maandag 28 oktober 2013

Mijn weekend: #TreeskesQuiz en Eendsje Kwek

Leuke dingen gedaan, dit weekend. Zaterdagmiddag was de eerste, en nu al legendarische - editie van de TreeskesQuiz Live en gistermiddag zagen we de Maastrichtse vertaling van Alfred J. Kwak.

TreeskesQuiz Live
Een paar maanden geleden heb ik al eens geschreven over de TreeskesQuiz die op dit moment meer dan honderd Meerssenaren via Twitter spelen. De regels zijn simpel: iemand maakt een foto van "iets" in Meerssen en zet die op Twitter. Degene die als eerste raad wat op de foto staat, is als volgende aan de beurt om een foto te publiceren. Enzovoort enzovoort.
Gisteren vond de eerste "live" versie plaats bij Café Bo op de Markt in Meerssen. Vijf teams van vier of vijf mensen moesten in vijf ronden vragen beantwoorden over Groot Meerssen. De vragen varieerden van Hoe heette de Joodse familie die in de Tweede Wereldoorlog bijna helemaal helemaal uitgemoord werd? (Seligman) tot Wat kocht je bij Café Cals voor 25 cent? (Een Chocotop-ijsje)
En van Hoe heet het sportterrein in Bunde waar de hockeyvereniging en de voetbalclub spelen?" (Heiveld) tot Noem zoveel mogelijk voormalige cafés uit het centrum van Meerssen? (Dat zijn er verbazingwekkend veel!)
Tussendoor werden vijf fotorondes gespeeld, waarbij een deelnemer van ieder team moest raden waar de foto genomen was. Daarvoor werd de "high tech Anlage" op de foto hierboven gebruikt. De foto's waren thematisch geordend: oude TreeskesQuiz-foto's, foto's van vroeger, logo's van Meerssense bedrijven, openbare kunst en cafédeuren.
En die cafédeuren hebben ons team genekt. Marco, Adrie, Fee en ik werden uiteindelijk tweede, achter het onverslaanbare team van Micha, Theo, Hans en Gerry. Maar dat mocht de pret verder niet drukken. Het was een heel geslaagde, heel gezellige middag, die Christian, Bart, Henry, Nicole en Nicole georganiseerd hadden. Wonen in Meerssen is toch wel heel leuk hoor...

Eendsje Kwek
In 1976 bedacht Herman van Veen een musical over Alfred J. Kwak en in 1978 werd een opname van een voorstelling in Den Haag op LP uitgebracht. Die plaat heb ik vroeger grijs gedraaid en sinds een paar jaar hebben we ook een cd-versie die we toen T en M jonger waren ook heel vaak gedraaid hebben.
Gisteren hebben we met mijn vader en het gezin van mijn "stiefzusje" de prachtige Maastrichtse versie gezien.

De vertaling was prachtig, met enkele knappe Maastrichtse vondsten, de jeugdharmonie van "de Greun" uit Wolder speelde heel mooi en Rob Meurders vertelde het bijna zo mooi als Herman op de plaat.
De volledige Nederlandstalige tekst van de musical vind je hier. Een volledige opname heb ik online nog niet gevonden, behalve deze Duitse versie op Spotify.

Gerelateerd
Treeskesquiz

vrijdag 25 oktober 2013

Over data, wereldhegemonie, China en Google

Interessante uitspraken van Stéphane Grumbach van INRIA in de NRC van gisteren:
Twee jaar is de Fransman nu terug uit China, waar hij acht jaar werkte. Hij is de klap nauwelijks te boven. In een café in Lyon legt hij uit waarom het Europa dat hij bij terugkeer aantrof, op datagebied gedomineerd wordt door Amerika: „Wij zijn naïef. Terwijl wij aan Facebook denken in termen van ‘cool’ of ‘niet cool’, veranderen data de wereld in recordtempo. De VS hebben zich volop in die race gestort, China ook. Zij gebruiken daarvoor vehikels als Google, Twitter, Facebook, enzovoort. Dit zijn systemen, geen gadgets, om data te vergaren, zoals je een boor gebruikt om olie te winnen. Wie deze systemen heeft, en ze dominant weet te maken, wint de slag om de data. Die zal heersen.”
Moet Europa anders gaan denken over data?
„Ja. Wij zaniken, omdat onze data steeds gestolen worden. Maar het is onze eigen schuld. Google heeft in Europa een marktaandeel van ruim 90 procent. In Frankrijk is het 92 procent, in China was het vorig jaar 16 procent en dit jaar 4 procent. Google weet meer over Franse burgers dan INSEE, het nationale onderzoeksinstituut. Zolang wij geen eigen zoekmachines hebben en onze data opslaan in Amerikaanse systemen, moeten we niet verbaasd zijn dat zij de hand leggen op die data.”
Ook al hebben we afspraken met de Amerikanen over dataprotectie?
„Is het niet altijd zo dat degene die de macht heeft, ook de regels bepaalt?”
Begrijpen de VS ons niet meer?
„Zij weten waar ze heen willen. De hegemonie van dataslurpers als Google of Yahoo dient één doel: machtig blijven in de wereld. China weet ook waar het heen wil. Deze landen spreken een andere taal dan Europa. Voor ons gaat dit nog over privacy. Voor hen is dat compleet passé. Zij kijken naar ons zoals wij naar Griekenland kijken. We tellen niet meer mee.”
Is onderhandelen met de VS zinloos?
„Als een koloniaal met zijn kolonie aan tafel gaat zitten, wat voor discussie krijg je dan? In het beste geval luistert de koloniaal. Maar de relatie is scheef. Hij doet er niets mee. Europa kan niet zeggen: ‘We gebruiken onze eigen zoekmachines wel’. Die hebben we niet. Europa had moeten doen wat China deed: Amerikaanse systemen kopiëren. Toen dat begon, woonde ik in China. Alles bubbelde van de creativiteit. Als Europeanen over China praten, hebben ze het vaak over censuur en dissidenten. Maar de meeste Chinezen hebben daar weinig last van. Ze gaan hun gang. Nogmaals: Google heeft in China 4 procent marktaandeel. Chinese zoekmachines worden alsmaar sterker.”
Google wordt toch tegengewerkt?
„Ja. Europeanen denken dat China dat doet om zijn burgers te controleren. Maar China wil vooral voorkomen dat Amerika Chinese burgers controleert. Als Europa hetzelfde had gedaan, hadden we nu minder geklaagd over privacyverlies.”
Het hele artikel kun je hier lezen (als je goede ogen hebt).

Plaatje: 18.5 Big Brother van Bernard Polet

woensdag 23 oktober 2013

Verlaat opnieuw de gevangenis zonder te betalen

Vorig jaar schreef ik ook al over veroordeelden die met behulp van vervalste papieren de gevangenis uitliepen. Tot mijn verbazing gebeurde het afgelopen maand weer:
In September 1998, Jenkins killed Roscoe Pugh Jr. during a home-invasion robbery attempt.
Six months later, Cedric Slater was gunned down on an Orlando street corner -- shot dead, a jury determined, by Walker.
Both killers were convicted and sentenced to life behind bars without the possibility of parole within two years of their crime. While it's not known whether they knew each other, they were at the same prison in North Carrabelle in Florida's Panhandle.
Jenkins left there on September 27, and Walker left on October 8, according to authorities. They had motions indicating the sentences had been reduced as well as court orders granting the request. Investigators later discovered these documents were forged.
The legal-looking documents contained bogus reproductions of several key players' signatures, including those of the Orlando-area State Attorney Jeffrey Ashton or the assistant state attorney and Judge Belvin Perry. They bore the seal of the Orange County clerk of court's office.
Opmerkelijk hierbij is de verklaring die rechter Perry aan CNN geeft voor het gebruik van zijn handtekening:
Perry told CNN his signature is easy to find online on documents related to the high-profile trial of Casey Anthony. Anthony was acquitted in the death of her 2-year-old daughter, Caylee.
Dat is dus een van de redenen waarom het CPB hier zegt dat documenten waar handtekeningen opstaan, niet online gezet mogen worden.

