zondag 30 december 2012

Lijstjestijd: De tien beste berichten uit 2012 (volgens mij dan)

In chronologische volgorde, de berichten van afgelopen jaar die ik het best geslaagd vind.

6 januari: Fusie van de KB en het NA
Staat ook hoog in het lijstje van meest bezochte berichten en nu ik het herlees, ben ik het daar ook wel mee eens.
 
1 februari: La vie sexuelle de l'archiviste
Over sex, porno, archieven en archivarissen. Ik heb trouwens nog altijd geen roman gevonden waarin een archivaris "het" ongegeneerd doet.

18 februari: Hoe de supermarkt weet wat je nodig hebt
Verontrustende ontwikkelingen bij de Amerikaanse supermarktketen Target: ze weten wanneer iemand zwanger is en kunnen daar op inspelen.

19 februari: KPI, perversiteit en de kikker
Als blogbericht niet zo geweldig, maar het rapport van de RMO was wel een eye-opener voor me.

10 mei: Postuum dopen en de archieven
Ach ja, de mormonen-discussie en de godsdienstwaanzin van atheïsten.

1 juni: Opslag wordt steeds goedkoper, dus laten we maar alles bewaren
Over de noodzaak van vernietiging van digitale archiefstukken. Hopelijk leidt dit tot een sessie tijdens KVAN13.

24 juli: Wat kijkt hij nou?
Het leukste van deze blog vind ik dat ik drie heel verschillende gebeurtenissen bij elkaar kon brengen: een treinreis in Nederland, een foto van onze vakantie in Engeland en een berichtje in de New York Times.

7 augustus: Certificaten, kwaliteit en toezicht
Ligt een beetje in het verlengde van de blog over het rapport van de RMO, want gaat over de vraag welke waarde je als toezichthouder moet hechten aan "onafhankelijke" certificaten van derden. In sommige gevallen bar weinig, bleek.

23 augustus: Vals of echt? De wampum bewijst het
Over de authenticiteit en bewijskracht van archiefstukken die niet binnen ons "moderne" referentiekader passen: kunnen geregen kraaltjes het bewijs van een eeuwenoud verdrag zijn?

14 december: Dood aan pdf
Blog waarin ik probeer duidelijk te maken waarom pdf NIET de oplossing voor alle digitale archiveringsvraagstukken is.

En als bonus:

17 mei: Plaatjes gooien
Niet per sé mijn favoriet, maar wel die van T.


Gerelateerd
Lijstjestijd: mijn beste berichten van 2010 (volgens mij dan)
Lijstjestijd: De tien beste berichten uit 2011 (volgens mij dan)

zaterdag 29 december 2012

De 10 meest bezochte berichten van 2012 #lijstjestijd

De laatste week van het jaar, dus de ondertussen traditionele lijstjes. Vandaag de tien meest bezochte berichten uit 2012.
Net als vorig jaar bestaat de top 5 van meest gelezen berichten in 2012 uit oudere berichten:

6 december 2010 - Kwaliteitscontrole, steekproeven en dan?
30 juli 2009 - Sclera pictogrammen

Bericht over de voorgenomen (en ondertussen weer "kaltgestelte") fusie van KB en NA. 

Met dank aan Brenno de Winter, die tijdens het SOD-congres "mijn" brief op het grote scherm projecteerde.

Een onderwerp waar ik het afgelopen jaar vaker over geschreven heb: hebben overledenen recht op privacy? En blijkbaar vonden meer mensen dat interessant.

Een van mijn pogingen iets te doen tegen de enorme voorliefde van Nederlandse informatiespecialisten voor PDF als ultiem en allesomvattend archiveringsformaat.

Frustratieblogs doen het goed in de kijkcijfers.

Uitgebreide post, met heel veel reacties, over de publicatie en reikwijdte van de aangepaste gemeentelijke selectielijst.

Een van de blogs over de voorgenomen wijzigingen van de Archiefwet.

Eerste blogbericht van het jaar. Het hoge bezoekersaantal zal wel veroorzaakt zijn door de nominatie voor de AKO-prijs en de winst van de F. Bordewijkprijs.

Nog een frustratieblog over een zinloos reisje naar Den Haag.

Gerelateerd

vrijdag 28 december 2012

Lijstjestijd: wat las ik in 2012

Mirja Clement
Boy Reading
Dit jaar heb ik maar 23 24* boeken gelezen en daarvan heb ik zes boeken met vijf sterren 'beloond': drie romans en drie (auto) biografische non-fictie boeken. Als ik het lijstje zo terug zie, dan hebben die laatste drie de meeste indruk op me gemaakt.
Krabbé beschrijft heel gedetailleerd het drama op de Columbine High School, waarbij hij heel uitgebreid gebruik maakt van dagboeken, spelscenario's en webpublicaties van de twee schieters.
In MetaMAUS beschrijft Spiegelman hoe zijn Maus-boeken tot stand zijn gekomen. Het interessante is dat hij aan de ene kant uitgebreid in gaat op de kunst van het maken van strips en aan de andere kant ook zijn familiegeschiedenis nog eens, maar nu als non-fictie, beschrijft. Bij het boek zat een DVD met een volledige versie van de twee MAUS-boeken en een enorme verzameling aan concepten, kladjes etc.
Joseph Anton van Rushdie beschrijft zijn tocht door de hel sinds 14 februari 1989. Veel recensenten hebben het boek "ijdel" genoemd. Dat lijkt me vooral een "afgunstig" oordeel, omdat Rushdie uitgebreid zijn beroemde vriendenkring beschrijft. Ik heb eerder de indruk dat het wat dat betreft een "dankbaar" boek is. Vooral dankzij zijn uitgebreide en invloedrijke vriendenkring heeft Rushdie de jaren in de "onderduik" doorstaan.


Het afgelopen jaar heb ik hier op 21 mei voor het laatst een uitgebreide boekbespreking geschreven. De afgelopen maanden had ik er geen zin (meer) in, al weet ik niet precies waarom niet.
Misschien dat ik komend jaar wel weer ga beschrijven wat ik gelezen heb. Maar misschien ook niet.

*Op 28 december heb ik 's avonds Een onschuldige familie van Marijke Spies nog uitgelezen.

Gerelateerd
Lijstjestijd: Wat Ingmar in 2011 las
Lijstjestijd: Wat Ingmar las in 2010
Lijstjestijd: Wat Ingmar in 2009 las

dinsdag 25 december 2012

Kerstmis 2012


Dit filmpje komt uit de onuitputtelijke archieven van The Internet Archive.
Om al die geweldige filmpjes, boeken, geluidsopnamen en websites te kunnen blijven bewaren, hebben Brewster Kahle en kornuiten natuurlijk geld nodig.

