heilige Laurentius, patroonheilige van de archivarissen, zoals jullie allemaal weten, die terwijl hij geroosterd wordt zegt: "Keert u me maar om, want deze kant is gaar."
De heilige hierboven is Sint Isidorus van Sevilla, die vanwege zijn bijna alomvattende kennis door de vorige paus tot patroon van het internet is uitgeroepen. Nu snap ik ook Isidorusweb en misschien Isidorus.Als laatste het verhaal van Antonius van Padua, die van Heilige Antonius, beste vrind, maak dat ik m'n dossiers vind. Antonius ging preken in Rimini, maar de inwoners negeerden hem. Teleurgesteld en boos ging hij naar het strand om dan maar voor de vissen te preken, die zouden tenminste wel luisteren. En geloof het of niet, maar: "Zodra hij het woord richtte tot de golven van de zee, kwamen van alle kanten vissen aanzwemmen en stelden zich in rijen voor hem op, de kleintjes helemaal vooraan in het ondiepe water, de grotere op de achterste rijen. Door met hun staart bewegingen in het water te maken, gaven ze hun instemming met Antonius' woorden te kennen."

vrijdag 9 juli 2010

Dynamische links?

Ik ben verbaasd...
In de blog van gisteren, over het afscheid van Roelof Koops, verwees ik naar de 19 opmerkingen en 18 tweets die Disqus onder mijn blog over Doxis had verzameld.

Vanmorgen stond zag de "startpagina" van deze weblog er echter zo uit:
Blijkbaar is hier sprake van een dynamische tekst... 
Maar nog gekker is dan, dat in het eigenlijke bericht, de tekst weer de 'authentieke' originele tekst is:

Ideeën iemand?

donderdag 8 juli 2010

Afscheid Roelof Koops


Na alle commotie van gisteren - 19 reacties, minstens 18 tweets en volgens Google tussen de 400 en 500 pageviews - vandaag een blog die wat saaier is.

Vorige maand nam Roelof Koops na 36 jaar afscheid van het Zeeuws Archief (en omdat dit geen opruiende blog wordt, zal ik niets zeggen over zijn opvolgster).
De lezingen die drie archivistieke hotshots tijdens dit afscheid hielden staan sinds gisteren online. Ik beperk me tot wat interessante citaten

Eric Ketelaar - Archieven, waarom? Het verleden van de toekomst.
En nog eerder, al in 1968 formuleerde de toen net benoemde algemene rijksarchivaris Ribberink het beleid tot omvorming van de rijksarchieven, van een “keurig degelijk ouderwets middenstandszaakje waar de klant alles aangereikt krijgt” tot een “goed gesorteerde, moderne zelfbedieningszaak”. Maar Ribberink’s metafoor: archiefdiensten: supermarkten van de geschiedenis – vonden vele archivarissen maar onzin.

Martin Berendse - Daarom archieven! De toekomst van het verleden.
Door niet meer massaal in te zetten op onze eigen homepages-met-knoppen verliezen de instellingen misschien hun “gezicht” op het internet, maar het is de vraag of over een tiental jaren de internetsamenleving nog is geïnteresseerd in het digitale “gezicht” van meer dan honderd archiefinstellingen of vooral in de inhoud van de collecties. De enige bloggers en twitteraars die worden “geloofd” zijn individuen en van instellingen wordt vooral verwacht dat ze hun informatie delen. Radicaal en op een zo groot mogelijke schaal.

Charles Jeurgens - Het multiculturele archief. Mythe of werkelijkheid.
Archiefinstellingen beheren archieven en die archieven zijn een direct uitvloeisel van de activiteiten die door de archiefvormer worden verricht. De ‘godfathers’ van het Nederlandse archiefwezen, het driemanschap Muller, Feith en Fruin wezen er ruim 100 jaar geleden al op dat een archief niet willekeurig wordt gemaakt. We moeten de activiteiten achter de archiefvorming kennen en ook begrijpen om het gevormde archief te kunnen duiden. Een archief wordt dus pas een multicultureel archief als het sporen bevat van activiteiten die als multicultureel kunnen worden aangemerkt.