Volgens CNN is hier trouwens sprake van een "cottage industry", die al minstens een andere ontsnapping en verschillende andere pogingen daartoe tot gevolg had.
"We know today of five other instances" in which Florida convicts used forged documents in an attempt to shave some time off their sentences, said Jerry Bailey, commissioner of the Florida Department of Law Enforcement. State officials have been investigating the issue for about a year and had warned prosecutors about the schemes over the summer, he said.
"We have a confidential source that has advised us that there was a cottage industry, if you will," Bailey said. "An individual was able to construct these documents for $8,000."
Ondertussen zijn de twee ontsnapte moordenaars weer opgepakt en heeft rechter Perry verordonneerd dat de gevangenissen iedere keer contact met zijn kantoor op moeten nemen als iemand op basis van een door hem getekend document vrijuit mag gaan.

Gerelateerd
Verlaat de gevangenis zonder betalen

Plaatje: Get out of jail free van Dave Schumaker

maandag 21 oktober 2013

Een opslagmedium dat de mensheid overleeft


Vorige week promoveerde Jeroen de Vries in Enschede op de ontwikkeling van een informatiedrager die miljoenen jaren mee kan gaan:
Er is een aantal scenario’s te bedenken waarom we informatie voor lange tijd willen opslaan. “Een scenario is dat een ramp de aarde heeft verwoest en de maatschappij de wereld weer opnieuw moet opbouwen. Een ander scenario zou kunnen zijn dat we een soort nalatenschap creëren voor toekomstige intelligenties die op aarde evolueren of afkomstig zijn van andere werelden. Je moet dan al snel denken aan archiefopslag van één miljoen tot één miljard jaar”, aldus onderzoeker De Vries.
Optische informatiedrager
De Vries ontwikkelde een optische informatiedrager die informatie voor extreem lange periodes kan opslaan, waarin elke bit wordt weggeschreven door etstechnieken. Als informatiedrager is gekozen voor een wafer, bestaande uit wolfraam ingekapseld door siliciumnitride. Er is gekozen voor Wolfraam omdat dit extreme temperaturen kan weerstaan.
Zoals je in het filmpje hierboven kunt zien, kun je probleemloos een eitje bakken op het schijfje en kun je het plaatje ook gewoon op de barbecue leggen. Top!
Maar, zoals je in het filmpje ook kunt zien, heb je helemaal niets aan de informatie die op het schijfje geëtst wordt:
Een QR-code is in het wolfraam geëtst (zie afbeelding) en wordt beschermd door het nitride. Elke pixel van de grote QR-code bevat een kleinere QR-code met hierin weer verschillende informatie opgeslagen. “In principe kunnen we op de disk alles opslaan wat we de moeite waard vinden om te bewaren: bijvoorbeeld een digitale afbeelding van de Mona Lisa."
Maar Jeroen, ik ken helemaal niemand die uit zijn hoofd die enorme QR-codes kan ontcijferen die op die affiches op het station hangen. Dus hoe zou de laatste mens op Aarde, die over een miljoen jaar, moe, koud en hongerig in een oude mergelgroeve in de Sint Pietersberg zit, die microscopisch-kleine QR-codes moeten ontcijferen? En zou hij niet heel teleurgesteld zijn, als het dan ook nog blijkt te gaan om een plaatje van een vaag glimlachende vrouw?
Er zijn vast wel toepassingen te bedenken voor je Wolfraam-plaatje, maar het op deze manier opslaan van informatie om die oneindig te bewaren, lijkt me zinloos.

Datzelfde geldt in grote lijnen trouwens voor het 5D Superman geheugenkristal. Het is heel knap dat we de informatie nu op deze manier opgeslagen krijgen, maar of we die er over een miljoen jaar ook weer uit krijgen is zeer de vraag.
Ik bedoel, we snappen de schijf van Phaistos, die hierboven staat en waarschijnlijk amper 4.000 jaar oud is, ook al niet meer!

De enige drie manieren om informatie voor extreem lange tijd bruikbaar en begrijpelijk te houden zijn gebruiken, gebruiken en gebruiken.
Mocht je die informatie toch ergens voor extreem lange tijd willen opslaan, dan lijkt het me essentieel dat hij met zo min mogelijk "hulpmiddelen" leesbaar is. En dan heb ik toch meer vertrouwen in de Rosetta-schijf van Long Now.
The Rosetta Disk fits in the palm of your hand, yet it contains over 13,000 pages of information on over 1,500 human languages. The pages are microscopically etched and then electroformed in solid nickel, a process that raises the text very slightly - about 100 nanometers - off of the surface of the disk. Each page is only 400 microns across - about the width of 5 human hairs - and can be read through a microscope at 650X as clearly as you would from print in a book. Individual pages are visible at a much lower magnification of 100X.
Of aan het Digital Optical Technology System (DOTS), waar ik eerder ook al eens over schreef.
Bij die twee oplossingen heb je aan een flinke loep genoeg.

Gerelateerd
Documentaire over het Rosetta-project
Een bibliotheek om de beschaving te reconstrueren

woensdag 16 oktober 2013

28 december 1986, zo maar een dag?

Gisteren daagde Kate Theimer haar lezers weer eens uit, deze keer op verzoek van Gene Weingarten (nooit van gehoord). Deze Weingarten gaat een boek schrijven over 28 december 1986, zomaar een dag:
I am writing a book about a single day in American history, a date I chose at random by drawing numbers out of a hat. My working thesis is that life is an endless, fascinating drama, and that if one digs deeply enough into any single day – the basic, irreducible unit of human existence – one will come up with a rich and textured story with interlacing, universal themes.   The publisher is Penguin, and the book (tentatively titled “One Day”) is scheduled for release in 2016.
That’s my random day, above. It’s the Sunday between Christmas and New Years in the year of Challenger and Chernobyl.  To help build this book, I’m hoping to borrow your skills, your experience, your resources, your intuition . . . and your generosity.
So far, I’ve found many interesting, dramatic events from December 28th, 1986: lurid murders, celebrity deaths (John D. MacDonald, for example), devastating accidents, advances in technology, and so forth.  But mostly these have been matters that somehow found their way into the news or other easily searchable public records, or turns up in a Google hit when searching the date.  What I am seeking now are more elusive stories, harder-to-find events and anecdotes from private lives that had intense meaning or resonance within those lives, or were portentous of larger events to come.   Or other sorts of events – within the business world, or in the military, for example – that didn’t make the news.
So, what, in particular, would be of value?  Someone celebrating her 12th birthday on that day would be of no particular interest to me.  But someone who celebrated her 12th birthday on that day, got her first microscope as a present, and would go on to become a successful cancer researcher  ….  very possibly.  The book will be anchored on The Day, but will have the advantage of being able to be contextualized, by looking forward (and backward) in time.  One of the best stories I have so far – and one of the few that takes place on a very private scale – involves a mid-30s couple who met on that day, while on dates with other people.   The following day, they had their first date.  The day after that, they announced to a room full of people that they were engaged.  The day after that, they moved in together.  A stunning, stupid tale of impetuosity …. except they’re still married and adorably in love.
I am asking you for help in finding good stories, in whatever way you can.  In return, I can offer you public gratitude: acknowledgement of your efforts in my book, and publicity for the good work you do.
Please communicate with me (all correspondence will be treated as private and privileged) at gene.weingarten@washpost.com, or by phone at 240-994-2362.
In dit geval gaat het Weingarten specifiek om Amerikaanse gebeurtenissen, dus ik denk niet dat Nederlanders en Nederlandse archieven veel kunnen bijdragen.

