Posts tonen met het label privacy. Alle posts tonen
Posts tonen met het label privacy. Alle posts tonen

donderdag 1 juni 2017

De privacy van de correspondenten van een gestorven meisje

 
Ik blijf de vraag of overleden mensen nog recht hebben op privacy, interessant vinden. Vandaag las ik in de NRC over de uitspraak van een rechter in Duitsland in een zaak die tegen Facebook was aangespannen. Meestal is Facebook in dit soort zaken degene die de privacy-regels overtreedt door te veel te bewaren of te delen. In dit geval ligt het iets anders.
Het gaat om een meisje dat in 2012 - toen ze 15 was - gestorven is. Haar moeder wil inzage in haar chatberichten, omdat ze denkt dat haar dochter zelfmoord gepleegd heeft. Ze stelde dat deze chats te vergelijken zijn met een doos brieven, die na het overlijden van de ontvanger ook aan de erfgenamen toevallen.
Facebook weigerde de berichten vrij te geven, omdat dit inbreuk maakt op het recht op privacy van de mensen waar de dochter mee gechat heeft. Zij gaan er van uit dat de chats vertrouwelijk zijn en blijven.
Met een beroep op de Duitse telecommunicatiewet stelt het gerechtshof nu dat Facebook gelijk heeft.
Selbst wenn man davon ausgehe, dass dieser Account in das Erbe falle und die Erbengemeinschaft Zugang zu den Account-Inhalten erhalten müsse, stehe das Fernmeldegeheimnis nach dem Telekommunikationsgesetz entgegen. Dieses Gesetz sei zwar ursprünglich für Telefonanrufe geschaffen worden. Das Fernmeldegeheimnis werde jedoch in Art. 10 Grundgesetz geschützt und sei damit eine objektive Wertentscheidung der Verfassung. Daraus ergebe sich eine Schutzpflicht des Staates und auch die privaten Diensteanbieter müssten das Fernmeldegeheimnis achten.
Het gaat uiteindelijk dus toch weer niet om de privacy van de overledene.
Fascinerend is trouwens ook dat de ouders wel de login-gegevens van hun dochter hebben, maar desondanks niet (meer) bij de chats kunnen. De pagina werd door Facebook omgezet in een herdenkingspagina:
Die Mutter hatte nach eigenen Angaben sogar die Zugangsdaten zu dem Account. Allerdings war das Netzwerk von einem Nutzer, der mit der Tochter auf Facebook befreundet gewesen ist, auf deren Tod hingewiesen worden – woraufhin ihr Account in den sogenannten Gedenkzustand versetzt worden war. Das heißt, niemand kann sich bei einem Konto im Gedenkzustand anmelden. Facebook hat in den vergangenen fünf Jahren zwar manches geändert. So ist es Nutzern jetzt möglich, zu Lebzeiten einen Nachlasskontakt zu bestimmen. Aber: Auch er kann sich nicht bei dem Konto anmelden oder alte Chats lesen.
Dus dit gaat niet alleen om privacy, maar ook om de vraag of je digitale communicatie kunt erven, zoals je dat met analoge documenten kunt.

Gerelateerd
Geen obductie ivm privacy na de dood
De privacy van een dood zestienjarig meisje
De privacy van de doden #archivecamp
Privacy na de dood
Persoonlijke levenssfeer van overledenen
De boekhandel die je hele boekenkast verwijdert

Afbeelding: Johannes Thopas, Portret van een overleden meisje, waarschijnlijk Catharina Margaretha van Valkenburg

dinsdag 18 oktober 2016

Het recht op vergetelheid

Ik had het gemist, maar het Belgische Hof van Cassatie heeft eind april geoordeeld dat het recht op vergetelheid ook kan gelden voor krantenarchieven die online geplaatst worden. Hier vind je het hele arrest in het Frans (PDF). De samenvatting hieronder is gebaseerd op een analyse van Joris Deene in META 2016/7.

In deze zaak ging het om iemand die vroeger veroordeeld was voor een verkeersongeluk, waar in Le Soir een artikel aan gewijd was. Hierin werd hij met naam en toenaam genoemd. Recentelijk plaatste de uitgever het hele krantenarchief online en ik neem aan dat het toen ook op woord doorzoekbaar werd.
Degene die dat ongeluk veroorzaakte vond dat zijn recht op privacy geschonden werd en verzocht de krant om zijn naam te vervangen door X. De uitgever weigerde dit en die persoon stapte naar de rechter. Daar kreeg hij in eerste en tweede aanleg gelijk, waarna de uitgever in cassatie ging.
En bij het Hof van Cassatie ving de uitgever opnieuw bot.
Het Hof stelt dat er in het Belgische recht een recht op (digitale) vergetelheid is, als onderdeel van het recht op de eerbiediging van het privéleven. En dit recht kan in sommige gevallen een beperking van vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid inhouden. Ik citeer verder Deene even:
Zo kan volgens het Hof van Cassatie een persoon die veroordeeld werd voor een misdrijf zich in bepaalde omstandigheden verzetten tegen het feit dat zijn juridisch verleden opnieuw onder de publieke aandacht wordt gebracht ter gelegenheid van een nieuwe openbaarmaking van de feiten. Het aanbieden van een online archief is volgens het Hof een nieuwe openbaarmaking van het juridisch verlegen van de persoon en is een inbreuk op zijn recht op vergetelheid. Na een balans te hebben gemaakt tussen het recht op vergetelheid van de persoon en het recht van de uitgever om archieven samen te stellen in overeenstemming met de historische werkelijkheid en het recht van het publiek om deze te consulteren, oordeelde het Hof dat het online houden van het niet geanonimiseerd artikel, zeer veel jaren na de feiten, schade toebrengt aan die persoon, die niet in verhouding staat met de vrijheid van meningsuiting van de uitgever.
De uitgever moet in het artikel op haar website (en in eventuele andere databanken) de naam van de persoon vervangen door X en hem een morele schadevergoeding van €1,- betalen.

Deze uitspraak wijkt op één cruciaal punt af van de eerdere Google-uitspraak: daarbij ging het om het verwijderen van persoonsgegevens uit de zoekindex van Google. Het ging daarbij niet om het aanpassen van het artikel waar Google naar verwijst.
In dit geval gaat het dus nadrukkelijk wel om het aanpassen van de digitale reproductie die online staat. Interessant is ook dat het Hof dus de eerste journalistieke openbaarmaking van de persoonsgegevens geen inbreuk acht op de persoonlijke levenssfeer. In het papieren artikel hoeft niets gewijzigd te worden, dus als je die naam per sé wil weten, dan kun je er vast nog wel achter komen.

Wat betekent dit nou voor gedigitaliseerde archieven?
Misschien wel dat je heel goed moet afwegen of het recht op openbaarheid en eenvoudige toegang opweegt tegen het privacyrecht van iedereen die je in je archieven noemt. Maar dat is bijna onmogelijk...