Of zoals Kahle zegt:
Every day 3,000,000 people use our collections.
We have archived over ten petabytes (that's 10,000,000,000,000,000 bytes!) of information, including everything ever written in Balinese. This year we also launched our groundbreaking TV News Search and Borrow service, which former FCC Chairman Newton Minow said "offers citizens exceptional opportunities" to easily do their own fact checking and "to hold powerful public institutions accountable."
Your support helps us build amazing services and keep them free for people around the globe. Please consider making a donation today.
Tot eind dit jaar hebben ze een weldoener gevonden die voor elke dollar die ze deze maand gedoneerd krijgen, er drie bij geeft. Dus, als je nog wat over hebt van je eindejaarsbonus of dertiende maand, Kahle doet er mooie dingen mee.

maandag 24 december 2012

En toen. Over dementie, foto's en metadata


Terwijl in Nederland drie disc jockeys in een glazen huis zitten, om geld collecteren voor baby's in een ver buitenland, vond in Vlaanderen Music for life plaats. Tot vorig jaar was deze actie van Studio Brussel vergelijkbaar met Serious Request, maar toen had de zender al besloten dat 2011 de laatste glazen-huis-actie zou zijn. Dit jaar ging Music for life niet om geld voor problemen op afstand, maar om iets dat veel dichter bij  is: dementie.
Music for life 2012 wil het bewustzijn en de beeldvorming rond dementie in onze samenleving op de agenda zetten en daarvoor hebben we meer dan ooit je engagement nodig. Dat kan op drie manieren: registreer je Song For Life, draag de Badge For Life en bedank mensen met een badge.
Dementie is de grootste zorguitdaging voor de toekomst. De kans dat iemand dementie krijgt is op dit moment één op vijf. In Vlaanderen hebben meer dan 100 000 mensen dementie. In heel België zijn dat er 165 000. Drie keer meer mensen komen rechtstreeks of onrechtstreeks in contact met dementie. Niet alleen mantelzorgers, maar uiteraard ook familie en vrienden… En toch blijft de aandoening nog vaak onder de radar. Daar wil Music For Life 2012 iets aan doen.
Het ging dus niet om het grote geld, maar eerder om bewustwording en het kleine, menselijke gebaar. Mooi.
Het filmpje hierboven is het introductie-filmpje voor de app En toen, waar Romina Pompei de HKU-award mee won.
Naar aanleiding van haar eigen ervaringen binnen de zorg voor dementerenden, ontwikkelde Romina Pompei de iPad-applicatie ‘En Toen’. Hiermee kunnen verzorgenden samen met de dementerenden herinneringen ophalen, ook als familieleden er niet bij zijn. Via een aan de applicatie gekoppelde website kunnen familieleden foto’s opladen en informatie verschaffen. In de hal van het verzorgingstehuis kan een scherm met gezichtsherkenning opgehangen worden, zodat de dementerende in het voorbijgaan een foto uit zijn verleden te zien krijgt. 
 In de NRC van 21 december zei Pompei:

Het ophalen van herinneringen is bijvoorbeeld volgens Pompei een basisbehoefte die mensen met dementie delen. In een aantal verzorgingshuizen in Nederland wordt hier aandacht aan besteed. „Niet alleen omdat de bewoners dit prettig vinden, maar ook omdat ze er rustig van worden”, zegt Pompei. Maar een gewoon familiealbum garandeert geen goed gesprek. Pompei: „Personeel kent de verhalen achter de foto’s niet. Daardoor valt het gesprek gauw stil.” Daarom zijn de foto’s in Pompeis applicatie gerangschikt per thema én voorzien van achtergrondinformatie. Aan de hand hiervan kan personeel makkelijk een gesprek over vroeger voeren met bewoners.
En toen is geschikt voor traditionele verzorgingshuizen. Pompei: „Verzorgers hebben tien minuten persoonlijke aandacht per bewoner per week. Ik zorg ervoor dat er binnen tien minuten een goed persoonlijk gesprek gevoerd kan worden.”
De ontwerpster heeft ook iets bedacht waarvoor helemaal geen beroep op de tijd van de verzorgers hoeft worden gedaan: een beeldscherm voor in de hal, plek waar veel bewoners de dag spenderen. Hierop verschijnen beelden uit het verleden van diegene die langsloopt. Dankzij een webcam boven het scherm worden de bewoners herkend.
De kracht van de app ligt, maar dat is waarschijnlijk al duidelijk, natuurlijk in de metagegevens die de familieleden aan foto's toevoegen.

Pompei zoekt nog investeerders voor de ontwikkeling van de app. Dus...

donderdag 20 december 2012

We gaan iets nieuws beginnen

Ik twitterde het vorige week al: vanaf 1 januari ga ik iets anders doen.
Nou ja, gedeeltelijk dan toch.
Een dag in de week blijf ik werken voor het cluster Archiefinspectie van het bureau Interbestuurlijke Betrekkingen & Toezicht als "interbestuurlijk toezichthouder conform artikel 124e Gemeentewet". Maar de rest van de week (drie dagen in mijn geval) ga ik als adviseur aan de slag bij bureau Informatievoorziening, het bureau waar ook de informatie-architecten en -adviseurs zitten.
Ik zal me daar bezig gaan houden met digitale houdbaarheid op de langere termijn. Dat is een nieuwe functie, waartoe Gedeputeerde Staten in oktober 2011 hebben besloten. Het precieze wat en hoe zullen we de eerste weken van 2013 gaan uitwerken, maar dit zijn de dingen waar ik in ieder geval voor moet gaan zorgen:
  • Een organisatie-visie opstellen over de wijze waarop op de middellange tot lange termijn gezorgd wordt voor een toegankelijk en bruikbaar digitaal archief.
  • Beleid ontwikkelen voor het adequaat beheren van digitale archiefbescheiden die niet in of met het dms beheerd kunnen worden.
  • Beleid ontwikkelen voor de lange-termijn bewaring van de digitale archiefbescheiden die wel in of met het dms worden beheerd.
  • Opstellen en bijhouden van een metagegevensschema voor alle archiefbescheiden zoals geëist in de Archiefregeling.
  • Monitoren welke (nieuwe) technologieën en applicaties in de provinciale organisatie gebruikt worden en vaststellen of daar met het oog op het goed vastleggen van verantwoordingsinformatie bijzondere maatregelen voor getroffen zouden moeten worden.
Maar nu eerst vakantie tot en met 23 januari...