Maar het uitgangspunt vind ik wel heel intrigerend.

Stel dat er ook Nederlandse gebeurtenissen mee mochten doen, zouden we dan veel vinden in de Nederlandse archieven? Zijn die zodanig goed ontsloten dat we op datum kunnen zoeken? (Ik denk het niet.) Of kennen de Nederlandse archivarissen hun archieven zo goed dat ze dat zo weten? (Ik denk het ook niet.)

Dit project doet me trouwens een beetje denken aan het fascinerende Geboren in 1809, van het Regionaal Archief Tilburg:
In het jaar 1809 zijn in totaal 338 personen in Tilburg geboren. De beroemdste Tilburger uit 1809 is (tot nu toe) Peerke Donders. Van hem is veel bekend, van de overige Tilburgers erg weinig. Het doel van ‘Geboren in 1809’ is om van alle 338 Tilburgers die in 1809 geboren zijn, de levensloop en levensverhaal boven tafel te krijgen: hoe oud zijn ze geworden, zijn ze getrouwd en met wie, hoeveel kinderen hebben ze gekregen, zijn ze wel of niet naar school geweest, welk beroepen hebben ze gehad, hoeveel zijn er in Tilburg blijven wonen, etc. Kortom: informatie verzamelen over beroepen, loopbanen, gezinssamenstelling, migratiepatronen en (an)alfabetisme van Tilburgers in de 19e eeuw.
Zouden we een wiki over 28 december 1986 (of een willekeurige andere recente datum) kunnen maken en vullen? Ben heel benieuwd wat we zouden vinden.

En mocht je nu al bijzondere dingen over 28 december 1986 weten, dan mag je die hieronder ook wel kwijt hoor...

dinsdag 15 oktober 2013

Vrouwen, computers en het wonder van Amsterdam

Drie programmeurs van MIRACLE
Begin deze maand schreef Rose Eveleth op het weblog van het Smithonian over de rol van vrouwen in de computergeschiedenis. Zij verwees hierbij naar een publicatie van Brenda D. Fink van twee jaar geleden, naar aanleiding van een boek van Nathan Ensmenger. Hij concludeerde onder andere dat het in de beginjaren van de computerbouw vooral vrouwen waren die de computers programmeerden:
As historian Nathan Ensmenger explained to a Stanford audience, as late as the 1960s many people perceived computer programming as a natural career choice for savvy young women. Even the trend-spotters at Cosmopolitan Magazine urged their fashionable female readership to consider careers in programming. In an article titled “The Computer Girls,” the magazine described the field as offering better job opportunities for women than many other professional careers. As computer scientist Dr. Grace Hopper told a reporter, programming was “just like planning a dinner. You have to plan ahead and schedule everything so that it’s ready when you need it…. Women are ‘naturals’ at computer programming.” James Adams, the director of education for the Association for Computing Machinery, agreed: “I don’t know of any other field, outside of teaching, where there’s as much opportunity for a woman.” 
Voor iemand die ook maar een beetje thuis is in de (Nederlandse) computergeschiedenis, is dit geen verrassend nieuws. In haar boek Alles moest nog worden uitgevonden, besteed Cordula Rooyendijk ruim aandacht aan de eerste "rekenaarsters". Helaas bestaat de website die bij het boek hoort niet meer. The Internet Archive heeft wel een kopie, maar daarin zijn jammer genoeg niet alle plaatjes meegenomen. (Nog vervelender is dat ik mijn exemplaar van het boek niet kan vinden. Dat zal ik wel aan iemand uitgeleend hebben...)
Wat ik me uit het boek kan herinneren is dat het inderdaad vooral vrouwen waren die de enorme computers programmeerden en aan het geluid van de machines konden horen of het goed ging of niet. Die computers vulden een hele kamer en een ander detail dat me bijstaat, is dat de vrouwen ook hun ondergoed te drogen hingen "in" de computers.
De "binnenkant" van de MIRACLE
Op de bovenste foto zie je drie vrouwen de eerste "commerciële" computer in Nederland bedienen. Het was een Ferranti Mark 1 die Shell in 1953 in gebruik nam onder de naam MIRACLE. Dit acroniem stond voor "Mokums Industrial Research Automatic Calculator for Laboratory and Engineering". Later werd dit gekscherend veranderd in "May It Replace All Chaotic Laboratory Experiments".
De blonde vrouw in het midden op de foto is Lidy Zweers - De Ronde, zij was een van de eerste programmeurs van Nederland. Haar zoon, Onno Zweers, heeft de afgelopen jaren allerlei informatie over MIRACLE en zijn moeder online gezet, inclusief de foto's die je hier zit. Maar je vindt daar ook de transcriptie van een interview met Lidy Zweers over het werken met MIRACLE:
- En hoe zag dat ding eruit, die computer?
De computer zag eruit als een zaal met allemaal kasten. Waanzinnig idioot eigenlijk. Als je deurtjes opendeed dan zag je allemaal kleine frutseldingetjes. Twee technici waren geacht dat in orde te houden voor ons, maar daar mankeerde wel eens wat aan. Dan moest eraan gesleuteld worden en dan konden we er niet meer mee werken.
Maar de berekeningen die wij vroeger met de hand deden - en dat waren hoofdzakelijk statistische berekeningen om meer duidelijkheid te krijgen over de proeven die in het laboratorium werden genomen - die waren soms zeer tijdrovend. Ze dachten: dat is natuurlijk geweldig als een computer dat zo snel kan.
De eerste drie van onze afdeling mochten op cursus in Engeland. Die kwamen terug en waren laaiend enthousiast. Wij mochten dat ook leren en intussen waren er rekenaarsters bijgekomen. Ik had de leiding over de rekenaarsters.
- Waarom waren dat allemaal vrouwen?
Dat weet ik niet.
- Gewoon toeval?
Ik denk dat het toeval is. Het waren vrouwen die duidelijk een wiskunde-aanleg hadden. Ze hadden allemaal HBS-B gedaan. Ik had middelbaar wiskunde gedaan, K1 heette dat toen, vergelijkbaar met MO-A tegenwoordig. Dat is een tweedegraads bevoegdheid om les te geven op middelbare scholen - waar ik niet voor voelde. Dus ik vond dit leuk. 
Instructiekaart voor de Ferranti Mark 1, met de codes voor de ponstapes