Gerelateerd
Google moet soms mensen vergeten
Recht om te worden vergeten

Plaatje: Press room of the Planet newspaper, Richmond, Virginia 

maandag 29 augustus 2016

Over bewaartermijn, bescherming persoonsgegevens en de Archiefwet

Ik heb daarna de hele uitspraak eens gelezen en ik geloof dat het op zich nog wel meevalt. Als ik het goed lees zijn er twee punten waar de rechter moeite mee heeft:

1. Verwerking van bijzondere persoonsgegevens door IGZ terwijl dat niet mag. Bijzondere persoonsgegevens (oa over gezondheid) mogen alleen verwerkt worden als het gaat om de uitvoering van wettelijke voorschriften die
voorzien in aanspraken die afhankelijk zijn van de gezondheidstoestand van de betrokkene. Mede gelet op de toelichting in de MvT (pagina’s 113-114) ziet deze bepaling op de verwerking van gegevens omtrent gezondheid in de sfeer van de sociale zekerheid, zoals aanspraken op uitkeringen, verstrekkingen of voorzieningen in verband met de gezondheidstoestand van de betrokkene. Daar is in onderhavig geval geen sprake van.
Hieruit volgt dat de verwerking onrechtmatig is en de betrokkene dus op grond van artikel 36.1 van de WBP kan vragen om de gegevens te laten verwijderen.

2. Op basis van artikel 33 van de WBP moet degene die persoonsgegevens verkrijgt, vantevoren de betrokkene informeren over de doeleinden van de verwerking van de gegevens. Daar hoort blijkbaar ook de bewaartermijn van de gegevens bij. Het probleem is hier dan niet dat de IGZ die persoonsgegevens heeft om de klacht te behandelen (of niet), maar dat de persoonsgegevens 10 jaar bewaard worden in verband met toekomstige meldingen. Daar had de IGZ de klaagster over moeten informeren:
De rechtbank overweegt voorts dat eiseres haar gegevens aan verweerder heeft verstrekt met als doel dat haar klacht zou worden onderzocht en behandeld door de IGZ. Door eiseres is onweersproken gesteld dat zij er bij het verstrekken van haar gegevens niet van op de hoogte was dat verweerder alle gegevens gedurende tien jaar zou bewaren. Ter zitting is namens verweerder erkend dat eiseres conform de informatieplicht van artikel 33 van de Wbp geïnformeerd had dienen te worden over het verwerken van haar gegevens. Verweerder verbindt hieraan echter niet de conclusie dat sprake is van verwerken van gegevens in strijd met een wettelijk voorschrift, op grond waarvan kan worden verzocht om de gegevens te verwijderen, zoals bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Wbp.
De rechtbank overweegt dat, door het niet of onvolledig informeren zoals vereist in artikel 33 van de Wbp, eiseres niet in de gelegenheid is gesteld om af te wegen of zij haar gegevens wilde verstrekken indien die standaard gedurende tien jaar zouden worden bewaard. […] Anders dan verweerder is de rechtbank derhalve van oordeel dat het feit dat verweerder eiseres niet heeft geïnformeerd dat haar gegevens gedurende tien jaar zullen worden bewaard in verband met eventuele toekomstige meldingen, tot gevolg heeft dat het bewaren van deze gegevens een verwerking is in strijd met de artikelen 6 en 33 van de Wbp.
Dit is volgens mij de doelbinding waar het in privacy-zaken vaker over gaat. En ook hieruit volgt dat de persoonsgegevens verwijderd moeten worden als een betrokkene erom vraagt, omdat de verwerking onrechtmatig is. Ik weet niet precies of het feit dat de melding door de IGZ niet in behandeling is genomen, hier ook nog een rol bij speelt.

Over de Archiefwet en de selectielijst zegt de rechter trouwens:
De rechtbank stelt voorop dat verweerder is gehouden om persoonsgegevens te verwerken in overeenstemming met de vereisten van de Wbp, ongeacht de bepalingen in de Archiefwet en het beleid in het BSD. De verplichtingen op grond van de Archiefwet en het beleid op grond van het BSD zijn derhalve niet van toepassing voor zover die toepassing zou leiden tot strijd met de Wbp. Verweerder heeft dit ter zitting erkend. Het aanhalen van deze regelgeving in het bestreden besluit kan derhalve niet dienen als onderbouwing van verweerders standpunt dat de verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming is met de Wbp.
Persoonsgegevens zijn geen archiefstukken, lijkt de hieraan ten grondslag liggende redenering te zijn. De uitspraak van de rechter gaat ook alleen over het verwijderen van de (bijzondere) persoonsgegevens, niet over het vernietigen van de archiefbescheiden. (Want de informatie mag – zonder de persoonsgegevens – best 10 jaar bewaard blijven om later in verband te brengen met andere klachten.)

Dus, de onrechtmatige verwerking is hier de crux en daarmee denk ik dat deze uitspraak niet betekent dat overheden en archieven nu allerlei gedoe met het bewaren of vernietigen van persoonsgegevens krijgen. Zolang daar maar een wettelijke basis voor is.

woensdag 14 mei 2014

Google moet soms mensen vergeten

INF3-271 Anti-rumour and careless talk You forget - but she remembers
Ongeveer alle media schreven gisteren over de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie die Google dwingt om zoekresultaten te verwijderen: NRC, de Redactie, The Guardian, de Volkskrant, Security.nl en vast nog wel meer.
Kortweg komt het erop neer dat individuen in sommige gevallen zoekmachines kunnen vragen om verwijzingen naar bepaalde pagina's te verwijderen als deze gevonden worden via hun naam. Het Hof schrijft dat zo:
Het Hof voegt daaraan toe dat in het kader van de beoordeling van een dergelijk verzoek dat is ingediend door de betrokkene ten aanzien van de door de exploitant van een zoekmachine verrichte verwerking, met name moet worden onderzocht of deze persoon recht erop heeft dat de betrokken informatie over hem thans niet meer met zijn naam wordt verbonden via een resultatenlijst die wordt weergegeven nadat op zijn naam is gezocht. Indien dit het geval is, moeten de koppelingen naar de webpagina’s die deze informatie bevatten van deze resultatenlijst worden verwijderd, tenzij er bijzondere redenen zijn, zoals de rol die deze persoon in het openbare leven speelt, die een overwegend belang van het publiek rechtvaardigen om in het kader van een dergelijke zoekopdracht toegang tot deze informatie te krijgen. 
Het betekent nadrukkelijk dus niet dat de hele pagina niet meer via de zoekmachine gevonden kan worden. Als je zoekt op een andere term dan de naam, kun je de pagina wel nog vinden. 