woensdag 7 juli 2010

Doxis ziet 't even niet zo helder

Begin dit jaar organiseerde Doxis het seminar Informatiemanagement 2.0 in Rotterdam. Max Beekhuis, directeur van Doxis, opende het seminar met een verhaal over iemand die mede op basis van een Facebook-update, vrijgesproken werd van een misdaad. Tijdens het seminar verzorgde ik zelf een sessie over Archiveren 2.0, waarbij ik (net als pas bij de KVAN) duidelijk maakte dat tweets, fora en andere social media archiefstukken zouden kunnen zijn.
Ik was gisteren dan ook heel erg verbaasd toen ik op Share2Connect een blog van Doxis Informatiemanagers met de titel Tweets van politici, wat moet je ermee?
Een paar citaten om mijn verbazing te verduidelijken:
Tweets van Verhagen zijn niet bijster interessant. In 140 tekens kun je immers weinig kwijt. De minister laat vooral weten waar hij op momenten in de wereld is. Bijvoorbeeld: “Naar de Poolse ambassade om het condoleanceregister te tekenen.” Het is alsof je zijn agenda kunt inzien. Verder reageert hij op vragen en geeft hij zijn mening.
Bepaalt de omvang tegenwoordig of iets interessant is? Hoe zat dat ook alweer met "Well done".
Zijn een papieren agenda en een brief waarin de minister antwoord geeft op een vraag van een burger dan ook geen archiefstukken?
Twittert een politicus iets opmerkelijks, dan springt men er direct bovenop en wordt het in kranten en op nieuwssites breed uitgemeten. (...)
Op deze wijze worden tweets met een (persoonlijke) politieke strekking dus al via andere media gearchiveerd.
De premisse van deze twee zinnen is zo oenig, dat ik me afvraag of ik serieus moet gaan uitleggen dat een citaat opnemen in een krantenartikel toch echt iets anders is dan een document archiveren.

Na enkele zinnen over het project van de Library of Congress om alle tweets te gaan bewaren, staat er dan:
In een artikel in de Volkskrant van 17 april jl. reageert een woordvoerder van ons Nationaal Archief geschokt: “Tweets zijn eerder persoonlijke notities of krabbeltjes op een stuk papier.” In het Nederlandse archiefbestel archiveert het Nationaal Archief met een ‘achterstand’ van 20 jaar. In de praktijk zorgen nu e-mailberichten en Word-bestanden voor kopzorgen.
Toen ik dit las, heb ik mijn wenkbrauwen ook even gefronst. En terecht, want het blijkt dat dit helemaal niet in de krant heeft gestaan. In de Volkskrant van 15 (!) april 2010 staat:
De Nederlandse Koninklijke Bibliotheek is niet van plan het voorbeeld van zijn Amerikaanse tegenhanger te volgen. 'Wij archiveren alleen publicaties. Tweets zijn eerder persoonlijke notities of krabbeltjes op een stukje papier. Dat is meer iets voor het Nationaal Archief', zegt een woordvoerder.

Selectief
De woordvoerder van het Nationaal Archief is geschokt als het (sic) hoort dat de Amerikaanse bibliotheek miljarden tweets gaat opslaan. 'Ongelooflijk. Wij archiveren met een vertraging van 20 jaar. Bij ons komen nu de eerste e-mailtjes en word-bestanden binnen. We zijn er nog helemaal niet mee bezig, maar ik kan me goed voorstellen dat we in de toekomst ook tweets gaan opnemen in de archieven. Dat zal dan altijd selectief gebeuren.'

De woordvoerder van het Nationaal Archief zegt dus helemaal niets over persoonlijke krabbels of kopzorgen over Word-bestanden!

Ondertussen heb ik Max gevraagd naar zijn mening over deze weblog, maar ik heb nog niets gehoord.

Op twitter zouden we zeggen: #Doxis #fail

P.S.
Mocht de blog verwijderd worden, ik heb hier een kopie van de pagina gezet.

dinsdag 6 juli 2010

Gemeentelijke richtlijnen 2.0

Op Ambtenaar 2.0 kwam ik gisteren de Richtlijnen Gebruik Sociale Media binnen de gemeente Heemstede tegen. Bij mijn weten, maar ik heb er niet heel uitgebreid naar gezocht, het eerste voorbeeld van een gemeente die expliciet probeert vast te leggen wat ambtenaren en collegeleden wel en niet met behulp van sociale media mogen doen.