Interessant is nu dat Zweers ook citaten uit contemporaine kranten over de in gebruik name van MIRACLE verzameld heeft. Zo schreef Shell zelf, in een intern blaadje:
"VOLDOET MEN aan deze eisen, dan kan de kunst van het programmeren in minder dan twee weken geleerd worden.Een psychologische test hoeft men niet te doorstaan."
En zo kom ik weer bij het onderzoek van Ensmenger, die beschrijft hoe na verloop van tijd programmeren meer en meer een "mannelijk" beroep werd en de vrouwen achter de computers uitgejaagd werden:
In 1967, despite the optimistic tone of Cosmopolitan’s “Computer Girls” article, the programming profession was already becoming masculinized. Male computer programmers sought to increase the prestige of their field, through creating professional associations, through erecting educational requirements for programming careers, and through discouraging the hiring of women. Increasingly, computer industry ad campaigns linked women staffers to human error and inefficiency.
[...]
At the same time, new hiring tools—including tools that were seemingly objective—had the unintended result of making the programming profession harder for women to enter.  Eager to identify talented individuals to train as computer programmers, employers relied on aptitude tests to make hiring decisions. With their focus on mathematical puzzle-solving, the tests may have favored men, who were more likely to take math classes in school. More critically, the tests were widely compromised and their answers were available for study through all-male networks such as college fraternities and Elks lodges.
According to Ensmenger, a second type of test, the personality profile, was even more slanted to male applicants. Based on a series of preference questions, these tests sought to indentify job applicants who were the ideal programming “type.” According to test developers, successful programmers had most of the same personality traits as other white-collar professionals. The important distinction, however, was that programmers displayed “disinterest in people” and that they disliked “activities involving close personal interaction.” It is these personality profiles, says Ensmenger, that originated our modern stereotype of the anti-social computer geek. 
Gerelateerd
Digital Dark Age
40 jaar geleden bedacht: de Xerox Alto
ENIAC in 1946 en het internet in 1969

vrijdag 11 oktober 2013

Dood of levend?

Van de wereld verdwijnen om je problemen te ontvluchten, kan jaren later nog grotere problemen opleveren.
In september 2011 verscheen in Duitsland plots een "bosjongen". Hij zei dat hij vijf jaar met zijn vader in het bos had geleefd en dat zijn vader daar ook gestorven was. Een jaar later bleek dat hij helemaal niet in het bos was opgegroeid, maar was weggelopen van huis. De Enschedese jongen is een paar weken geleden door de Duitse rechter veroordeeld tot een werkstraf wegens bedrog.

Maar nog grotere problemen heeft Donald Miller Jr.
Hij verdween halverwege de jaren tachtig van de aardbol, omdat hij zijn baan verloren had en aan de drank geraakt was. In 1994 werd Miller daarop dood verklaard.
Een jaar of acht geleden verscheen Miller opeens weer. Hij bleek niet dood en wilde een rijbewijs aanvragen en zijn social security number weer in gebruik nemen. Dat blijkt echter niet zo simpel, want de rechter heeft nu gezegd dat hij voor de wet nog altijd dood is:
Donald Miller Jr. went to court this week to ask a county judge to reverse a 1994 ruling that declared him legally dead after he had vanished from his home eight years earlier. But the judge turned down his request, citing a three-year time limit for changing a death ruling.
Hancock County Probate Court Judge Allan Davis called it a "strange, strange situation."
"We've got the obvious here. A man sitting in the courtroom, he appears to be in good health," said Davis, who told Miller the three-year limit was clear.
"I don't know where that leaves you, but you're still deceased as far as the law is concerned," the judge said.
Pijnlijk detail is nog dat Millers ex-vrouw liever zag dat hij dood bleef. Zij is bang dat ze alle verzekeringsgelden die ze uitgekeerd heeft gekregen, nu terug moet betalen.

Gerelateerd
Monique Jacobse krijgt haar identiteit terug
Drie keer gestorven, vijf jaar cel
Dood is een kruisje
Over leven en dood

donderdag 10 oktober 2013

De bijl van mijn opa

Willem I, Koning der Nederlanden,
geschilderd door Joseph Paelinck
Naar aanleiding van het "nieuws" dat de koningsmantel van Willem Alexander helemaal niet dezelfde mantel was als die waar Willem I in gekroond werd, moest ik denken aan de uitdrukking "my grandfather's axe" die ik laatst ergens las. 
Eerst even over die mantel en het berichtje in Parool waar ik hier boven naar verwijs. Dat bleek eigenlijk oud nieuws. De NRC schreef op 28 april 2013 al uitgebreid over de "niet-authentieke" mantel, op basis van een artikel van Dieuwke Grijpma uit De Volkskrant van 18 maart 2013. De NRC vat dat artikel als volgt samen:
Zij gaf in dat stuk een zeer gedetailleerde geschiedenis van de koningsmantel en wat blijkt? De "belangrijke" aanpassingen waar de RVD over sprak waren wel iets ingrijpender dan je zou denken.
Zo werd in 1948 een volledig nieuwe mantel gemaakt voor de inhuldiging van Juliana omdat het hermelijn uit de oorspronkelijke mantel vergaan was. De goudgeborduurde leeuwen van het origineel had de Zwitserse couturier Edwin Dolder op de nieuwe mantel gezet en ook had hij een klein deel van het hermelijn kunnen hergebruiken. Maar feit is dat de koningsmantel uit 1815 in 1948 werd vervangen door een gloednieuw exemplaar.
Aan de nieuwe mantel moesten in 1980 opnieuw ingrijpende aanpassingen worden gedaan door Theresia Vreugdenhil (1929-2012), de couturier van Beatrix. Omdat Juliana de mantel in een loden kistje van 30 bij 50 centimeter had bewaard, was de jas "ongelooflijk gekreukt" en had het rode fluweel afgegeven op het hermelijn, aldus Grijpma. Als oplossing werd de nieuwe mantel gerestaureerd met bont uit de hermelijnen cape van Elly Brenninkmeijer-Maurer, echtgenote van de topman van C&A.
En toen moest ik du aan de bijl van mijn opa denken. Daarvan is de steel de afgelopen jaren drie keer vervangen en de kop twee keer. Maar het is nog steeds de bijl van mijn opa.
Dat is trouwens een "moderne" variant op de klassieke paradox over het Schip van Theseus, zoals Plutarchus dat beschreef. Ik citeer even de Engelse vertaling:
The ship wherein Theseus and the youth of Athens returned had thirty oars, and was preserved by the Athenians down even to the time of Demetrius Phalereus, for they took away the old planks as they decayed, putting in new and stronger timber in their place, insomuch that this ship became a standing example among the philosophers, for the logical question of things that grow; one side holding that the ship remained the same, and the other contending that it was not the same. 
En dat brengt me weer op oudere berichten, bijvoorbeeld over de renovatie van een beeld in Rome en De toekomst van het verleden. Stille schrijft in zijn hoofdstuk over China en Japan niet alleen over de Ise-schrijn (die dit jaar trouwens voor de 62te keer weer opgebouwd is). Hij schrijft ook dat bijvoorbeeld in China al die oude gebouwen constant "onderhouden" worden, waardoor in bijvoorbeeld de Verboden Stad in Peking, nog maar heel weinig "echt" oude ornamenten te vinden zijn.

En wij hebben nu dus een oude, maar misschien toch niet meer authentieke koningsmantel.

De link met digitale archivering en het plaatje hieronder, dat ik van Remco Verdegem heb geleend, moeten jullie zelf maar even leggen.

Gerelateerd
Berlusconi, China en authenticiteit
Authenticiteit?

NB: naar aanleiding van een tweet van Chido op 11 oktober het woord misschien toegevoegd aan de voorlaatste zin.

woensdag 9 oktober 2013

Tijd in perspectief

Humans are good at a lot of things, but putting time in perspective is not one of them.  It's not our fault—the spans of time in human history, and even more so in natural history, are so vast compared to the span of our life and recent history that it's almost impossible to get a handle on it.  If the Earth formed at midnight and the present moment is the next midnight, 24 hours later, modern humans have been around since 11:59:59pm—1 second.  And if human history itself spans 24 hours from one midnight to the next, 14 minutes represents the time since Christ.
In een poging om het verloop van tijd wat in perspectief te zetten, hebben ze bij Wait but why? onderstaande tijdbalken gemaakt.