Plaatje: Doe vandaag iets nieuws van Proud2bme

woensdag 19 december 2012

Deskundige toezichthouders?

Maxim Februari (meesterlijke startpagina, trouwens) in de NRC van afgelopen maandag:
Het toverwoord is daarom de laatste tijd ‘verantwoordelijkheid’. Je weet dat beleidsplannen alleen zin hebben als iedereen zijn verantwoordelijkheid kent. Daarom is het goed in het rapport over brandveiligheid te lezen dat gemeenten zich van hun verantwoordelijkheden „bewust” zijn. Minpunt is weer dat ze naast zich bewust zijn verder niet zo veel doen. Bij de meeste zorginstellingen komt zelden iemand naar de veiligheid kijken.
Daar komt nog bij dat de mensen die wel komen kijken, nergens verstand van hebben. Een voorbeeld van de algehele tendens naar ondeskundigheid in de wereld van de inspectie. Bij zijn afscheid als hoogleraar toezicht waarschuwde Ferdinand Mertens hier vorig jaar al voor. „Een goede toezichthouder moet een ingewijde zijn in het veld waarop hij toezicht houdt. Je zou dus specialisten in huis moeten halen, zeker aan de top, maar ook bij de mensen die de controles daadwerkelijk verrichten. Maar in werkelijkheid zie je bij de toezichthouders aan de top steeds meer generieke managers aantreden die geen flauw benul hebben van wat er op hun terrein allemaal speelt.
Maar dat is niets nieuws, helaas.

Gerelateerd
Geef ons de echte deskundigen terug
Onze Jan is manager geworden

Plaatje: Een op het oog interessant boekje

dinsdag 18 december 2012

Koekje erbij? Speel-en-deelsessie over cookies

Koken, bakken. Noten (amandelen, kastanjes, hazelnoten, walnoten en kokosnoot), …
Cookies zijn heel kleine bestanden die websites op de computers van bezoekers installeren om bijvoorbeeld vast te kunnen stellen of de bezoeker is ingelogd en welke pagina's hij nog allemaal bezoekt. Sinds 1 juli 2012 mag dit niet meer zomaar. De "cookiewet" stelt dat een website expliciet toestemming van de bezoeker nodig heeft, voordat een (tracking) cookie geïnstalleerd mag worden.
De afgelopen maanden hebben verschillende websites deze bepaling op verschillende manieren toegepast. Aan de ene kant staat bijvoorbeeld bol.com, dat simpelweg zegt "Ik heb cookies geïnstalleerd, hier kun je daar meer over lezen." Aan de andere kant staat de publieke omroep die zegt: "Als je mijn websites wil bezoeken moet je cookies accepteren. Zo niet, dan kun je de sites niet bezoeken."En daar tussen in zit bijvoorbeeld het Erfgoed Leiden en Omstreken (voorheen Regionaal Archief Leiden), dat netjes vraagt of er cookies geïnstalleerd mogen worden.
Voor veel archiefdiensten is het nog altijd onduidelijk welke van de drie voorbeelden hierboven toegestaan zijn. Ook de gevolgen van de toestemmingseis voor bijvoorbeeld de bezoekersaantallen zijn nog onduidelijk. Daarom organiseert Archief 2.0 in samenwerking met en bij het Erfgoed Leiden en Omstreken, op 4 februari 2013 een speel-en-deelsessie over cookies en webstatistieken.

Er zijn maar 35 plaatsen beschikbaar, dus ben er snel bij!
Je kunt je aanmelden via de agenda op Archief 2.0 of door een email te sturen naar archief20@gmail.com.

Programma
12.00 Inloop van Ontvangst met lunch, koffie en koekjes
13.30 Intro: Ingmar Koch
13.45 Sessie 1: Ñusta Nina (Cookies, wat mag wel en niet?)
14.15 Sessie 2: Walther Hasselo (Cookies op de website van het Regionaal Streekarchief Leiden)
14.45 Pauze met koffie en koekjes
15.00 Sessie 3: Bob Coret (Mogelijkheden en beperkingen van Analytics/alternatieven)
15.30 Sessie 4: Wordt later bekend gemaakt.
16.00 Vragen/discussie
16.30 Einde met borreltje

De lunch, de koffie en het borreltje worden volledig verzorgd door Erfgoed Leiden en Omstreken, waardoor deelname kosteloos is.

O ja, nog twee dingen.

Zoals je in het programma ziet, is er ruimte voor een vierde sessie ingepland. We zijn nog op zoek naar een spreker, maar mocht jij iemand weten die iets interessants over cookies of webstatistieken kan vertellen, dan kun je ons dat laten weten via archief20@gmail.com.

Bij een middag over cookies, horen natuurlijk koekjes en liefst zo veel mogelijk verschillende. Daarom stellen we onze Birthdaycakecamp-tumblr weer open. Als jullie niet alleen over koekjes willen praten, maar ze ook willen eten, zullen jullie ze zelf moeten bakken.
Koekenbakkers aan de slag!

De koekjes hierboven komen uit de collectie van het Nationaal Archief / Spaarnestad

Gerelateerd
Cookies

maandag 17 december 2012

Ik doe het niet meer!

Het afgelopen jaar ben ik verschillende keren betrokken geweest bij het becommentariëren van de voorgenomen wijzigingen van wet- en regelinggeving. Zowel bij de wijzigingen van Archiefbesluit zoals die niet zo lang geleden gepubliceerd zijn als bij de aangepaste Archiefregeling heb ik namens LOPAI en KVAN meegewerkt aan uitgebreide, inhoudelijke reacties, die daarna zonder enige toelichting terzijde gelegd zijn.

Gelukkig ben ik een "opgeruimde persoonlijkheid", anders zou ik er waarschijnlijk diep-ongelukkig of heel verbitterd door raken. Om te voorkomen dat ik toch te cynisch wordt, heb ik besloten het niet meer te doen.
Ik ga niet meer met mensen van het Nationaal Archief of het ministerie van OCenW praten over voorgenomen wetswijzigingen. Je kunt beter naar Planckendael gaan om met de secretarisvogel te kletsen.
"'Gaat u ook naar de vergadering?' vroeg Mr. Finney.
De secretarisvogel boog zich voorover. Zijn scherpe snavel, waar een grote bril op stond, prikte bijna in het gezicht van Mr. Finney. 'Nee, vergaderen is niets voor mij. Vergaderingen zijn voor praters, kwebbelaars en kletskousen!' Hij ging weer rechtop staan, keek voor zich uit en zie niets meer."
Uit Mr Finney en de wereld op zijn kop van Laurentien van Oranje
Eerst was ik nog van plan om hier tot in detail mijn kritiek op de wijzigingen op te schrijven, maar zelfs dat doe ik niet meer. Het zij zo.