De richtlijnen voor ambtenaren bestaan uit negen regels. Hieronder citeer ik ze gedeeltelijk:

  1. Je bent zelf verantwoordelijk
  2. Signaleer complimenten en kritiek
  3. Wel / niet reageren op berichten
  4. Woordvoering: dezelfde regels gelden
  5. Blijf alert bij het mixen van je persoonlijke leven met je zakelijke activiteiten.
  6. Geef NOOIT vertrouwelijke informatie van de gemeente
  7. Leg vast wat je doet
    Omdat online conversaties vaak plotseling plaatsvinden en vluchtig zijn is het belangrijk vast te leggen wanneer je de gemeente vertegenwoordigd. Onthoud hierbij dat online verklaringen dezelfde juridische standaarden dienen te bevatten als traditionele media. Leg alles vast wanneer het een online dialoog over de gemeente betreft (bijvoorbeeld door het bericht ook in ons DMS Verseon op te nemen) en mail een kopie naar de afdeling Communicatie.
  8. Realiseer je dat het internet blijvend is
  9. Overig
    • Vermijd ironie (stijlmiddel werkt niet)
    • Doe geen loze beloften
    • Reageer snel, want de mening wordt bepaald na de eerste vijf reacties.
    • Heb je een fout gemaakt, kom er dan voor uit. Wees eerlijk en snel met de correctie van je fout.
Een paar dingen vallen op.
Allereerst uiteraard punt 7: Leg vast wat je doet. Het is heel goed dat Heemstede inziet dat dit soort uitingen thuis kunnen horen in de gemeentelijke dossiers, maar of Verseon dan de ideale oplossing is? Bij mijn weten kan Verseon een reactie op Hyves of een tweet niet adequaat beheren.
En waarom zou er dan ook nog een e-mail naar Communicatie gestuurd moeten worden? Het zit toch al in het dossier?
Sowieso wordt de afdeling Communicatie erg vaak genoemd. Ondanks dat de ambtenaren zelf verantwoordelijk zijn voor hun uitingen, wordt toch expliciet vastgelegd in welke gevallen ze met 'de baas' moeten overleggen.
Punt 6 klinkt heel plausibel, maar er zijn maar heel weinig gemeenten die expliciet vast hebben gelegd wat nu echt 'vertrouwelijk' is. Een van de kenmerken van overheidsinformatie is ook dat het juist bijna allemaal openbaar is.
Waar ik tenslotte ook niet aan kan wennen (het gebeurt op de provincie ook steeds meer) is het gebruik van termen als "Corporate" en "zakelijk." We zijn overheden, geen corporations en hebben dus ook geen "corporate website" of Corporate Communications-afdeling.

In de richtlijnen voor de collegeleden wordt aanvullend nog nadrukkelijk aandacht besteed aan de rol van een wethouder als bestuurders en als politicus.
Voor de lezers moet duidelijk zijn vanuit welke rol (bestuurder/politicus) deze blogs geplaatst worden. Dit betekent dus dat bij politiek gekleurde blogs, duidelijk vermeld moet worden dat deze als politicus (en dus niet als lokaal bestuurder) geschreven zijn.
Dit lijkt me een heel lastig te hanteren onderscheid.

Het laatste waar mijn oog op viel, is de 'ondertekening' van de memo:
Marcel Appels (hoofd Publiekzaken & Communicatie)
www.linkedin.com/in/marcelappels
e-mail: mappels@heemstede.nl
In de richtlijnen staat niets over het vermelden van je 'persoonlijke' accounts onder officiële, gemeentelijke publicaties. Of annexeert Heemstede de Linkedin-accounts van zijn medewerkers?