Gerelateerd

maandag 7 oktober 2013

Interbestuurlijk toezicht in Noord-Brabant


Geert Mennen, onze IBT-trainee, heeft bovenstaand filmpje laten maken over interbestuurlijk toezicht en de Wet Revitalisering Generiek Toezicht.
Ik vind het een leuk filmpje. Het enige waar ik over struikelde was het zinnetje: Er zijn nog twee video's over interbestuurlijk toezicht, met daarbij twee videobanden als illustratie!

Meer informatie over het interbestuurlijk toezicht in Noord-Brabant vind je hier

zaterdag 5 oktober 2013

Burgerlijke Stand in het Archievenblad

Onderstaande tekst verscheen in het Archievenblad van oktober 2013 en is van de hand van Floortje Tuinstra van het Utrechts Archief. (En hiermee is de laatste zin van de leader meteen ongedaan gemaakt...)

In eerste instantie lijkt het bijna overbodig om Ingmar Koch, interbestuurlijk toezichthouder archieven in Noord-Brabant, te interviewen. Veel van het 'leven en werken' van deze bekende verschijning op Archief 2.0 is natuurlijk op internet te vinden.
Hoogste tijd voor de onbelichte kanten.'Alles wat u altijd had willen weten over Ingmar Koch, maar nooit door google gevonden werd.'

Tot afgelopen jaar besloeg je werkgebied als interbestuurlijk toezichthouder behalve Noord-Brabant ook Limburg. Dan ben je dicht bij je roots gebleven. Althans, linked-in en schoolbank.nl verraden een schooljeugd in Ulestraten en Meerssen. Kom je uit een echte Limburgse familie?
In de douche bij oma, 1975
Ach, echt Limburgse familie... Ik ben geboren in Ulestraten en heb daar ook tot mijn achttiende gewoond. Mijn moeder komt uit Meerssen, mijn vader uit Maastricht en het Limburgs dialect waar ik in ben opgevoed is mijn "interne dialoog-taal".
Als kind heb ik ook vol overgave carnaval gevierd, vooral omdat mijn ouders dat heel fanatiek deden.
In die zin ben ik wel "echt" Limburgs. Maar aan de andere kant heb ik ook vanaf het moment dat duidelijk werd dat ik zou gaan studeren, besloten dat ik dat in Amsterdam, zou gaan doen. Dat is een heel "on-Limburgs" besluit. Van mijn eindexamenjaar gingen maar zes of zeven mensen naar Amsterdam. De meesten gingen naar Nijmegen, Eindhoven en Maastricht. Daarnaast heb ik een hekel aan het Calimero-gevoel dat je vaak in Zuid-Limburg tegen komt.
Dat ik nu weer in Meerssen woon, is meer toeval dan opzet. Hanneke, mijn vrouw heeft een tijdje in Rotterdam gestudeerd, maar moest in haar derde jaar stoppen vanwege haar gezondheid. Ze is toen weer bij haar ouders gaan wonen. Naderhand kreeg ze een baan bij de gemeente Meerssen en zo zijn we daar blijven hangen. Niet dat ik eigenlijk ergens anders zou willen wonen. We hebben het hier erg naar onze zin en ik vind het eigenlijk ook wel leuk dat de vroegere buurman van mijn oma "Daag jong" tegen me zegt als ik hem op straat tegen kom.

Zijn er in je prille jeugd al enige aanwijzingen voor een latere carrière op het terrein van procesgebonden informatie? Wat deed je het liefste in je vrije tijd?
Nee, in mijn jeugd wees niets er op dat ik in de archieven terecht zou komen. Ik had geen grote verzamelneigingen, al heb ik wel een hele tijd van die sinaasappelpapiertjes gespaard. En nu ik erover nadenk, ik ontdekte toen al snel dat je aan de nummers op de papiertjes kon zien van welke producent de sinaasappels afkomstig waren. Ik heb dat nummer toen ook gebruikt om de papiertjes te ordenen. Ik kwam de klappers laatst nog tegen bij mijn moeder op zolder en zag dat ik zelfs op de computer een index had gemaakt.
Halverwege de jaren tachtig op de computer van mijn vader gemaakte index op mijn
verzameling sinaasappelpapiertjes

Een paar sinaasappelpapiertjes van Moro. Die kunnen in deze tijd echt niet meer.
Verder deed ik de normale kinderdingen: buiten spelen, binnen spelen en een beetje sporten. Ik heb getennist en een paar jaar gevoetbald. Wat ik wel veel deed was lezen, lezen, lezen. Dat was ook de reden om Nederlandse taal- en letterkunde aan de VU te gaan studeren: gelegitimeerd vijf jaar lang lezen en over literatuur praten.
In mijn derde jaar kwam Wium van Zyl van de Universiteit van Wes-Kaapland enkele gastcolleges verzorgen over moderne Afrikaanse literatuur. Die man was zo aardig en die boeken vond ik zo bijzonder dat ik toen besloten heb dat ik een half jaar in Zuid-Afrika wilde studeren. Uiteindelijk heb ik toen van juli tot en met december 1997 in Stellenbosch gewoond. Ik volgde colleges bij de vakgroep Afrikaans-Nederlandse Letterkunde van de Universiteit van Stellenbosch en deed onderzoek naar een Nederlandse rederijkerskamer in Kaapstad aan het eind van de negentiende eeuw. Hierover heb ik eerder ook al eens een Archiefervaring geschreven.
In 1996 bij Kaap de Goede Hoop
Je hoort tot de eerste lichting studenten die de Archiefschool ‘Nieuwe Stijl’ in Amsterdam is gaan volgen. Wat heeft je op het idee gebracht om dat te gaan doen? Hoe waren die eerste jaren? Had je een pioniersgevoel?
De tijd in Zuid-Afrika heeft me in zoverre gevormd, dat ik voor het onderzoek naar die rederijkers in allerlei archieven terecht kwam. Nadat ik mijn studie Nederlands had afgerond, wist ik eigenlijk niet wat ik moest gaan doen. Mijn vakkenpakket was helemaal niet praktisch, doordat ik alleen maar letterkunde-vakken had gedaan en ook nog een "historische" scriptie had geschreven. Ik kon voor de klas gaan staan, maar dat zag ik niet zo zitten. Niet omdat ik het lesgeven niet leuk vond - integendeel, tijdens een snuffelstage op mijn oude middelbare school had ik gemerkt dat me dat wel beviel. Ik zag vooral op tegen alle rompslomp die docenten naast het lesgeven moeten doen.
Tijdens het onderzoek voor mijn scriptie zei een vriendin van me, dat de Archiefschool misschien wel interessant voor me zou zijn. Uiteindelijk heb ik me toen aan de UvA ingeschreven bij wat toen nog Boek-, archief- en informatiewetenschap heette.
Ik zat toen in de tweede lichting van de nieuwe opleiding en dat was inderdaad pionieren. De opleiding was - naar mijn idee - van het ene op het andere moment overgegaan van een 90% praktische opleiding, naar een 99% theoretische opleiding. We zaten daar met mensen die eigenlijk nog nooit een archief gezien hadden, maar kregen wel in een van de eerste colleges het record keeping system van Bearman voor de kiezen. Verder was het organisatorisch een beetje een zootje. Dat lag deels aan de UvA en deels aan de onervarenheid van de mensen van de Archiefschool.
Uiteindelijk is het allemaal wel goed gekomen, vooral doordat wij regelmatig bij Hans Scheurkogel ons beklag gingen doen. En ik herinner me ook dat ik eens een keer nogal ongenuanceerd mijn hart heb gelucht tegen Theo Thomassen en dat ik er pas een dag later achter kwam dat hij de directeur van de Archiefschool was en dus het een en ander over de opleiding te zeggen had.