Zie ook De secretarisvogel
Plaatje: Secretarisvogel uit de Iconographia Zoologica: een papieren dierenrijk

zaterdag 15 december 2012

De delvers van het zwarte goud


T. heeft afgelopen woensdag een spreekbeurt gehouden over de steenkolenmijn. Als voorbereiding hebben we onder andere naar "De mannen van de 546" uit 1972 en naar dit Polygoon-filmpje uit 1941 gekeken.
Ik ben bij het Polygoon-filmpje vooral erg onder de indruk van het gebruik van de muziek uit Peer Gynt (vanaf ca 3:35).

En natuurlijk moet ik bij die passage ook denken aan Rammstein...


T. had trouwens een 9.

vrijdag 14 december 2012

Dood aan pdf

Wat is dat toch met pdf(/a) en de Nederlandse div-ers en archivarissen? Zodra het over digitaal archiveren gaat, moet alles maar in het "paper document format" gepropt worden.
Zie bijvoorbeeld de discussie op LinkedIn over het bewaren van agenda's, waar iemand na een paar dagen het ei van Columbus heeft gevonden:
Ja, dat is een goede. Je kunt de agenda-items toch ook omzetten in PDF-A bijvoorbeeld en dan in je DMS zetten.
En hier is een leverancier van een dms er trots op dat hij zelfs xml- en txt-bestanden geautomatiseerd kan converteren naar pdf/a-1a of pdf/a-1b, de klant mag kiezen. Op! Op! Op!

Maar Ingmar, pdf/a is toch het ultieme archiveringsformaat. Zijn die argumenten voor het gebruik ervan dan niet legitiem?

Ach, laten we ze eens bekijken...

1. Pdf-bestanden zijn niet muteerbaar.
Wie dat als ultieme argument gebruikt, heeft niets begrepen van (digitale) archivering. Ieder digitaal bestand is muteerbaar en zeker pdf-bestanden. Zoek voor de aardigheid met Google even op "free pdf editor" en sta versteld van het aanbod. De betrouwbaarheid en integriteit van een digitaal archiefstuk zit niet in de verschijningsvorm (het formaat) maar in de beheeromgeving. Daar moet ervoor gezorgd worden dat de archiefstukken niet ongeautoriseerd en ongemerkt gewijzigd kunnen worden. En dat doe je met behulp van toegangsrechten en, misschien nog wel belangrijker, metagegevens: checksums, "event history" en logfiles. Archiveren draait om metagegevens, metagegevens en nog eens metagegevens.
Trouwens, papieren archiefstukken kunnen toch ook heel simpel gemanipuleerd worden?

2. Pdf-bestanden kunnen op iedere computer geopend worden.
Uh, ja, zolang ik een pdf-reader geïnstalleerd heb. Maar dat geldt natuurlijk voor ieder digitaal bestand: ik kan het openen en gebruiken als ik de juiste software heb.
Heb je trouwens al eens van iemand gehoord dat hij je e-mail niet kon openen? Het hele idee van e-mail is toch juist dat het niet uitmaakt met welke programma's verzender en ontvanger werken. Dat hoeft niet hetzelfde te zijn, het hoeft niet eens op hetzelfde besturingssysteem te draaien. Dus waarom zou je e-mail dan omzetten in pdf?

3. Pdf-bestanden zien er op iedere computer hetzelfde uit.
Ja, maar is dat belangrijk? Een e-mailbericht of afspraak ziet er in iedere client anders uit en, nog belangrijker, ze zien er altijd anders uit dan de pdf-afdruk.

4. Pdf-a is een open standaard.
Ja, net als txt, xml, sgml, odf, tiff, ascii, xhtml, wav en nog een heel rijtje afkortingen en acroniemen. En weet je, die standaarden zijn allemaal bedoeld om specifieke informatie zo goed mogelijk vast te leggen om die op specifieke manieren te kunnen gebruiken.
Wat heb ik nou aan een website in pdf, helemaal plat, zonder hyperlinks, zonder animaties, zonder interactie?
Wat heb ik aan een e-mailbericht waarin ik niet eens meer kan zien wanneer en vanaf welk adres het bericht verstuurd is en waarvan ik de bijlagen niet kan raadplegen?
Wat heb ik aan een digitale afdruk van een ruimtelijk plan (of een jaarverslag) als ik de informatie daarna helemaal niet meer kan zien?
Wat heb ik aan een excel-sheet dat moet passen binnen de fysieke begrenzing van A4 of A3, wanneer ik een werkblad heb met 78 kolommen en 612 rijen? Heb je zoiets al eens in pdf bekeken? En dan heb ik het nog niet eens over formules, draaitabellen of grafieken.
Al die finesses, al dat gebruiksgemak, al die inherente functionaliteiten worden allemaal overboord gekiept, omdat we zo graag iets in het paper document formaat willen hebben.

De volautomatische documentverkleiner
De analogie gaat misschien niet helemaal op, maar weet je waar die pdf/a-fetish een beetje op lijkt?
Stel je nu eens voor dat de leveranciers van paternosterkasten of dosiermappen zeiden: "Wij hebben prima-de-luxe kasten, maar er passen geen documenten in die groter zijn dan 190 bij 275 mm."
En dat je dan als overheid zegt: "Ah joh, dat geeft niet. De meeste documenten die wij ontvangen en verzenden zijn dan wel op A4-formaat, maar die hebben toch aan iedere kant een marge van 10 mm. Geef ons die kast maar, wij snijden wel bij ieder archiefstuk aan alle kanten een stukje eraf."
Daarna zeg je tegen die leverancier: "Ik krijg ook wel eens documenten die groter zijn dan A4, bijvoorbeeld een bouwtekening, die ik niet kan bijsnijden tot 190 bij 275 mm. Kun jij me geen kopieerapparaat leveren dat al die grote documenten automatisch verkleint, zodat ze in die prachtige kast van jouw passen?"
Natuurlijk kan hij dat, kost een paar centen en die betaal je dan ook.
En dan wordt het nog gekker, want als die super-de-luxe paternosterkast vervangen moet worden, moet die natuurlijk wel aansluiten op de bestaande infrastructuur. Hij moet dus aansluiten op die hypermoderne volautomatische documentverkleiner die je pas ook nog hebt aangeschaft!