Allemaal leuk en aardig (of niet), maar één ding snap ik niet.
De NRC schrijft dat de zaak tegen Google aanhangig was gemaakt door
een Spanjaard. Hij had zijn huis via internet verkocht, maar zag nog steeds berichten daarover uit 1998 bij Google opduiken. De man zat toentertijd in de schulden en moest daarom zijn huis verkopen. Hij diende een klacht in bij het Spaanse bureau voor de bescherming van persoonsgegevens, die vervolgens een zaak aanspande tegen de Spaanse vestiging van Google.
De krant is dus heel netjes en noemt de naam van de Spanjaard niet. Maar wat doet het Hof? Dat schrijft in zijn persbericht gewoon de naam van "de Spanjaard" voluit en beschrijft uitgebreid de context van de zaak.
In 2010 heeft Mario Costeja González, Spaans staatsburger, bij de Agencia Española de
Protección de Datos (Spaans agentschap voor de gegevensbescherming, AEPD) een klacht ingediend tegen La Vanguardia Ediciones SL (uitgeefster van een dagblad met grote oplage in met name de regio Catalonië) en tegen Google Spain en Google Inc. Costeja González betoogde dat wanneer een internetgebruiker zijn naam in de zoekmachine van het Googleconcern („Google Search”) invoerde, de resultatenlijst koppelingen weergaf naar twee pagina’s van het dagblad La Vanguardia van respectievelijk januari en maart 1998. In deze pagina’s werd met name een verkoop per opbod van gebouwen aangekondigd die was georganiseerd na een beslag ter terugvordering van de door Costeja González verschuldigde sociale zekerheidsschulden. 
Hoe lang zou Google deze zoekresultaten nog mogen tonen?

Gerelateerd
"Vergeten, hoe zou ik jou kunnen vergeten" Over Europese privacy
Google's autocomplete is smadelijk (en Barack Obama is jouw fiets)

Plaatje: via Wikimedia Commons

woensdag 19 februari 2014

Het is Harry

Interessant verhaal op de NRC-site gisteren.
De foto hierboven is - uiteraard - reclame voor de NationaleNotaris, een soort low-budget notarisketen en hij hangt blijkbaar in Amsterdam in abri's. Maar de foto is niet zomaar een foto. Hij is gemaakt door Merlin Daleman en in de kist ligt Harry Mulisch. Het pijnlijke is dat de nabestaanden van Mulisch niet wisten dat deze foto gebruikt zou worden in een grootschalige reclame-campagne en dus onverwacht met deze foto geconfronteerd werden.
De weduwe zegt in de NRC:
“Ik ben dadelijk van mijn fiets gestapt om te kijken. Het was echt Harry. Voor ieder ander is het een gewone foto, maar ons viel het rauw op het dak. Het was alsof Harry met kist en al was opgestaan.”
Uit de reconstructie van de krant blijkt eigenlijk dat er nergens echt regels zijn overtreden: de fotograaf heeft toestemming gegeven en is betaald, het reclamebureau heeft gezegd dat het om een reclame ging, al had de fotograaf niet precies in de gaten dat notarissen tegenwoordig commerciële "bedrijven" zijn:
“Ik hoorde iets van ‘nationale notaris’ en een ‘campagne’ dus ik dacht dat is een voorlichtingscampagne van een ombudsman-achtige instantie. Dat zou betekenen dat zo’n beeld niet uit de context wordt gehaald. En op zich hebben ze dat natuurlijk ook niet gedaan. Je kan je natuurlijk ook afvragen hoe privé het was, het was een nieuwsgebeurtenis die live op tv was. Er stonden drie fotografen naast me die dezelfde beelden hebben gemaakt. Het was geen afgeschermde begrafenis. Maar goed, het blijft een commercieel bedrijf, als Coca Cola mij gebeld had, was ik er ook niet mee akkoord gegaan.”
De nabestaanden van Mulisch zijn nog aan het bedenken of ze willen dat de posters verwijderd worden. Maar, zoals iemand onder het artikel schreef, ik denk ook dat Mulisch het wel een mooie situatie vond.

(In het hele artikel gaat het niet over de privacy van de overledene en toch moest ik daar steeds aan denken.)

Gerelateerd
Geen obductie ivm privacy na de dood
De privacy van een dood zestienjarig meisje
De privacy van de doden #archivecamp
Privacy na de dood
Persoonlijke levenssfeer van overledenen

woensdag 22 januari 2014

Data dealer: het spel en het echte leven

Sinds een paar weken speel ik de beta-versie van het spel Data Dealer (ik schreef daar eerder al over). Het idee van het spel is om van zoveel mogelijk mensen zoveel mogelijk persoonlijke gegevens te verzamelen en deze aan zoveel mogelijk andere bedrijven te verkopen.
Voor het verzamelen van data kun je verschillende bronnen gebruiken. Er zijn "corrupte" verpleegsters, bibliothecarissen en fotografen die jou voor een kleine financiële vergoeding wel wat informatie willen verkopen. Maar je kunt ook, en dat is veel lucratiever, verschillende bedrijfjes oprichten die data verzamelen. Hierbij moet je denken aan een bedrijfje dat een "preventieve gezondheidscheck" doet, of een dating-site exploiteert, of persoonlijkheidstesten afneemt of gewoon ouderwetse telefonische enquêtes uitvoert.
Je kunt allerlei soorten informatie verzamelen: namen, creditcard-nummers, geslacht of seksuele voorkeur. Maar ook politieke voorkeur, tijdschrift-abonnementen en of iemand een relatie heeft. Of nog exotischer: of mensen graag presentaties geven, of ze lui zijn of niet en hun IQ. En die verpleegster kan je natuurlijk ook gewoon volledige medische dossiers bezorgen.
Al die data die je verzamelt komen natuurlijk terecht in je database, in eerste instantie als losse tabellen, met interessante informatie. Maar de informatie wordt nog interessanter als je de losse tabellen combineert. Hierboven zie je bijvoorbeeld dat ik van iets meer dan anderhalf miljoen mensen weet of ze kinderen willen. Dat leidt ik af uit informatie over hun dieet, geboortedatum, boeken die ze kochten en tijdschrift-abonnementen.
Voor het verkopen van data, kun je bijvoorbeeld terecht bij een zorgverzekeraar, een gemeente of een muzieklabel.

Dit klinkt allemaal redelijk vergezocht, totdat je het verhaal uit de LA Times van gisteren leest.
Mike Seay kreeg vorige week van het bedrijf OfficeMax (een soort kantoorartikelen groothandel) een reclamefolder die geadresseerd was aan Mike Seay, Daughter Killed in Car Crash.
Strange as that sounds, the mail reached the right guy. Seay's daughter Ashley, 17, was killed in a car crash with her boyfriend last year. OfficeMax somehow knew.
De vraag "Hoe komt OfficeMax aan deze informatie?" is bijna even interessant als "Wat moeten ze met die informatie?" Maar volgens mij zijn beide nog niet beantwoord:
In a statement, OfficeMax said the mailing "is a result of a mailing list rented through a third-party provider" and offered its apologies to Seay. A spokeswoman told The Times on Sunday that the company was still gathering information about what had happened.
Ze weten alles van je!