Hoe ben je de inspectie ingerold?
Gewoon, door te solliciteren.
Op inspectie
In 1999, toen ik nog Archiefwetenschap studeerde ben ik als consultant begonnen bij Van Bilsen Consultancy. De eerste anderhalf jaar ben ik toen alleen maar bezig geweest met modern archiefbeheer: ik heb bij zeker dertig gemeenten cursussen gegeven over het inrichten van hun post- en archiefsysteem, heb bij een Kamer van Koophandel meegewerkt aan het “papieronafhankelijk werken” en ben jarenlang applicatiebeheerder geweest bij een groot energiebedrijf. Dat zijn voor mij heel waardevolle jaren geweest. Op deze manier kon ik de (theoretische) dingen die ik in Amsterdam leerde, meteen relateren aan de dagelijkse praktijk bij kleine en grotere organisaties.
Na een jaar of zes bij VBC gewerkt te hebben, zag ik een advertentie voor de provinciale archiefinspectie in Noord-Brabant. Ik had tot dat moment eigenlijk helemaal niet zo’n helder beeld van wat de archiefinspectie allemaal deed, maar heb gesolliciteerd en werd aangenomen.

Wat zie jij als je belangrijkste wapenfeiten bij de inspectie?
Ach, mijn belangrijkste wapenfeiten, dat klinkt zo opschepperig. Toch zijn er dingen waar ik wel trots op ben dat ik daar een belangrijke bijdrage aan heb geleverd. Laat ik er twee noemen:
  • De beleidsregel vervanging archiefbescheiden die we in 2007 vanuit de archiefinspectie in Den Bosch hebben opgesteld. Toen ik bij de inspectie begon vond ik het vreemd dat wij tegelijkertijd zeiden dat digitale archiefstukken digitaal bewaard moesten blijven en dat papieren documenten niet door digitale reproducties vervangen mochten worden, omdat we geen vertrouwen hadden in digitale opslag. Wij hebben toen als eerste provincie een beleidsregel vastgesteld met daar in de eisen die wij aan (digitaal) vervangen stellen. Ondertussen is de beleidsregel vervallen ten gevolge van de laatste wijziging van de Archiefregeling en inhoudelijk valt er ook wel het een en ander op onze beleidsregel af te dingen, maar ik ben ervan overtuigd dat we door onze nek uit te steken een belangrijke stap vooruit hebben gezet.
  • Ook op mijn bijdrage aan Eisen Duurzaam Digitaal Depot (ED3) ben ik trots. Net als bij de beleidsregel over vervanging was dit pionieren. Iedereen had het destijds over e-depots en hoe ingewikkeld het was om die te bouwen. Vanuit het LOPAI hebben we toen die “eisen” op papier gezet. Ook op ED3 valt allerlei commentaar te leveren (en dat hebben we destijds ook gekregen hoor), maar het heeft in ieder geval wel duidelijk gemaakt dat een e-depot niet enkel een verzameling servers en software is.
Samen met collega Jorien Weterings voor het “planbord” van de Archiefinspectie
We kunnen jou rustig bestempelen als een Archivaris 2.0. Dat kun je nog lang niet van elke archivaris in het land zeggen. Hoe komt dat denk je? Zie je (wel) een ontwikkeling?
Ik weet niet precies wat dat is, een Archivaris 2.0. Als je naar Archief 2.0 kijkt, dan zie je daar grofweg twee stromingen. Aan de ene kant heb je Christian en Luud, die bezig zijn met het “opener” maken van archiefdiensten. Zij zijn vooral geïnteresseerd in manieren waarop de archivaris gebruik kan maken van de moderne (digitale) hulpmiddelen om archiefgebruikers te bereiken, van dienst te zijn en een actieve rol te geven.  Daarbij gaat het dan om zaken als chatten via de website, gebruikers archiefbeschrijvingen laten aanvullen of corrigeren en crowdsourcingsprojecten.
Ik behoor tot de tweede stroming, die meer geïnteresseerd is in de manier waarop we al die social media-uitingen gaan bewaren. Als je naar mijn oudste bijdragen op Archief 2.0 kijkt, dan gaan die ook daarover: hoe bewaar je tweets? Wat als je een hele website wil archiveren? Is de Facebook-pagina van de provincie ook archief?
Een van mijn stokpaardjes is dat de meeste mensen, ook archivarissen en DIV-ers, nog altijd denken in A4-tjes. Archiefstukken zijn in dat perspectief alleen ouderwetse “documenten”, met een begin en een eind, een huisstijl en een formele opsteller. Maar dat uitgangspunt klopte vroeger al niet (zoals Peter Horsman eens zei: de maquettes van VOC-schepen in het Rijksmuseum behoren eigenlijk in het Nationaal Archief thuis) en klopt nu al helemaal niet meer.
Als archief “procesgebonden informatie” is en is opgemaakt of ontvangen door een overheidsorgaan, dan hoort daar alle informatie onder die door de overheid gecreëerd wordt bij de uitvoering van zijn taken. Dus dan maken ook webpagina’s, filmpjes, tweets, Facebook-updates of WhatsApp-berichten deel uit van het archief. Misschien hoeven ze maar heel kort bewaard te worden, misschien heel lang, maar er zal iets mee moeten gebeuren.
Bij mijn weten zijn er in Nederland maar heel weinig overheidsorganisaties die hier een consistente kijk op en een duurzame oplossing voor hebben. Wat dat betreft kijk ik altijd vol bewondering naar het FelixArchief in Antwerpen. Wil je de eerste website van de stad Antwerpen zien? Je kunt hem downloaden via hun website. Net als bijvoorbeeld e-mailberichten van verschillende schepenen. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar hebben ze niet alleen de verkiezingswebsites van de kandidaten en partijen gearchiveerd. Ook de Youtube- of Vimeo-filmpjes, Google Maps-toepassingen, Facebook-pagina’s en zelfs een echte verkiezings-app zijn in het digitaal depot opgenomen en beschikbaar.