Waar het bij archiveren vooral om draait zijn de significant properties: welke eigenschappen van een archiefstuk zijn cruciaal om het te kunnen blijven gebruiken en interpreteren. Dit zijn de artikelen 17, 21 en 22 uit de Archiefregeling.
 En het spijt me dames en heren, maar pdf is en blijft een print-formaat, waarmee je bij lange na niet alle relevante eigenschappen van een archiefstuk kunt bewaren.

Als je een papieren document scant, dan mag je dat best in pdf opslaan, maar voor bijna alle "born digital" archiefstukken zijn andere, betere formaten beschikbaar.
Passen die bestanden niet in je paternosterkast? Dan moet je misschien eens goed nadenken of je die kast nog wel wil gebruiken.

Gerelateerd
Pdf-a wat heb je daar aan?
Wat digitaal is, moet niet analoog beoordeeld worden.
Over agenda's als archiefstukken #sod12
Jeff Rothenberg  - Digital preservation in perspective
O jee, een gemanipuleerd archiefstuk

woensdag 12 december 2012

De kwaliteit van Nijmeegse dossiers

Eind vorige maand presenteerde de rekenkamer van Nijmegen de resultaten van zijn onderzoek naar de kwaliteit van de gemeentelijke dossiers: "Geen metertje op het dashboard" (pdf). De conclusies en aanbevelingen zijn niet verrassend, aangezien deze bij alle onderzoeken bij alle overheidslagen en -organiaties eigenlijk al jaren hetzelfde zijn:
  • Nijmeegs archiefbeleid kent geen operationele vertaling.
  • Taken en bevoegdheden van het Nijmeegse archiefbeleid zijn in de praktijk onduidelijk.
  • Nijmeegse archiefbeleid is niet aangepast aan digitalisering
  • Monitoringrapportages gemeentearchivaris ongeschikte indicator voor bewaking kwaliteit dossiers
Hierin is namelijk steeds alleen aangegeven of en in hoeverre maatregelen uit het verbeterplan zijn opgepakt en uitgevoerd. Vooraf is niet beoordeeld of de acties uit het verbeterplan de juiste zijn om de geconstateerde problemen naar aanleiding van de integrale archiefinspectie op te lossen.
  • Rechtmatigheidsoordeel accountant ongeschikte indicator voor bewaking kwaliteit dossiers 
    In de praktijk vraagt de accountant namelijk ook veelvuldig stukken op. Waar deze stukken vandaan komen, beoordeelt de accountant niet. Mogelijk komen ze daadwerkelijk uit het archief, maar ze kunnen ook uit bureaus, kasten of mailboxen van medewerkers komen. Verder toetst de accountant niet of dossiers compleet zijn. Zijn aandacht gaat uit naar de specifieke stukken die nodig zijn voor de accountantscontrole. In de praktijk is dat maar een deel van de relevante stukken die in een dossier moeten zitten.
    • Geen systematische sturing 
    • Gebrek aan kennis en kunde 
    • Eenzijdig gerichte verbeteracties 
    Wat het rapport interessant maakt, is dat de rekenkamer geprobeerd heeft om de kwaliteitscriteria toegankelijkheid, volledigheid en authenticiteit te "operationaliseren":
    ToegankelijkheidDe mate waarin de gebruiker vlot 'de weg kan vinden' in het dossier
    VolledigheidDe mate waarin de relevante stukken zich in het fysieke dossier bevinden. Relevante stukken zijn stukken die, gegeven het werkproces, in het fysieke dossier aanwezig dienen te zijn.
    AuthenticiteitDe mate waarin de echtheid van het document bewijsbaar is
    Het grootste probleem zit volgen mij bij "volledigheid". Ik snap de definitie die hier gehanteerd is wel, en ik snap ook waarom hij zo geformuleerd is, maar geeft dit geen schijn-zekerheid?
     Natuurlijk, als niet alle documenten waarvan je van tevoren weet dat ze moeten ontstaan in het dossier zitten, dan is het dossier niet compleet. Maar andersom geldt dat niet. Er kunnen heel veel extra documenten ontstaan (zijn) die niet op de vooraf vastgestelde checklist van 'verplichte' documenten staan, maar wel cruciaal zijn voor de "reconstrueerbaarheid" van het proces.
     Met andere woorden, de rekenkamer constateert nu dat van de 24 gecontroleerde dossiers slechts één dossier volledig is. Maar dat is misschien nog wel te rooskleurig. Desalniettemin vind ik het een goede poging om volledigheid te meten, omdat van de andere dossiers met zekerheid vast staat dat ze niet volledig zijn.

    Wat me bij de onderzoeken naar de authenticiteit van de stukken opviel is dat dit criterium helemaal gedefinieerd is in termen van getekende originelen vs (niet-ondertekende) kopieën:
    GoedDe formele stukken in het dossier betreffen allemaal originelen en zijn voor zover vereist ondertekend.
    MatigNaast originele en ondertekende formele stukken zijn ook diverse kopieën en niet ondertekende formele stukken opgenomen in het dossier.
    SlechtEr zijn nauwelijks originele en ondertekende formele stukken opgenomen in het dossier.
    Maar in het bijlagenboek wordt nergens duidelijk gemaakt hoe vastgesteld kan worden of er sprake is van een kopie of niet. Verder wordt er blijkbaar ook van uit gegaan dat ieder ondertekend document authentiek is. De term metagegevens komt in dit kader in het hele rapport, inclusief de bijlagen niet voor, terwijl die toch cruciaal zijn voor het vaststellen van de authenticiteit van een document. Dat is een beetje jammer.

    Overigens zit er nog een misser in het rapport, als het gaat over de Nijmeegse archiefverordening en de Archiefregeling.

    De Nijmeegse Archiefverordening en het bijbehorende Besluit Informatiebeheer zijn grotendeels in lijn met de wettelijke eisen daaraan worden gesteld. [...] De Nijmeegse Archiefverordening ging in 2003 al verder dan de landelijke wetgeving. Deze richt(t)en zich enkel op de in een archiefbewaarplaats te bewaren archiefstukken (en dus niet ook op de archiefbescheiden die de gemeente na een bewaartermijn moet vernietigen). Dat doet wel de NEN-ISO-norm Informatie- en archiefmanagement uit 2001 en inmiddels ook de Archiefregeling uit 2010. De Nijmeegse Verordening sluit aan op deze NEN-ISO norm en liep daarmee al vooruit op de bepalingen uit de Archiefregeling. 
    De Archiefwet en het Archiefbesluit gaan juist nadrukkelijk NIET alleen over te bewaren archiefbescheiden, maar over alle archiefbescheiden, te bewaren en op termijn te vernietigen. Dus wat dat betreft ging Nijmegen niet verder dan de landelijke wetgeveing.
    En de Archiefregeling gaat juist WEL alleen over te bewaren archiefbescheiden, ze vloeit namelijk voort uit artikelen 11, 12 en 13 van het Archiefbesluit. Lees maar na, die artikelen gaan alleen over "archiefbescheiden die ingevolge een selectielijst voor bewaring in aanmerking komen."