Gerelateerd
Doe of je een data-dealer bent
Hoe de supermarkt weet wat je nodig hebt

vrijdag 29 november 2013

Nog één keer: telefoonmetadata

Seinhuis Zuidbroek telefoon
De AIVD heeft vandaag op zijn website een Engelstalige verklaring over het afluisteren van telecommunicatie gepubliceerd.
Interception of telecommunications by the AIVD: rules and regulations
The interception of telecommunications by secret services is surrounded by myths and misunderstandings. What is interception according to the Dutch intelligence services and what kinds of interception do we define? What does the law say? By whom and how are the Dutch intelligence services supervised?
En opnieuw wordt het afluisteren gebagatelliseerd door te benadrukken dat het vooral om metagegevens gaat:
Content and metadata
Telecommunications consist of the message (content) and all the data added for the purpose of transport (metadata), such as a telephone number, an IP number, an email address or location data.
Intercepting telecommunications first and foremost means collecting metadata. Metadata is less substantial in size and can be analysed more quickly. In addition, gathering metadata is a less serious privacy infringement. Analysis of the metadata shows whether the matching content of traffic may be relevant for AIVD investigations.
Most data is irrelevant for AIVD investigations. If, based on a carefully designed assessment trajectory, the data does prove to be important, the Minister of the Interior and Kingdom Relations must be asked for permission to also look at the content.
Vorige week beschreef Slate, op basis van een verklaring van professor Felton van Princeton hoeveel die onschuldige metadata kunnen onthullen. De voorbeelden zijn redelijk Amerikaans, maar toch:
NSA collection of our metadata means the government knows when we’ve called a rape hotline, a domestic violence hotline, an addiction hotline, or a support line for gay teens. Hotlines for whistleblowers in every agency are fair game, as are police hotlines for “anonymous” reports of crimes. Charities that make it possible to text a donation to a particular cause (say, Planned Parenthood) or political candidate or super PAC could reveal an enormous amount about our political activities. And calling patterns can reveal our religious beliefs (no calls on Sabbath? Heaps of calls on Christmas?) or new medical conditions. If, for instance, the government knows that, within an hour, we called an HIV testing service, then our doctor, and then our health insurance company, they may not “know” what was discussed, but anyone with common sense—even a government official—could probably figure it out.
But there’s more, says Felten: By analyzing our metadata over time, the government can separate the signal from the noise and use it to identify behavioral patterns. The government can determine whether someone is making lots of late-night calls to someone who isn’t his spouse, for example. When those calls cease, the government might reasonably conclude that the affair has ended. Metadata may reveal whether and how often someone calls her bookie or the American Civil Liberties Union or a defense attorney. And by analyzing the metadata of every American across a span of years, the NSA could learn almost as much about our health, our habits, our politics, and our relationships as it could by eavesdropping on our calls. It’s not the same thing, but the more data the government collects, the more the distinction between metadata and actual content disappears.
En als Target op basis van allerlei aankopen voorspellingen kan doen, dan kan de regering vast ook wel het een en ander afleiden hè.
De PreCogs komen er aan en ze gebruiken big data...

Gerelateerd
Hoe de supermarkt weet wat je nodig hebt
Het waren slechts metadata
Dat metadata niet zo onschuldig zijn...

Plaatje:By Smiley.toerist (Own work) [GFDL or CC-BY-SA-3.0-2.5-2.0-1.0], via Wikimedia Commons

vrijdag 1 november 2013

Het waren slechts metadata

De NSA luisterde in Nederland geen hele telefoongesprekken af, maar verzamelde alleen metadata, waaruit kan worden afgeleid wanneer en tussen wie gesprekken plaatsvonden. Dat schrijft minister Plasterk (PvdA) in een brief (pdf) aan de Tweede Kamer.
Dat schreef de NRC gisteravond. Die metadata-spin is al vanaf het begin van de Snowden-heisa de reactie van de NSA om het belang van de onthullingen te verkleinen. Plasterk sluit zich daar nu bij aan.
Eind juni schreef ik al over Finding Paul Revere, waaruit blijkt dat die metagegevens interessant en veelzeggend genoeg zijn (want anders zouden ze niet verzameld worden.)
So, there you have it. From a table of membership in different groups we have gotten a picture of a kind of social network between individuals, a sense of the degree of connection between organizations, and some strong hints of who the key players are in this world. And all this—all of it!—from the merest sliver of metadata about a single modality of relationship between people.
Lees dat stukje vooral nog een keer...

Wat eigenlijk nog interessanter is, is waarom er tussen 10 december 2012 en 8 januari 2013, maar 1,8 miljoen gesprekken geregistreerd zijn. Dat is maar een fractie van het totaal aantal gesprekken dat in die 28 dagen gevoerd moet zijn. Zou er dan toch enige selectie zitten in het afluisteren?

Gerelateerd
Dat metadata niet zo onschuldig zijn...
Mobiele telefoons zijn Stalins droom

Plaatje: This phone is tapped van David Drexler

vrijdag 25 oktober 2013

Over data, wereldhegemonie, China en Google

Interessante uitspraken van Stéphane Grumbach van INRIA in de NRC van gisteren:
Twee jaar is de Fransman nu terug uit China, waar hij acht jaar werkte. Hij is de klap nauwelijks te boven. In een café in Lyon legt hij uit waarom het Europa dat hij bij terugkeer aantrof, op datagebied gedomineerd wordt door Amerika: „Wij zijn naïef. Terwijl wij aan Facebook denken in termen van ‘cool’ of ‘niet cool’, veranderen data de wereld in recordtempo. De VS hebben zich volop in die race gestort, China ook. Zij gebruiken daarvoor vehikels als Google, Twitter, Facebook, enzovoort. Dit zijn systemen, geen gadgets, om data te vergaren, zoals je een boor gebruikt om olie te winnen. Wie deze systemen heeft, en ze dominant weet te maken, wint de slag om de data. Die zal heersen.”
Moet Europa anders gaan denken over data?
„Ja. Wij zaniken, omdat onze data steeds gestolen worden. Maar het is onze eigen schuld. Google heeft in Europa een marktaandeel van ruim 90 procent. In Frankrijk is het 92 procent, in China was het vorig jaar 16 procent en dit jaar 4 procent. Google weet meer over Franse burgers dan INSEE, het nationale onderzoeksinstituut. Zolang wij geen eigen zoekmachines hebben en onze data opslaan in Amerikaanse systemen, moeten we niet verbaasd zijn dat zij de hand leggen op die data.”
Ook al hebben we afspraken met de Amerikanen over dataprotectie?
„Is het niet altijd zo dat degene die de macht heeft, ook de regels bepaalt?”
Begrijpen de VS ons niet meer?
„Zij weten waar ze heen willen. De hegemonie van dataslurpers als Google of Yahoo dient één doel: machtig blijven in de wereld. China weet ook waar het heen wil. Deze landen spreken een andere taal dan Europa. Voor ons gaat dit nog over privacy. Voor hen is dat compleet passé. Zij kijken naar ons zoals wij naar Griekenland kijken. We tellen niet meer mee.”
Is onderhandelen met de VS zinloos?
„Als een koloniaal met zijn kolonie aan tafel gaat zitten, wat voor discussie krijg je dan? In het beste geval luistert de koloniaal. Maar de relatie is scheef. Hij doet er niets mee. Europa kan niet zeggen: ‘We gebruiken onze eigen zoekmachines wel’. Die hebben we niet. Europa had moeten doen wat China deed: Amerikaanse systemen kopiëren. Toen dat begon, woonde ik in China. Alles bubbelde van de creativiteit. Als Europeanen over China praten, hebben ze het vaak over censuur en dissidenten. Maar de meeste Chinezen hebben daar weinig last van. Ze gaan hun gang. Nogmaals: Google heeft in China 4 procent marktaandeel. Chinese zoekmachines worden alsmaar sterker.”
Google wordt toch tegengewerkt?
„Ja. Europeanen denken dat China dat doet om zijn burgers te controleren. Maar China wil vooral voorkomen dat Amerika Chinese burgers controleert. Als Europa hetzelfde had gedaan, hadden we nu minder geklaagd over privacyverlies.”
Het hele artikel kun je hier lezen (als je goede ogen hebt).