Hoe slaag je erin je werk en de daaraan gerelateerde ‘hobbies’ met je gezin te combineren?
Op 29 januari 2005 getrouwd met Hanneke
Ik vind dat soort vragen altijd lastig te beantwoorden, omdat ik het niet zo bijzonder vind wat ik doe. Maar ik snap wel dat mensen zich afvragen hoe ik al die bordjes omhoog hou. Een deel van het antwoord zit in organisatie en structuur. Doordat Hanneke heel beperkt was in haar doen en laten, hadden wij een heel gestructureerd leven: op tijd eten, op tijd naar bed, geen gekke uitstapjes in de weekends en heel veel hulp van familie en vrienden. Alles bij elkaar leverde mij dat heel wat tijd op om bijvoorbeeld stukjes te schrijven en artikelen te lezen en te becommentariëren.
Sinds iets meer dan een jaar is Hanneke eindelijk beter. Dat kwam vooral doordat iemand in de gaten had wat er echt aan de hand was en wist dat medicijnen zouden helpen. Een van de – leuke – gevolgen van het genezen van Hanneke is dat wij de organisatie en structuur van het huishouden wat makkelijker los kunnen laten. We kunnen meer leuke dingen samen doen, met zijn tweeën, met zijn vieren, maar ook apart van elkaar. En ik heb nog altijd heel veel tijd om te doen wat ik doe.
Tijdens onze laatste vakantie in Zeeland
Wat ben je momenteel aan het lezen en wat vind je er van?
Op dit moment lees ik Die Frau aus Flandern. Eine Liebe im Dritten Reich van Claudia Seifert. Het is een beetje een a-typisch boek voor mij, maar ik zag het een paar weken geleden in een boekhandel in Aken staan en heb het gekocht.
Seifert beschrijft hoe ze een paar jaar geleden via-via een koffer met oude foto’s en brieven krijgt van een mevrouw die zonder erfgenamen in een bejaardenhuis is gestorven. In het boek reconstrueert Seifert het leven van de vrouw: ze heette Adrianan van den Eynde, was in 1913 in Antwerpen geboren en werkte in de Tweede Wereldoorlog voor een fabriek van Daimler-Benz. Eerst werkte ze in Antwerpen, later in Neusalz an der Oder (het tegenwoordige Nowa Sól in Polen). Na de oorlog trouwde ze met een Duitser en keerde niet meer terug naar Antwerpen.
Ik vind een paar dingen bijzonder aan het boek. Het beschrijft het gewone leven van mensen die in de oorlog bezig zijn met overleven en door toevalligheden (en de liefde) aan “de verkeerde kant” terecht komen. Ook het Duitse perspectief op dwangarbeiders en het gewone leven in een bezet land vind ik interessant. En tenslotte zit er natuurlijk ook een archiefkant aan. Het leven van Adriana wordt gereconstrueerd op basis van de papieren in de koffer, maar ook op basis van onderzoek in het Stadsarchief Antwerpen.

Wat zie je als je belangrijkste uitdaging in de komende vijf jaar?
Wat ik zorgwekkend vind, is dat ik de indruk heb dat er bij de DIV-afdelingen van organisaties, steeds minder “archivarissen” komen. Daarmee bedoel ik niet zozeer mensen met een diploma archivistiek (al lijken dat er ook steeds minder te worden), maar eerder dat DIV-verantwoordelijken niet weten wat een archiefstuk is en wat een archiefstuk uniek maakt ten opzichte van andere informatie. Ik ben bang dat de overheid zich in de toekomst steeds minder zal kunnen verantwoorden. Verantwoordingsinformatie zit steeds minder in traditionele documenten en steeds meer in complexe database-systemen. En in veel gevallen zijn die vooral ingericht op “actualiteit” en niet op wat ik “historiciteit” noem. Je kunt wel de huidige situatie zien, maar niet hoe de situatie er een week, een maand, een jaar of tien jaar geleden eruit zag. En dan heb je dus geen archief meer.

Burgerlijke Stand
Naam: Ingmar Jacobus Hubertina Koch
Geboortedatum: 12 februari 1974
Huwelijk: Getrouwd met Hanneke, twee kinderen Tren (9) en Max (6)
Opleidingen: Nederlandse Taal- en Letterkunde (VU), Archiefwetenschap (UvA)
Functies: Consultant bij VBC, medewerker provinciale archiefinspectie & informatieadviseur bij Provincie Noord-Brabant
Hobby's: lezen en toch ook wel bloggen

vrijdag 4 oktober 2013

Archiefprobleem in Groningen

Gisteren schreef het Dagblad van het Noorden over de problemen die de provincie Groningen heeft met de invoering van een nieuw zaaksysteem. Van het berichtje wordt je op zich niet veel wijzer, maar de brief (pdf) die Gedeputeerde Staten 18 september naar PS hebben gestuurd is overduidelijk:
Ter informatie delen wij u mee dat besloten is te stoppen met de invoering van het zaaksysteem en geven wij aan hoe wij hieraan een vervolg willen geven.
Bovenstaand besluit is genomen op basis van een combinatie van factoren:
  • Tijdens een uitgevoerde pilot bleek dat het nieuwe zaaksysteem onvoldoende gebruikersvriendelijk is, bovendien worden er veel handelingen van de medewerkers gevraagd wat tot een verhoging van de werkdruk leidt;
  • Gebreken inzake Informatiebeveiliging /Audit/Logging: In het nieuwe zaaksysteem wordt alle essentiële informatie van de provincie Groningen verwerkt en opgeslagen. De informatieveiligheid/beveiliging is dan ook van groot belang. Het nieuwe zaaksysteem bleek niet aan de gestelde eisen rondom beveiliging te voldoen. Hierdoor liep de provincie onacceptabele risico's betreffende Integriteit, beschikbaarheid, authenticiteit en vertrouwelijkheid van gegevens, waardoor de zorgplicht van de provincie in gevaar zou komen.
  • Aanhoudende zorgen over de leverancier inzake de planningen voor de opleveringen van het nieuwe zaaksysteem, waardoor het invoeringstraject moeilijk planbaar was.
  • De invoering van zaakgericht werken blijkt eén langdurig en ingrijpend proces te zijn, de overgang naar het nieuwe zaaksysteem bleek een te grote stap in dit proces;
Vooral dat tweede bolletje lijkt me voor de leverancier een groot probleem om weg te werken. Misschien niet qua techniek, maar in ieder geval qua beeldvorming.
Voor de provincie Groningen betekent het grotendeels dat ze weer terug zijn bij af en verder blijven werken met hun Filenet-oplossing. Heel vervelend allemaal.

Gerelateerd
Provincie Limburg: Forensische quick scan Aristoteles


Plaatje: Groningen De Toekomst van Roel Wijnants

donderdag 3 oktober 2013

De informatiemaatschappij van 2023 #info2023

Gisteren was ik bij De informatiemaatschappij van 2023, het ondertussen bijna traditionele "feestje" van het lectoraat Digital Archiving van Geert-Jan van Bussel. Heb je iets gemist, als je er niet bij was? Hmm, moeilijke vraag. Ik ben geneigd om "Ja en nee" te antwoorden.
Op het programma stonden zes sprekers en een afsluitend debat. De zes sprekers waren heel divers en waren alle zes goede sprekers. Niemand stotterde, niemand las te volle sheets voor, iedereen gebruikte plaatjes en filmpjes en ze waren alle zes ook wel humoristisch op sommige momenten.
Waarom ik toch niet enthousiast kan zeggen dat je er geweest had moeten zijn, ligt een beetje aan wat die mensen vertelden. De opdracht die Van Bussel aan zijn sprekers had meegegeven was om te beschrijven hoe de informatiemaatschappij er over 10 jaar uit zou zien. (Ik geloof dat hij zelfs de titels van de presentaties had "voorgeschreven"). Maar eigenlijk beschreven de meeste sprekers de wereld van nu en extrapoleerden ze - een beetje - naar hoe het er over tien jaar uit zou kunnen zien.
En daarbij moest ik denken aan een passage uit de sectoranalyses van de Raad voor Cultuur van een tijdje geleden (en dat was een citaat uit de Coachingskalender 2011):
Mensen overschatten wat er in de komende drie jaar zal veranderen en onderschatten wat er in de komende tien jaar zal veranderen.
Terwijl verschillende sprekers dit impliciet aangaven door tien terug in de tijd te gaan om aan te geven dat er heel veel verandert in tien jaar, was er eigenlijk niemand die het aandurfde om iets radicaal anders te schetsen dan we nu al zien gebeuren.
Laat me aan de hand van de eerste drie sprekers uitleggen wat ik bedoel.
Michiel Schwarz heeft samen met Joost Elffers een manifest geschreven over Sustainism. Niemand weet precies wat het is, maar het gebeurt nu en het is de opvolging van het modernisme. Iets met driehoeken, delen is het nieuwe hebben en lokalisme. En dat zal over tien jaar allemaal nog belangrijker zijn.