    Maar, ondanks deze kanttekeningen is het een interessant rapport, dat in Nijmegen het belang van goede archivering hopelijk weer (even) op het netvlies van bestuurders heeft gezet. Zou wat vaker en bij meer organisaties mogen gebeuren, wat mij betreft.

    Plaatje: A peek inside: VW bus dashboard 1 van Cobalt123

    maandag 10 december 2012

    Vrijdom van briefport voor archivarissen

    Vorige week was ik aan het grasduinen door de oude jaargangen van het Nederlandsch Archievenblad. En je komt nu en dan toch juweeltjes tegen.
    Rond 1900 hield de VAN zich onder andere bezig met de vrijdom van briefport voor archivarissen*:
    De verschillende besluiten, waarbij aan rijks- en gemeentearchivarissen vrijdom van port voor hunne dienstbrieven wordt verleend, zijn niet altijd gemakkelijk te vinden. Het is daarom, dat de redactie gaarne gevolg heeft gegeven aan den wensch van een harer abonné's, die in dit tijdschrift eene mededeeling omtrent dit onderwerp verlangde. Wij hopen, dat in onze opgave geene fouten schuilen, maar constateeren, dat de materie zoo weinig geordend is, dat enkele onjuistheden kunnen zijn ingeslopen.
    En dan volgt een opsomming van functionarissen met wie de archivarissen "in dienstzaken vrij kunnen corresponderen."
    De schrijver van het artikeltje vind dat uit de lijst nog al wat misstanden blijken:
    Men kan vragen, of het wel juist is, dat de Algemeene rijksarchivaris, die te 's-Gravenhage gevestigd is, vrije correspondentie heeft met den daar eveneens resideerenden Hoogen raad en met den daar ook wonenden rijksbouwkundige van de gebouwen voor onderwijs enz., en de elders gevestigde rijksarchivarissen, die toch ook met die autoriteiten in aanraking komen, niet.
    [...]
    Men kan veronderstellen, dat per abuis niet is vermeld, dat de gemeentearchivarissen onderling en met gemeentebesturen elders portvrij kunnen correspondeeren. Wij zullen waarlijk niet ontkennen, dat voor die veronderstellingen reden bestaat, en dat wij althans naar de ratio van diergelijke bepalingen tevergeefs hebben gezocht, maar wij gelooven toch, dat onze opgave in deze juist is. De fout schuilt hier, meenen wij, niet bij ons.
    Het ligt, zouden wij denken, op den weg van de Vereeniging van archivarissen er bij de Regeering op aan te dringen, dat aan deze misstanden een einde worde gemaakt. 
    In een volgend nummer wordt de gepubliceerde lijst gecorrigeerd, want er bleken enkele fouten in te staan.
    Maar ook dan zijn er nog altijd misstanden die door de Vereeniging aangekaart moeten worden:
    Zoo deze lijst in allen deele juist is, dan hebben dus de rijksarchivarissen in de provinciën onderling geene vrije correspondentie, en mogen zij wel portvrij correspondeeren met den bibliothecaris der Koninklijke bibliotheek. Het eerste is in lijnrechten strijd met de dagelijks voorkomende praktijk, het tweede met eene absoluut betrouwbare inlichting, die wij ontvingen. Hoewel deze lijst ons dus is geworden van eene in deze volkomen bevoegde zijde, kunnen wij, door de ondervinding geleerd, haar niet als absoluut betrouwbaar beschouwen. In deze omstandigheden is zeker het verzoek, dat het bestuur van onze Vereeniging tot den Minister van waterstaat, handel en nijverheid heeft gericht, en waarbij eene afdoende en ondubbelzinnige regeling van dit onderwerp wordt verzocht, alleszins gerechtvaardigd.
    In 1902 kon de voorzitter tijdens de ledenvergadering melden dat de situatie nog altijd hetzelfde was:
    Van Z. Exc. den Minister van Waterstaat is tot heden niets vernomen;
    Nothing changes, really.

    * Ik was eigenlijk niet zomaar in de oude jaargangen aan het grasduinen. Ik was aan het controleren of alles wel goed gescand was. Het eenvoudige antwoord is nee. Daarom kun je het beste de volledige pdf van het vierde nummer van jaargang 1900/1901 downloaden als je dat eerste artikel helemaal wil lezen. Het staat op pagina 22.
    Als jij nu ook fouten tegenkomt, wil je me dat dan even laten weten?