Plaatje: 18.5 Big Brother van Bernard Polet

donderdag 3 oktober 2013

De informatiemaatschappij van 2023 #info2023

Gisteren was ik bij De informatiemaatschappij van 2023, het ondertussen bijna traditionele "feestje" van het lectoraat Digital Archiving van Geert-Jan van Bussel. Heb je iets gemist, als je er niet bij was? Hmm, moeilijke vraag. Ik ben geneigd om "Ja en nee" te antwoorden.
Op het programma stonden zes sprekers en een afsluitend debat. De zes sprekers waren heel divers en waren alle zes goede sprekers. Niemand stotterde, niemand las te volle sheets voor, iedereen gebruikte plaatjes en filmpjes en ze waren alle zes ook wel humoristisch op sommige momenten.
Waarom ik toch niet enthousiast kan zeggen dat je er geweest had moeten zijn, ligt een beetje aan wat die mensen vertelden. De opdracht die Van Bussel aan zijn sprekers had meegegeven was om te beschrijven hoe de informatiemaatschappij er over 10 jaar uit zou zien. (Ik geloof dat hij zelfs de titels van de presentaties had "voorgeschreven"). Maar eigenlijk beschreven de meeste sprekers de wereld van nu en extrapoleerden ze - een beetje - naar hoe het er over tien jaar uit zou kunnen zien.
En daarbij moest ik denken aan een passage uit de sectoranalyses van de Raad voor Cultuur van een tijdje geleden (en dat was een citaat uit de Coachingskalender 2011):
Mensen overschatten wat er in de komende drie jaar zal veranderen en onderschatten wat er in de komende tien jaar zal veranderen.
Terwijl verschillende sprekers dit impliciet aangaven door tien terug in de tijd te gaan om aan te geven dat er heel veel verandert in tien jaar, was er eigenlijk niemand die het aandurfde om iets radicaal anders te schetsen dan we nu al zien gebeuren.
Laat me aan de hand van de eerste drie sprekers uitleggen wat ik bedoel.
Michiel Schwarz heeft samen met Joost Elffers een manifest geschreven over Sustainism. Niemand weet precies wat het is, maar het gebeurt nu en het is de opvolging van het modernisme. Iets met driehoeken, delen is het nieuwe hebben en lokalisme. En dat zal over tien jaar allemaal nog belangrijker zijn.

Lokke Moerel werkt oa als informatiebeveiliging en privacy-jurist bij een van de grote Amsterdamse Zuidas-advocatenbureau en is hoogleraar Global ICT law. Zij wilde eigenlijk te veel vertellen waardoor ze misschien wel te weinig vertelde. Ze raakte even de privacy-richtlijnen van de EU aan, maar ook niet meer dan dat. Ze sprak heel even over de cookiewetgeving.
Ze memoreerde een interessante Amerikaanse zaak, waarbij een vrouw haar arts aanklaagde wegens "lekken." Vlak nadat ze bij hem was geweest en met hem het gebruik van een bepaald medicijn had besproken, kreeg ze van de producent van precies dat medicijn een reclamefolder in de bus! Uiteindelijk bleek dat de arts niet gelekt had, maar dat de medicijnenfabrikant met behulp van profiling en data-analyse tot de conclusie was gekomen dat deze vrouw wel eens tot de risicogroep voor deze specifieke ziekte kon behoren. Creepy, maar het speelt in het hier en nu.
Vergelijk dat eens met Corpus delicti van Juli Zeh, waarin een wereld wordt beschreven waarin de overheid van op afstand de gezondheid en leefwijze van alle burgers in de gaten houdt. Door alle lifelogging-apparaten is niet eens zo ondenkbaar dat dit in 2023 mogelijk is. Maar wat betekent dat voor het zelfbeschikkingsrecht van volwassen burgers?
Een ander onderwerp dat zij, maar ook Schwarz en later Theo Huibers kort aanstipten is de zogenaamde "technologische singulariteit"
Toevallig stond gisteren in de NRC een ingezonden stuk van René Munnik naar aanleiding van de tv-serie Real humans. Een citaat:
Hoofdpersoon Hans krijgt bij de beeldschone huishoud-hubot Anita de software voor enkele erotische functionaliteiten meegeleverd. Stel dat hij die installeerde en door zijn vrouw met Anita in bed werd betrapt. Hoe zou hij zich dan moeten voelen? Zou hij zich moeten schamen vanwege de zelfvernedering, zoals een man die stoeit met een opblaaspop? Of zou hij zich schuldig moeten voelen voor zijn ontrouw omdat hij overspel pleegt?Bij de hubots uit Real Humans wordt dat bijna onbeslisbaar en denk je eerder aan overspel. Maar kun je wel vreemdgaan met een apparaat? Dergelijke vragen roept de serie op, doordat een situatie wordt verbeeld die herkenbaar is, maar waarin de grens tussen mens en machine sterk vervaagd is. Zodoende houdt Real Humans de technocultuur een spiegel voor. Want hubots bestaan weliswaar (nog) niet, maar die vervaging is er al wel.
Ik heb ook geen idee of dit over tien jaar al realiteit is, maar vanuit ethisch en juridisch perspectief zou ik denken dat je wel 40 minuten kunt volpraten over de consequenties van het samensmelten van mens en machine.

Menno Thijssen kreeg veertig minuten de kans om uit te leggen dat het onderwijs met allerlei nieuwe apps en tablets op een nieuwe manier kon gaan lesgeven. Helaas kwam hij ook niet veel verder dan het beschrijven van de programmaatjes die zijn bedrijfje nu maakt of wil maken. Hoe ziet het er dan uit op zo'n basisschool in 2023? Wat wordt de rol van docenten? Dat is wat ik eigenlijk interessanter vind. In die zin waren de Top Technology Trends in het onderwijs die Steven Ronsijn tijdens Informatie aan Zee presenteerde visionairder.

Maar goed, als deze zes mensen deze presentaties niet hadden gegeven, had ik waarschijnlijk weer niet alle verbanden gelegd tussen dingen die ik al wist.

Aan het eind van de dag kregen alle deelnemers een kloeke congresbundel, waarin van de meeste sprekers en nog een stel niet-sprekers een artikel staat. Ik heb er nog nauwelijks iets uit gelezen, dus kan daar niets over zeggen.
Maar, de afwezigen hadden sowieso ongelijk, omdat er heel veel interessante mensen in het gehoor zaten. Het was wat dat betreft een geslaagde bijpraat-bijeenkomst. Voor mij nog aparter, omdat iemand zich speciaal aan mij kwam voorstellen, om me te zeggen dat hij dit weblog zo graag las en hoopte dat ik nog veel en vaak bleef publiceren. Heel bijzonder, bedankt Ton.