Lokke Moerel werkt oa als informatiebeveiliging en privacy-jurist bij een van de grote Amsterdamse Zuidas-advocatenbureau en is hoogleraar Global ICT law. Zij wilde eigenlijk te veel vertellen waardoor ze misschien wel te weinig vertelde. Ze raakte even de privacy-richtlijnen van de EU aan, maar ook niet meer dan dat. Ze sprak heel even over de cookiewetgeving.
Ze memoreerde een interessante Amerikaanse zaak, waarbij een vrouw haar arts aanklaagde wegens "lekken." Vlak nadat ze bij hem was geweest en met hem het gebruik van een bepaald medicijn had besproken, kreeg ze van de producent van precies dat medicijn een reclamefolder in de bus! Uiteindelijk bleek dat de arts niet gelekt had, maar dat de medicijnenfabrikant met behulp van profiling en data-analyse tot de conclusie was gekomen dat deze vrouw wel eens tot de risicogroep voor deze specifieke ziekte kon behoren. Creepy, maar het speelt in het hier en nu.
Vergelijk dat eens met Corpus delicti van Juli Zeh, waarin een wereld wordt beschreven waarin de overheid van op afstand de gezondheid en leefwijze van alle burgers in de gaten houdt. Door alle lifelogging-apparaten is niet eens zo ondenkbaar dat dit in 2023 mogelijk is. Maar wat betekent dat voor het zelfbeschikkingsrecht van volwassen burgers?
Een ander onderwerp dat zij, maar ook Schwarz en later Theo Huibers kort aanstipten is de zogenaamde "technologische singulariteit"
Toevallig stond gisteren in de NRC een ingezonden stuk van René Munnik naar aanleiding van de tv-serie Real humans. Een citaat:
Hoofdpersoon Hans krijgt bij de beeldschone huishoud-hubot Anita de software voor enkele erotische functionaliteiten meegeleverd. Stel dat hij die installeerde en door zijn vrouw met Anita in bed werd betrapt. Hoe zou hij zich dan moeten voelen? Zou hij zich moeten schamen vanwege de zelfvernedering, zoals een man die stoeit met een opblaaspop? Of zou hij zich schuldig moeten voelen voor zijn ontrouw omdat hij overspel pleegt?Bij de hubots uit Real Humans wordt dat bijna onbeslisbaar en denk je eerder aan overspel. Maar kun je wel vreemdgaan met een apparaat? Dergelijke vragen roept de serie op, doordat een situatie wordt verbeeld die herkenbaar is, maar waarin de grens tussen mens en machine sterk vervaagd is. Zodoende houdt Real Humans de technocultuur een spiegel voor. Want hubots bestaan weliswaar (nog) niet, maar die vervaging is er al wel.
Ik heb ook geen idee of dit over tien jaar al realiteit is, maar vanuit ethisch en juridisch perspectief zou ik denken dat je wel 40 minuten kunt volpraten over de consequenties van het samensmelten van mens en machine.

Menno Thijssen kreeg veertig minuten de kans om uit te leggen dat het onderwijs met allerlei nieuwe apps en tablets op een nieuwe manier kon gaan lesgeven. Helaas kwam hij ook niet veel verder dan het beschrijven van de programmaatjes die zijn bedrijfje nu maakt of wil maken. Hoe ziet het er dan uit op zo'n basisschool in 2023? Wat wordt de rol van docenten? Dat is wat ik eigenlijk interessanter vind. In die zin waren de Top Technology Trends in het onderwijs die Steven Ronsijn tijdens Informatie aan Zee presenteerde visionairder.

Maar goed, als deze zes mensen deze presentaties niet hadden gegeven, had ik waarschijnlijk weer niet alle verbanden gelegd tussen dingen die ik al wist.

Aan het eind van de dag kregen alle deelnemers een kloeke congresbundel, waarin van de meeste sprekers en nog een stel niet-sprekers een artikel staat. Ik heb er nog nauwelijks iets uit gelezen, dus kan daar niets over zeggen.
Maar, de afwezigen hadden sowieso ongelijk, omdat er heel veel interessante mensen in het gehoor zaten. Het was wat dat betreft een geslaagde bijpraat-bijeenkomst. Voor mij nog aparter, omdat iemand zich speciaal aan mij kwam voorstellen, om me te zeggen dat hij dit weblog zo graag las en hoopte dat ik nog veel en vaak bleef publiceren. Heel bijzonder, bedankt Ton.

Dus overall: Geert-Jan het was een geslaagde dag. Dank je.

Gerelateerd
Corpus delicti - Juli Zeh
Sectoranalyse Raad voor Cultuur: archivaris = Calimero
Hoe de supermarkt weet wat je nodig hebt
Ik was aan zee #iaz2013
"Vergeten, hoe zou ik jou kunnen vergeten" Over Europese privacy

dinsdag 1 oktober 2013

Stop eens een Facebook-pagina in je archief

Het plaatje hierboven is een deel van de tijdlijn van de Facebook-pagina van de stad Antwerpen. Niet bijzonder, ware het niet dat dit screenshot niet van de "live"-pagina komt, maar van de gearchiveerde pagina uit het FelixArchief:
Momentopname van de Facebookpagina van de stad Antwerpen, vastgelegd op 12 augustus 2013. De volledige tijdlijn vanaf de ingebruikname van Facebook door de stad (1 april 2009) werd vastgelegd.
De pagina staat dus gewoon offline op mijn laptop (en mijn tablet)!

Natuurlijk, je kunt van alles zeggen over deze gearchiveerde pagina.
Bijvoorbeeld dat nu alleen de tijdlijn is vastgelegd. Zodra ik in de archiefversie op een bericht klik, kom ik automatisch op de live-versie terecht. Volgens mij staan dus niet alle elf de foto's van het welpje Nestor in het archief.
Of dat, zoals je hieronder ziet, bij de eerste berichten een relatieve datum staat, waardoor het een beetje puzzelen is om te achterhalen wanneer die berichten gepost zijn:
En ik weet ook niet zeker of dit nu wel mag binnen de Terms of Service van Facebook, maar hé...

Welke Nederlandse gemeente heeft zijn Facebook-pagina op deze manier gearchiveerd?
Of zijn twitter-stream?

Interessant wat dit betreft is ook het artikel Surf naar mij! Stem voor mij! van Filip Boudrez in de META van een paar maanden geleden. Uit de leader:
Een Hollander die in de Schelde wordt geduwd. Havenschepen en lijstduwer Marc Van Peel die zijn duwkracht in de verf zet door al telefonerend de deur van het stadhuis gesloten te houden. Een muzikaal zangersduo pakt uit met een campagnelied en wil van het Antwerpse burgemeesterschap een duobaan maken. Het lanceren van een heuse verkiezingsapp waar­mee de kiezer in de huid van de politieke kandidaat kruipt. Het zijn maar enkele voorbeelden van hoe partijen en kandidaten bij de recentste verkiezingen in hun campagnes het web en nieuwe technologieën gebruikten. Het stadsarchief Antwerpen archiveerde ze en nam ze op in het digitale depot waar ze duurzaam bewaard blijven voor de toekomst.
En opnemen in het depot is één, maar je kunt de archiefstukken daarna ook nog gewoon vanuit je luie stoel downloaden.

Het kan, jongens, het kan...

Gerelateerd
Archiveren 2.0 tijdens de KVAN-dagen
Twitter, crisis-communicatie en archieven
Een wethouder antwoordt via YouTube