dinsdag 15 oktober 2013

Vrouwen, computers en het wonder van Amsterdam

Drie programmeurs van MIRACLE
Begin deze maand schreef Rose Eveleth op het weblog van het Smithonian over de rol van vrouwen in de computergeschiedenis. Zij verwees hierbij naar een publicatie van Brenda D. Fink van twee jaar geleden, naar aanleiding van een boek van Nathan Ensmenger. Hij concludeerde onder andere dat het in de beginjaren van de computerbouw vooral vrouwen waren die de computers programmeerden:
As historian Nathan Ensmenger explained to a Stanford audience, as late as the 1960s many people perceived computer programming as a natural career choice for savvy young women. Even the trend-spotters at Cosmopolitan Magazine urged their fashionable female readership to consider careers in programming. In an article titled “The Computer Girls,” the magazine described the field as offering better job opportunities for women than many other professional careers. As computer scientist Dr. Grace Hopper told a reporter, programming was “just like planning a dinner. You have to plan ahead and schedule everything so that it’s ready when you need it…. Women are ‘naturals’ at computer programming.” James Adams, the director of education for the Association for Computing Machinery, agreed: “I don’t know of any other field, outside of teaching, where there’s as much opportunity for a woman.” 
Voor iemand die ook maar een beetje thuis is in de (Nederlandse) computergeschiedenis, is dit geen verrassend nieuws. In haar boek Alles moest nog worden uitgevonden, besteed Cordula Rooyendijk ruim aandacht aan de eerste "rekenaarsters". Helaas bestaat de website die bij het boek hoort niet meer. The Internet Archive heeft wel een kopie, maar daarin zijn jammer genoeg niet alle plaatjes meegenomen. (Nog vervelender is dat ik mijn exemplaar van het boek niet kan vinden. Dat zal ik wel aan iemand uitgeleend hebben...)
Wat ik me uit het boek kan herinneren is dat het inderdaad vooral vrouwen waren die de enorme computers programmeerden en aan het geluid van de machines konden horen of het goed ging of niet. Die computers vulden een hele kamer en een ander detail dat me bijstaat, is dat de vrouwen ook hun ondergoed te drogen hingen "in" de computers.
De "binnenkant" van de MIRACLE
Op de bovenste foto zie je drie vrouwen de eerste "commerciĆ«le" computer in Nederland bedienen. Het was een Ferranti Mark 1 die Shell in 1953 in gebruik nam onder de naam MIRACLE. Dit acroniem stond voor "Mokums Industrial Research Automatic Calculator for Laboratory and Engineering". Later werd dit gekscherend veranderd in "May It Replace All Chaotic Laboratory Experiments".
De blonde vrouw in het midden op de foto is Lidy Zweers - De Ronde, zij was een van de eerste programmeurs van Nederland. Haar zoon, Onno Zweers, heeft de afgelopen jaren allerlei informatie over MIRACLE en zijn moeder online gezet, inclusief de foto's die je hier zit. Maar je vindt daar ook de transcriptie van een interview met Lidy Zweers over het werken met MIRACLE:
- En hoe zag dat ding eruit, die computer?
De computer zag eruit als een zaal met allemaal kasten. Waanzinnig idioot eigenlijk. Als je deurtjes opendeed dan zag je allemaal kleine frutseldingetjes. Twee technici waren geacht dat in orde te houden voor ons, maar daar mankeerde wel eens wat aan. Dan moest eraan gesleuteld worden en dan konden we er niet meer mee werken.
Maar de berekeningen die wij vroeger met de hand deden - en dat waren hoofdzakelijk statistische berekeningen om meer duidelijkheid te krijgen over de proeven die in het laboratorium werden genomen - die waren soms zeer tijdrovend. Ze dachten: dat is natuurlijk geweldig als een computer dat zo snel kan.
De eerste drie van onze afdeling mochten op cursus in Engeland. Die kwamen terug en waren laaiend enthousiast. Wij mochten dat ook leren en intussen waren er rekenaarsters bijgekomen. Ik had de leiding over de rekenaarsters.
- Waarom waren dat allemaal vrouwen?
Dat weet ik niet.
- Gewoon toeval?
Ik denk dat het toeval is. Het waren vrouwen die duidelijk een wiskunde-aanleg hadden. Ze hadden allemaal HBS-B gedaan. Ik had middelbaar wiskunde gedaan, K1 heette dat toen, vergelijkbaar met MO-A tegenwoordig. Dat is een tweedegraads bevoegdheid om les te geven op middelbare scholen - waar ik niet voor voelde. Dus ik vond dit leuk. 
Instructiekaart voor de Ferranti Mark 1, met de codes voor de ponstapes

Interessant is nu dat Zweers ook citaten uit contemporaine kranten over de in gebruik name van MIRACLE verzameld heeft. Zo schreef Shell zelf, in een intern blaadje:
"VOLDOET MEN aan deze eisen, dan kan de kunst van het programmeren in minder dan twee weken geleerd worden.Een psychologische test hoeft men niet te doorstaan."
En zo kom ik weer bij het onderzoek van Ensmenger, die beschrijft hoe na verloop van tijd programmeren meer en meer een "mannelijk" beroep werd en de vrouwen achter de computers uitgejaagd werden:
In 1967, despite the optimistic tone of Cosmopolitan’s “Computer Girls” article, the programming profession was already becoming masculinized. Male computer programmers sought to increase the prestige of their field, through creating professional associations, through erecting educational requirements for programming careers, and through discouraging the hiring of women. Increasingly, computer industry ad campaigns linked women staffers to human error and inefficiency.
[...]
At the same time, new hiring tools—including tools that were seemingly objective—had the unintended result of making the programming profession harder for women to enter.  Eager to identify talented individuals to train as computer programmers, employers relied on aptitude tests to make hiring decisions. With their focus on mathematical puzzle-solving, the tests may have favored men, who were more likely to take math classes in school. More critically, the tests were widely compromised and their answers were available for study through all-male networks such as college fraternities and Elks lodges.
According to Ensmenger, a second type of test, the personality profile, was even more slanted to male applicants. Based on a series of preference questions, these tests sought to indentify job applicants who were the ideal programming “type.” According to test developers, successful programmers had most of the same personality traits as other white-collar professionals. The important distinction, however, was that programmers displayed “disinterest in people” and that they disliked “activities involving close personal interaction.” It is these personality profiles, says Ensmenger, that originated our modern stereotype of the anti-social computer geek. 
Gerelateerd
Digital Dark Age
40 jaar geleden bedacht: de Xerox Alto
ENIAC in 1946 en het internet in 1969

2 opmerkingen:

  1. Wow, mooi artikel! Ook nog geplaatst op de Ada Lovelace Day. Jammer dat er voor haar geen plaatsje in het artikel was, volgens sommige was zij de allereerste programmeur ooit :) http://en.wikipedia.org/wiki/Ada_Lovelace

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je Alex. Ik heb eerlijk gezegd geen seconde aan Ada Lovelace en haar dag gedacht. Dat is dus een mooi geval van synchroniciteit. Ook daarvoor bedankt.

      Verwijderen