Dus overall: Geert-Jan het was een geslaagde dag. Dank je.

Gerelateerd
Corpus delicti - Juli Zeh
Sectoranalyse Raad voor Cultuur: archivaris = Calimero
Hoe de supermarkt weet wat je nodig hebt
Ik was aan zee #iaz2013
"Vergeten, hoe zou ik jou kunnen vergeten" Over Europese privacy

woensdag 11 september 2013

Gemeenten verkopen privégegevens aan bedrijven

Laat ik meteen duidelijk zijn, het gaat NIET om Nederlandse gemeenten, maar om Vlaamse.
Het Nieuwsblad (het citaat komt uit de tabletkrant) beschreef eergisteren hoe iemand enkele weken nadat de gemeente zijn bouwvergunning had goedgekeurd, reclame van verschillende bouwbedrijven in zijn brievenbus ontving.
En dat is geen geïsoleerd geval, zo blijkt. Een aantal bedrijfjes in België, waaronder het Kortrijkse Infobuild, verkoopt lijsten van verleende bouwvergunningen.
"Wij verzamelen inderdaad gegevens bij de verantwoordelijke administraties", zegt Inge Demets van Infobuild. "Al gaat dat niet overal even vlot. In Limburg en Antwerpen doen meer gemeenten daar moeilijk over dan in West- of Oost-Vlaanderen."
Overigens, Demets geeft toe dat sommige gemeenten geld vragen voor die informatie, al wil ze liever niet zeggen welke dat zijn. Een van die gemeenten is in elk geval Destelbergen, waar iedereen die het wil voor 20 euro per maand een overzicht krijgt van de verleende bouwvergunningen, inclusief adresgegevens.
De Vlaamse Privacycommissie vindt dat gemeenten deze gegevens niet mogen verkopen, maar geeft toe dat het ingewikkeld is:
Vooral een Vlaams decreet uit 2007 dat gemeenten de autonomie geeft op vlak van het hergebruik van overheidsdocumenten en toelaat dat daar geld voor gevraagd wordt, veroorzaakt veel verwarring. Maar de commissie is formeel. "Wie alles goed doorleest, moet concluderen dat gemeenten geen privégegevens mogen doorspelen die gebruikt zullen worden voor directe marketing", zegt woordvoerster Eva Wiertz.
 Zouden die gegevens dan wel voor andere doeleinden doorverkocht mogen worden?

Opvallend is dat de Privacycommissie ook van mening is de wet op de openbaarheid van bestuur hierbij niet speelt.
"Die dient om de burger inzage te geven in de werking van de overheid, niet om persoonsgegevens door te spelen voor commerciële doeleinden."
Overigens laat de gemeente Destelbergen uit het eerste citaat weten dat er maar vijf bedrijven op dat overzicht geabonneerd zijn. Dat levert dus bruto zo'n €1200 per jaar op. Straks vertrek ik naar Oostende om deel te nemen voor Informatie aan Zee. Ben benieuwd of dit nog ter sprake komt.

En ik zou eigenlijk ook wel willen weten of er Nederlandse gemeenten (of bedrijfjes) zijn die een vergelijkbare service leveren. Dus als je voorbeelden kent, dan mag je die hieronder invullen.

Gerelateerd
Verklaring op eer of tussen je vingers door spugen

Plaatje: Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning in Mechelen. Door mij gefotografeerd in 2010.

dinsdag 9 juli 2013

Doe alsof je een data-dealer bent

Data Dealer lets you 'play god' with personal data. It's a browser game, 100% free to play and released under Creative Commons. Let's call it a bastard offspring of certain shiny 2010 Facebook Games and the 1990 TV simulation game Mad TV, reborn with the souls of South Park and Bruce Schneier. Or simply: PRISM. The Game.
Het is dus een soort Broken window in spelvorm. De demo is in ieder geval al erg verslavend.

Terwijl ik dit schrijf hebben ze nog een kleine $10.000 nodig om het spel volledig af te maken. En daar hebben ze nog iets meer dan één dag de tijd voor!

Gerelateerd
Gelezen: Jeffrey Deaver - The broken window
Cookies, marketing en privacy

dinsdag 4 juni 2013

Domain-awareness in New York

In bijna iedere aflevering van Flikken Maastricht maken de rechercheurs wel een keer gebruik van camera-beelden van de openbare weg om een zaak op te lossen. Via de Reportacam van Sargasso kun je zien hoeveel camera's er in heel Nederland hangen. In Maastricht en omgeving zijn het er ongeveer 85.
Maar het aantal zegt niet alles, veel interessanter is wat er met al die beelden gebeurt. En dan is New York een verontrustend voorbeeld, zoals blijkt uit Surveillance City van NOVA van de Amerikaanse PBS. In New York heeft de politie namelijk een "domain-awareness system":
This is one-of-a-kind in the world. When we think CCTV cameras, we think of London, which has by far the most cameras per square inch of any city in the world. However, they're not networked in a very cohesive way. What New York is trying to do is take the cameras that exist—soon to be 6,000 cameras—feeding in to the lower part of Broadway to a command center [and] into a system they call "domain awareness." What they have done in conjunction with Microsoft is build some software that does the looking for them. And it does any number of things. It scans every license plate that comes across the bridges and tunnels into lower Manhattan [and] checks it against the terror watch list. It has the ability to flag suspicious behavior.
Als iemand een tas wat te lang laat staan, geeft het systeem een signaal. Als je iemand met een rood t-shirt in de buurt van de New York Stock Exchange zoekt, kun je binnen 2 tellen iedereen met een rood shirt zien lopen, in real-time en tot maximaal dertig dagen geleden.

Tja, hoe veilig wil je zijn?