Kortom: ik snap dat Heemstede dit doet, het is goed dat Heemstede nadenkt over het archiveren, maar het is wachten op een 2.0-versie.

maandag 5 juli 2010

Rekenen met knikkers - vrolijke zondag op maandag

Dankzij dit filmpje snap ik nu iets beter hoe een computer rekent


(Gisteren geblogd over de IASL, dus vandaag maar het geplande Vrolijke Zondag-filmpje geplaatst)

zondag 4 juli 2010

Amateur scanners aller landen verenigt u

Afgelopen weekend legde Ferriero weer iets gedetailleerder uit wat hij verstaat onder "burger-archivarissen". Christian schreef er al over schreef en daarom zal ik er hier niet inhoudelijk op reageren.
Ik wil het hier hebben over de aanleiding van de blog van AOTUS. Hij was op 16 juni blijkbaar in Maryland op bezoek geweest bij de International Amateur Scanning League. Wat kunnen die Amerikanen toch mooie namen verzinnen!
De IASL is een onderdeel (of een spin-off, dat is me niet helemaal duidelijk) van Public.Resource.org van Carl Malamud. Ik weet niet hoe internationaal dit allemaal is, want eerlijk gezegd had ik hier allemaal nog nooit van gehoord. Maar interessant is het wel.
Die Malamud is wat in het Engels zo mooi heet een "public domain defender" en Public.Resource.Org is zijn stichting die "is dedicated to publishing and sharing public domain materials in the United States."

IASL
The International Amateur Scanning League is an experiment in crowd-sourced digitization to help government and other institutions make their archives more widely available. Volunteers will be given credit for their work in the on-line metadata, will receive cool tchotchkes, and will be eligible to display Public Domain Merit Badges upon completion of designated levels of service.
Een van de eerste projecten van de IASL is het dupliceren van overheidsfilms uit de archieven van het NARA en deze online zetten via FedFlix. Als ik het goed begrijp is het enige dat het NARA doet het beschikbaar stellen van de ruimte en hardware om de dvd's te kopiëren. De vrijwilligers van de League organiseren zelf wanneer ze bij het NARA aanwezig zullen zijn en houden zelf bij welke DVD's gereed zijn.

Tchotchkes
In de aankondiging van de oprichting staat verschillende keren dat de League "coole tchotchkes" beschikbaar stelt aan de vrijwilligers:
As part of the inaugural meeting of the IASL, a variety of very cool tchotchkes and support materials are being made available to volunteers, including stickers from CafePress, DVD transmittal forms from MOO, FedFlix return envelopes from ActionEnvelopes, posters from Zazzle, banners from Vistaprint, and brochures from QOOP. 
 Tchotchkes schijnt Yiddisch te zijn voor iets wat wij oneerbiedig prullaria zouden noemen, een beetje te vergelijken met de buttons en bekers van Archief 2.0. Opvallend vind ik dan weer dat ze gekoppeld worden aan bepaalde prestaties.

Internationaal
Interessant allemaal, maar hoe internationaal is dit nu eigenlijk? Is er buiten de Verenigde Staten al ergens een filiaal geopend? En lopen we in Nederland niet op zijn minst een paar passen voor, met projecten als Geboren in 1809, de Charterbank en het nieuwe project in Amsterdam?

zaterdag 3 juli 2010

Dood is een kruisje...

Een paar jaar geleden ben ik intensief (pdf) bezig geweest met de akten van de burgerlijke stand. Toen heb ik ook geleerd waarom die akten zo belangrijk en uitzonderlijk zijn: een akte van de burgerlijke stand is altijd waar. Als in de geboorteakte staat dat je op 12 februari 1974 bent geboren, dan is dat zo. Als in de huwelijksakte staat dat je met Hanneke getrouwd bent, dan is dat zo. En als in de overlijdensakte staat dat je gestorven bent, dan ben je dat ook! Dat is de ene kant van het verhaal.


De andere kant is dat in moderne samenlevingen allerlei informatie gekoppeld wordt, waarbij het niet altijd duidelijk is, wie verantwoordelijk is voor het bijhouden van wijzigingen. De Ombudsman wees daar eerder ook al op.
Stel je nu voor dat iemand in de GBA per ongeluk een kruisje zet in het vierkantje achter "Overleden" ...
Claude Pretorius heeft gemerkt dat dit vergaande gevolgen kan hebben. Hij kan blijkbaar wel een auto kopen, maar niet verzekeren: "U is oorlede, oom!" En zijn vrouw? Die staat officieel geregistreerd als weduwe.

Annie schreef er lang geleden al over...

De afbeelding is van Sclera Picto's