    Gerelateerd
    Het Nederlandsch Archievenblad? Dat is science-fiction

    vrijdag 7 december 2012

    Delete. Onthouden of vergeten in de digitale wereld

    Vroeger was onthouden moeilijk en was vergeten de norm.
    Tot niet eens zo heel lang geleden beschikten slechts enkele mensen over de middelen en kennis om gebeurtenissen “vast te leggen”. Eigenlijk wisten ook alleen de mensen die bij een gebeurtenis aanwezig waren geweest, wat er echt gebeurd was. Aangezien het geheugen ook toen al onbetrouwbaar was, werden allerlei manieren verzonnen waardoor de aanwezigen zich later een belangrijke gebeurtenis beter zouden herinneren. Tot niet eens zo heel lang geleden werden getuigen letterlijk aan hun oor getrokken in de hoop dat ze zich op die manier beter herinnerden wat ze gezien en gehoord hadden:
    ‘“Ende omme het selfde verkoop en over dragt van eigendom te beter te onthouden was een gewoonte de jongens ten oirconden van dien bij de ooren te grijpen ende te reck-ooren” Orlers Leyden 26 Een overoud gebruik! Het heerschte nog in de vorige eeuw in verschillende streken van Duitschland ook bij andere gewigtige aangelegenheden bij ‘t leggen van den eersten steen het zetten van den grenssteen enz. De knapen ontvingen daarbij kleine geschenken. Uitsluitend in Beijeren werden voor ‘t gerigt de volwassen getuigen aan ‘t oor getrokken; dit duurde tot ongeveer 1180 en wel bij aankoop van grondbezit enz’
    (M.J. Noordewier, Nederduitsche Regtsoudheden, p.36. Via Google Books)
    Van der Gouw beschreef in Munimenta en Monumenta, zijn afscheidscollege in 1980, de ontwikkeling van geheugensteuntjes (monumenta) naar schriftelijke rechtsbewijzen (munimenta). De geheugensteuntjes zijn (schriftelijke) “getuigenissen” die soms in rechtsbewijzen kunnen veranderen, bijvoorbeeld “door middel van
    erkenning vanwege de tegenpartij.” Maar er zijn ook munimenta die puur als rechtsbewijs worden opgesteld: het charter, met zegels en ‘onomstreden’ bewijskracht, was en is daar het ultieme voorbeeld van.
    In Delete. The virtue of forgetting in a digital age beschrijft Victor Mayer-Schönberger een andere ontwikkeling: van een beperkt aantal mensen die een beperkte hoeveelheid geheugensteuntjes vastleggen naar bijna volledig onthouden door iedereen. Want, zo betoogt Mayer-Schönberger, tegenwoordig is het makkelijker (en goedkoper) om (digitale) informatie te onthouden, dan om deze te vergeten. Hij illustreert dit onder andere aan de hand van digitale foto's. De meeste mensen kopiëren gewoon alle foto's die ze genomen hebben naar de harde schijf van de pc, omdat de tijd die het kost om te selecteren 'te duur' is in vergelijking met de extra ruimte die de foto's innemen. En het gaat natuurlijk niet alleen om wat particulieren op hun eigen pc’s bewaren: overheden bewaren steeds meer gegevens digitaal (hij verwijst expliciet naar het elektronisch patiëntendossier), Google bewaart niet alleen alle zoekopdrachten, maar ook de e-mails van miljoenen mensen en Amazon bewaart niet alleen welke boeken je echt gekocht hebt, maar ook naar welke boeken en andere producten je alleen naar gekeken hebt. Door dit alles wordt 'onthouden' de standaard en vergeten de uitzondering, terwijl dit de afgelopen millennia juist andersom was: mensen moesten vroeger moeite doen om dingen te onthouden.
    De belangrijkste reden waarom Mayer-Schönberger zich hier zo druk om maakt, is dat 'vergeten' nodig is om te kunnen functioneren en leren. Er zijn mensen die lijden aan hyperthymesia. Dit betekent kortweg dat ze alles onthouden: de inhoud van individuele afleveringen van soapseries, het avondeten van iedere dag van hun leven en iedere beslissing (klein en groot) die ze ooit genomen hebben. Een van de gevolgen daarvan is dat ze nauwelijks normaal kunnen functioneren: ze kunnen nauwelijks abstract denken en bij iedere beslissing worden alle vorige beslissingen betrokken, wat vaak tot besluiteloosheid leidt. Mayer-Schönberger betoogt dat dit voor de hele menselijke beschaving zou gaan gelden, omdat er steeds meer digitaal bewaard wordt en we ook steeds meer gebruik gaan maken van dit volledige, externe geheugen.
    Als oplossing voor dit probleem stelt hij in Delete voor om aan alle digitale informatie bij opslag een uiterste houdbaarheidsdatum toe te kennen. Na die datum zou de informatie (bij voorkeur automatisch) vernietigd moeten worden. Een beetje zoals we tegenwoordig ook over archiefstukken nadenken: bij de creatie van een archiefstuk zou al vastgesteld moeten worden wanneer het vernietigd moet worden.
    Hoe zou dat dan in zijn werk gaan? Nou zo bijvoorbeeld:
    "Suppose somebody takes a picture of you. If seen as an information transaction, the expiration date for such a picture ought to be set jointly between the picture taker and yourself. Rather than haggling over it in person, the negotiations over expiration dates could be done electronically. Each digital camera could have a built-in process to select expiration dates (perhaps through an easy preset). Before taking a picture, the camera sends out a "picture request." Imagine further that we carry with us small "permission devices" (the size of key rings) that when receiving such a "picture request" respond with the owners preferred expiration date. (...) When the picture is taken it is stored with the shortest of all expiration dates received." Delete., p.188
    En dit soort onderhandelingen moet je dus iedere keer (al dan niet persoonlijk) voeren met iedereen waarmee je informatie deelt. Dat lijkt me niet erg realistisch.

    Hoewel Mayer-Schönberger zijn best doet om uit te leggen waarom we niet meer 'vergeten', waarom vergeten wel belangrijk is en welke strategieën mogelijk zouden zijn om dit weer te realiseren, valt het boek toch tegen. Dat heeft twee redenen.
    De eerste is dat hij zijn boek heeft opgehangen aan drie praktijkgevallen, twee waar gebeurd en één fictief, die niets te maken hebben met zijn voorgestelde oplossing. Het boek begint met het relaas van Stacy Snyder die geen onderwijsbevoegdheid krijgt, omdat ze op haar MySpace-pagina een foto van zichzelf heeft gezet met als onderschrift “Drunken Pirate”. De school vond dit geen goed voorbeeld voor de kinderen die eventueel les van haar zouden krijgen en besloot haar daarom geen diploma te geven.
    De andere waar gebeurde casus gaat over Andrew Feldmar, een Canadese psycho-therapeut, die de VS niet meer in mag. Toen hij in 2006 aan de Canadees-Amerikaanse grens werd aangehouden, googlede een overijverige douane-beambte zijn naam. Blijkbaar zat een artikel uit 2001 over het gebruik van LSD door Feldmar toen bij een van de eerste zoekresultaten. Hierop werd hij als druggebruiker geregistreerd en mocht hij de VS niet meer in. (Ironisch genoeg staat het bewuste artikel nu trouwens niet op de eerste tien pagina's met zoekresultaten)
    Uiteraard is het absurd dat Snyder geen onderwijsbevoegdheid krijgt en dat Feldmar de VS niet meer in mag, maar een uiterste houdbaarheidsdatum zou dit toch niet hebben voorkomen?
    Het is namelijk zeer de vraag hoe lang de Piraten-foto op MySpace gestaan heeft, voordat de schoolleiding deze zag. Een houdbaarheidsdatum van één dag kan al genoeg zijn...
    En Feldmar publiceerde zijn artikel vrijwillig in een wetenschappelijk tijdschrift (dat later integraal online verscheen). Het idee daar achter is juist dat zo veel mogelijk mensen het nu en in de toekomst kunnen lezen. Hoe schokkend en triest deze voorbeelden dus ook zijn, ze worden niet 'opgelost' door houdbaarheidsdata.
    Het derde voorbeeld is een fictief geval, waarbij ene Jane na een paar jaar een oude vriend weer eens tegen komt. Na enig heen en weer e-mailen besluiten ze samen wat te gaan eten en Jane wil voorstellen om af te spreken in het restaurant waar ze jaren geleden al eens gegeten hebben. Ze bladert door haar oude e-mails in haar mailbox om de naam van de restaurant te achterhalen en leest zo ook weer dat ze een paar jaar geleden slaande ruzie met elkaar gehad hebben. Dat was ze helemaal vergeten, maar nu ze het weer heeft gelezen, twijfelt ze over haar afspraak.
    Dit had misschien voorkomen kunnen worden door een houdbaarheidsdatum aan die e-mails te koppelen, maar ook dan is het de vraag of die kort genoeg zou zijn geweest. Daarnaast is dit natuurlijk helemaal geen digitaal probleem, want als Jane analoog met die vriend had gecorrespondeerd, had ze de brieven misschien ook wel bewaard en doorzocht en was precies hetzelfde gebeurd.
    De tweede reden waarom het boek tegenviel is dat de oplossing ook wel erg idealistisch en 'far fetched' is, ook al ontkent Mayer-Schönberger dat zelf.
    Want neem nu het geval Feldmar. Hij zal nog een hele tijd te boek blijven staan als die LSD-gebruiker (die de VS niet in mag). Niet omdat hij twaalf jaar geleden hierover een artikel in een obscuur tijdschrift schreef, maar omdat sinds 2006 duizenden, van grote kranten tot kleine bloggers, over hem geschreven hebben. Moeten die allemaal met Feldmar in onderhandeling over de houdbaarheidsdatum? Of wordt er door iemand (maar wie dan?) gewoon een maximum termijn gesteld? Als die termijn erg kort is, wordt het censuur en als die termijn lang is, heeft het weinig zin.