Gerelateerd
De toezicht-catalogus


Plaatje: Big Brother... Obey van Peter Kreder

donderdag 30 mei 2013

Het archief van de vrouw van de gouverneur

Jenny Sanford was tot begin 2010 getrouwd met Mark Sanford, de gouverneur van South Carolina. In 2009 scheidden ze van tafel en bed omdat hij met zijn vriendinnetje naar Argentinië was gevlogen en zes dagen onvindbaar was. Tot zover niets bijzonders, maar...
Een paar weken geleden bleek dat mevrouw Sanford haar hele persoonlijke archief heeft gedoneerd aan de bibliotheek van de College of Charleston.
In a recent interview, Jenny Sanford said she was moving last August and needed to downsize. “I was either going to donate them to someone who could use them, or throw them out. ”
She said she thought the materials would be especially useful to researchers interested in election campaigns. While married, she ran her husband's congressional and gubernatorial campaigns. They never lost an election.
Taken together, the materials provide a front-seat view of one of South Carolina's most dynamic political couples. Some materials are surprisingly personal and include a wedding album and emails the Sanfords sent each other in April 2009 about their unraveling marriage. They divorced later that year after Mark Sanford's public confession that he secretly left the state to visit his now-fiancee, Maria Belen Chapur, in Argentina.
The collection also contains thousands of letters, cards and emails that friends and strangers sent Jenny Sanford after the affair came to light. Many congratulated her for not standing by her husband during the news conference. Scores also wrote that they too had husbands and wives who were unfaithful. One suggested she move to Minnesota because of its good schools and wholesome values. During her book tour, a person handed her a voodoo doll with a note that said, “Don't get mad, get even.”
Nou vind ik het al apart dat het persoonlijke archief van "de vrouw van..." geacquireerd wordt, maar wat ik nog verbazingwekkender vind: het hele archief is volledig openbaar!
Some of the most revealing materials are notebooks of Jenny's from between 2004 and 2010, when her husband was governor. They're simple spiral notebooks that a college student might use, but inside are extensive notes that Jenny made about legislative battles and other issues.
On one page, she diagrammed a state of the state speech. On another she wrote about efforts to privatize Santee Cooper. “Santee Cooper — competitive process needed for study so no future questions arise re competitiveness of bid … Marshall wants to call number of banks and get proposals in writing.”
She scribbled notes to call Jon Lerner, a Washington, D.C., political consultant, and comments about some of her husband's bruising battles with the Legislature. In one, she apparently paraphrased a quote from powerful state Sen. Hugh Leatherman, R-Florence: “Leatherman — 'here b/f sanford, will remain after ms, ms will be footprints in the sand.' ”
Dat kunnen wij ons hier toch nauwelijks voorstellen.

Uit de inventaris blijkt trouwens dat er nog meer bijzondere dingen in het archief zitten, bijvoorbeeld een sieraard dat een cadeautje was van Fidel Castro en het voodoo-popje op de foto hierboven. In dit foto-album zie je nog meer foto's van delen van het archief.

Gerelateerd
De waarde van literaire archieven
Het e-depot van Beyoncé
Isn't our American democracy amazing

Plaatje: After Mark confessed to having an affair, a friend named Donnie sent a voodoo doll to Jenny. Jenny Sanford Collection, courtesy of College of Charleston Special Collections Department

vrijdag 12 april 2013

Wat gebeurt met jouw Google-account als je dood bent?

Gisteren presenteerde Google de Inactive Account Manager
Not many of us like thinking about death — especially our own. But making plans for what happens after you’re gone is really important for the people you leave behind. So today, we’re launching a new feature that makes it easy to tell Google what you want done with your digital assets when you die or can no longer use your account.
The feature is called Inactive Account Manager — not a great name, we know — and you’ll find it on your Google Account settings page. You can tell us what to do with your Gmail messages and data from several other Google services if your account becomes inactive for any reason.
Het werkt redelijk simpel:
  1. You specify a waiting period of inactivity for three, six, nine or twelve months.
  2. You specify your wishes in the form of contacts to notify, contacts to receive access to your data or a directive to delete your account data.
  3. One month before the waiting period is almost over, Google contacts you via email or text message.
  4. If you do not respond the waiting period expires and your wishes are carried out.
Google’s tool allows you specific control of what happens to the data for each of your Google products. You can specify up to ten contacts to receive a copy of your data once you’re gone and select the specific products they gain access to. For example, you might send your Gmail data to your wife, but choose to send your YouTube data to a business partner. Once notified, your contacts then have three months to download your data.
Je kunt zeggen van Google wat je wil, maar het bedrijf is wel de eerste grote speler die dit mogelijk maakt.
Al is het natuurlijk nog de vraag of het ook echt werkt als het zover is...

Gerelateerd
Digitale dingen na de dood
Wat gebeurt met je data als je dood bent?

vrijdag 5 april 2013

"Vergeten, hoe zou ik jou kunnen vergeten" Over Europese privacy


Begin vorig jaar schreef ik over het voorstel van eurocommissaris Reding dat burgers het recht geeft om te worden vergeten. In januari publiceerde de rapporteur van het Europees Parlement de amendementen die hij voorstelt en op dit moment vind behandeling in Europa plaats. (Ik schrijf dat bewust zo vaag, omdat ik er maar niet in slaag om voor mezelf helder te krijgen hoe het in Brussel zijn werk gaat.)
De voorstellen van de commissie waren al ingewikkeld voor archieven, maar de voorgestelde wijzigingen  van de rapporteur maken het nog moeilijker. Ik heb begin dit jaar de problematische voorstellen even op een rijtje gezet.

Gisteren zag ik dat de Eerste Kamer vorige maand vragen aan de minister gesteld heeft naar aanleiding van het voorstel:
Op 19 maart 2013 hebben de commissies I&A/JBZ en V&J een brief gestuurd aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie met vragen over de voorstellen bescherming persoonsgegevens. Hierin bepleiten de commissies onder meer dat Nederland zich inspant om de ontwerpverordening en de ontwerprichtlijn als pakket te blijven behandelen, ook nu het geluid klinkt dat de nieuwe richtlijn geen draagvlak zou hebben in de Raad. Andere onderdelen van de brief hebben betrekking op de vraag of de publieke sector extra ruimte voor gegevensverwerking moet krijgen, op informatieverstrekking aan betrokken burgers over gegevensverwerkingen en op het recht van burgers op een kopie van de persoonsgegevens die worden verwerkt. Ten slotte bevat de brief vragen over de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen (met name de Verenigde Staten), de opslag van data in de Cloud en de vaststelling van gedelegeerde regelgeving door de Europese Commissie.
En ik zag gisteren een tweetal tweets van Eric Ketelaar, waaruit bleek dat de Europese nationale archivarissen zich ook grote zorgen maken:

En gisteren zag ik ook nog bij BRAIN dat de Franse archivarissen-organisatie een petitie begonnen is.
Samen met de KVAN proberen wij momenteel aandacht te krijgen bij o.a. leden van het Europese Parlement om hen te wijzen op onbedoelde, schadelijke neveneffecten van de verordening-in-wording. Deze behelzen onder andere de voorwaarden dat personen in kwestie toestemming moeten geven voor de verwerking van hun persoonsgegevens, en dat persoonsgegevens uitsluitend nog geanonimiseerd of gepseudonimiseerd gebruikt mogen worden. Die voorwaarden zijn onhoudbaar voor de papieren archieven die archiefinstellingen beheren en maken deze daardoor in een klap waardeloos voor onderzoekers.
De volledige tekst van de Franse petitie maakt duidelijk waar de problemen zitten:
To keep big Internet corporations (Google, Facebook etc...) from retaining and using our personal data, the European commission and European parliament are ready to rush through a radical solution for the spring of 2013 : a regulation that will compel public and private organisations to destroy or anonymize such data once the purpose for which they were created and gathered is achieved. The Commission wants to ensure a right to oblivion for European people that guarantees respect for privacy.
This regulation will focus on personal data in every format, paper or electronic. It will be implemented immediately and will prevail over national existing legislations and regulations.
Did you recently graduate? Schools or universities will destroy your file. Did you sell your real estate property ? The land registry office will destroy every trace of your property. Are you no longer employed ? The organisation you worked for will delete every bit of information related to you. Do not count on public organisations or your employer, you will be the only one responsible for your own personal data.
It is obvious that the re-use of personal data unbeknown to citizens and for commercial purposes, all this easily facilitated by new technologies, must be fought by every means, but systematic destruction or anonymization of data to avoid any trouble is like throwing the baby out with the bathwater. Rather than reinforcing a secured preservation and a controlled access to our heritage, compliant with individual liberties, Europe will impose a collective amnesia for our own good.
Collecting and preserving personal data for patrimonial or legal purposes beyond the needs leading to their creation, ensuring access to information while protecting privacy is the privilege of democracies, which have had strict legislation in this domain for a very long time.
Europe must not forbid data preservation, but on the contrary ensure their protection and controlled access. It must ensure citizens that sufficient technical, financial and human resources, including the presence of skilled professionals will be granted to manage data properly.
To avoid a decision with irreparable consequences, we ask the European commission to adjourn the adoption of this regulation and debate it in depth.
De petitie kun je hier vinden en tekenen.
Misschien helpt het...

Gerelateerd
Recht om te worden vergeten

donderdag 4 april 2013

Veertig jaar gsm: weg privacy


Gisteren precies veertig jaar geleden belde Martin Cooper van Motorola terwijl hij over straat liep met zijn collega-concurrent Joel Engel van Bell Labs. Cooper was daarmee waarschijnlijk de eerste mobiele beller. De Redactie beschreef naar aanleiding van dit jubileum enkele gevolgen van dit eerste telefoontje.

Voorspelbaarheid
Ze verwijzen onder andere naar Limits of Predictability in Human Mobility (pdf) waarvan de conclusie luidt:
By measuring the entropy of each individual’s trajectory,we find a 93% potential predictability in user mobility across the whole user base.Despite the significant differences in the travel patterns, we find a remarkable lack of variability in predictability,which is largely independent of the distance users cover on a regular basis.
Of zoals De Redactie vertaalt:
De wetenschappers konden de berg gegevens in een algoritme gieten, met een ongelofelijk resultaat. Van elk individu kan je voorspellen waar hij pakweg over vijf weken op vrijdagnamiddag zal zijn, of over zeven maanden op woensdagochtend. De zekerheid waarmee ze dat kunnen voorspellen, kan oplopen tot liefst 93 procent. En nooit valt die zekerheid terug tot onder de 80 procent, nog steeds een duizelingwekkend hoog cijfer in wetenschappelijke termen.
Wat verbaast, zeggen de onderzoekers, is dat zelfs de meest onvoorspelbare mens eigenlijk nog extreem voorspelbaar is. Uit gelijkaardige onderzoeken blijkt ook dat het weinig uitmaakt of je in de stad of op het platteland woont, en dat de cijfers gelijkaardig zijn voor de week en voor het weekend. "Straf, gezien de menselijke hang naar spontaniteit en onvoorspelbaarheid", schrijven analisten.
Herkenbaarheid
Maar er is meer.
Uit een artikel in Nature blijkt dat vier geo-referentiepunten genoeg zijn om iemand te identificeren:
We study fifteen months of human mobility data for one and a half million individuals and find that human mobility traces are highly unique. In fact, in a dataset where the location of an individual is specified hourly, and with a spatial resolution equal to that given by the carrier's antennas, four spatio-temporal points are enough to uniquely identify 95% of the individuals.
Weer in de woorden van De Redactie:
Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology en van de Belgische Université catholique de Louvain (UCL)  hebben 15 maanden lang de mobiele gegevens van 1,5 miljoen mensen geanalyseerd. Ze toetsten de gegevens aan "spatiotemporele punten", zeg maar het tijdstip waarop een gsm-mast vaststelt dat u in de buurt bent.
Als je 4 van die punten kent, valt met liefst 95% zekerheid te zeggen om wie het gaat. Zelfs als je slechts 2 van die punten kent, is de identiteit nog steeds met 50% zekerheid vast te leggen. Want het mobiliteitspatroon dat elke mens aflegt, is blijkbaar uniek.
De "geografische vingerafdruk" is overigens nog unieker dan de echte vingerafdruk, want om die vast te leggen en toe te schrijven aan een persoon, heb je twaalf punten op de vingertop nodig.
Veertig of vijfenzeventig?
Het is trouwens nogal de vraag of dat gesprek in 1973 nu echt via de eerste mobiele telefoon was.
Het filmpje hierboven dateert blijkbaar uit 1938 en een van die dames zou mobiel aan het bellen zijn met haar baas, die - niet op de film - naast haar loopt.
Het clipje verscheen vorig jaar rond deze tijd op Youtube, het zou dus net zo goed een grap kunnen zijn.

Gerelateerd
Privacy op je telefoon
Het vrijheidsdoosje van Moglen
Mobiele telefoons zijn Stalins droom

vrijdag 29 maart 2013

De privacy van een dood zestienjarig meisje

Gisteren vond de eerste zitting plaats van de rechtszaak tegen Jasper S., die verdacht wordt van de moord op Marianne Vaatstra. Omrop Fryslan wilde zoveel mogelijk van de rechtszaak, inclusief de verklaringen van de verdachte opnemen en (live) uitzenden. De rechtbank verbiedt dat echter:
Centraal in het onderzoek ter terechtzitting staat de schending van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer Marianne Vaatstra, waarbij ook de intieme plaatsen van haar lichaam onderwerp van bespreking zullen moeten zijn. Marianne was ten tijde van het delict een meisje van 16 jaar. Er mag van worden uitgegaan dat meisjes van die leeftijd zich ten diepste generen wanneer zij feiten betreffende de voorgenoemde schending van hun lichamelijke integriteit, via audiovisuele middelen zouden moeten delen met een groot publiek. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat dit voor Marianne anders zou zijn geweest. De audiovisuele media zijn vele malen indringender dan berichtgeving door de schrijvende pers, nog daargelaten het risico van verspreiding via het internet. De voorzitter ziet hierin aanleiding om uit respect voor het overleden slachtoffer te voorkomen wat Marianne met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zelf niet gewild zou hebben.
Eerlijk gezegd vind ik die argumentatie begrijpelijk, maar toch ook ietwat problematisch.
Ik kan me namelijk niet voorstellen dat er vrouwen zijn - van welke leeftijd dan ook - die zich niet "ten diepste" zouden generen als de "intieme plaatsen van haar lichaam onderwerp van bespreking" zijn.

Overigens had de rechtbank nog een ander argument om opname en uitzending niet toe te staan: de verdachte had aangegeven dat hij dan geen woord zou zeggen:
Door het zwijgen van de verdachte wordt het proces van de waarheidsvinding verstoord. Het belang van de waarheidsvinding dient zwaarder te wegen dan het belang van de audiovisuele openbaarheid.
Hoe dan ook, in dit geval lijkt er ook weer sprake te zijn van privacy voor een overledene.

Gerelateerd
Geen obductie ivm privacy na de dood
De privacy van de doden #archivecamp
Privacy na de dood
Persoonlijke levenssfeer van overledenen

Plaatje: Foto ANP / Aloys Oosterwijk