    Vroeger was onthouden makkelijk, herinneren was de norm.
    Maar Mayer-Schönberg ziet nog iets over het hoofd, want het was vroeger een stuk eenvoudiger om al die geheugensteuntjes te bewaren.
    Bij haar overlijden in 1997 liet de dichteres Ida Gerhardt haar literaire erfenis na, bestaande uit een gigantische hoeveelheid manuscripten, krantenknipsels, correspondentie en een bibliotheek. De erfgenamen brachten het allemaal onder in het stadsarchief van Zuthen.
    Het interessante was dat de bibliotheek om twee redenen een integraal deel uit maakte van het archief. Aan de ene kant omdat Gerhardt de boeken gebruikte om brieven en ansichtkaarten in op te bergen. De bibliotheek was dus een cruciaal onderdeel van de archiefordening.
    Maar nog interessanter is dat de boeken duidelijk deel uit gemaakt hebben van het werkproces van de schrijfster. In de marges van heel veel boeken heeft ze aantekeningen gemaakt en regelmatig staan er zelfs eerste versies van gedichten genoteerd.
    Om die reden is er destijds naar een manier gezocht om de bibliotheek en de erin gevonden archiefstukken integraal te beschrijven, inclusief de bergplaatsen van documenten en de vindplaats van aantekeningen.
    Maar stel nu eens dat Gerhardt een Kindle van Amazon als ereader had gehad? Dan waren de erfgenamen en het Zutphens archief snel klaar geweest, omdat er nauwelijks een literaire en ieder geval geen bibliothecaire erfenis zou zijn geweest. En dat lag dan niet eens aan de traditionele technische problemen van de digitale duurzaamheid.
    Het gaat er ook niet om dat je in een Kindle geen ontvangen correspondentie kunt bewaren of aantekeningen in boeken kunt maken, want dat kan alletwee wel. Je kunt eigen bestanden er naar toe uploaden en je kunt annotaties maken in de boeken die je leest. Het is zelfs mogelijk om die annotaties openbaar te maken, zodat andere Kindle-gebruikers die hetzelfde boek later lezen, ze ook kunnen zien. (Ik denk trouwens dat Gerhardt dat gruwelijk zou hebben gevonden.)
    Het probleem zit in het eigendom van de boeken op de Kindle. Als je bij Amazon boeken “koopt”, worden de digitale bestanden niet jouw eigendom. Je betaalt voor een licentie om de bestanden te mogen gebruiken. Of, zoals Amazon in de gebruiksvoorwaarden zegt: “Kindle Content is licensed, not sold, to you by the Content Provider.”
    Dit betekent bijvoorbeeld dat Amazon het recht heeft om je jouw boeken weer af te pakken, zoals een paar jaar geleden bleek toen het bedrijf ontdekte dat hij een illegale digitale versie van 1984 verkocht. Maar het betekent ook dat je je boeken niet aan iemand anders kunt geven, ook niet na je dood. En als je geen boeken kunt nalaten, kun je ook geen aantekeningen en gedichten in ontwikkeling nalaten.
    Maar natuurlijk onthoudt ook “het internet” niet zo onbeperkt als Mayer-Schönberg suggereert. Dat bleek bijvoorbeeld uit een onderzoek van de Web Science and Digital Libraries Research Group van de Old Dominion University. De onderzoekers wilden weten hoeveel social media-berichten er na een jaar nog over waren van alle berichten die tijdens de Egyptische Revolutie van januari 2011 waren gepost. Hun conclusie is dat na een jaar iets meer dan 10% van links, video’s en foto’s weg is. Het zou interessant zijn om dit onderzoek nu bijna nog een jaar later, te herhalen. Hoogstwaarschijnlijk is er er dan nog veel minder over.
    Maar ook minder vluchtige internet-publicaties doorstaan de tand des tijds vaak niet of nauwelijks. De in 2009 bij gelegenheid van het 400 jarig “bestaan” van New York door het ministerie van Buitenlandse Zaken gemaakte website www.ny400.nl bestaat niet meer. En, o ironie, ook de prachtige site www.digitaleduurzaamheid.nl van het Nationaal Archief is opgedoekt en verwijst nu rechtstreeks door naar www.nationaalarchief.nl. Al kun je van www.digitaleduurzaamheid.nl, in tegenstelling tot www.ny400.nl nog wel kopieën vinden bij The Internet Archive.

    Kortom, ondanks alle terechte bezwaren van Mayer-Schönberger, lijkt me dat vergeten nog altijd de norm is, omdat er voor bewaren en onthouden toch nog altijd extra inspanningen noodzakelijk zijn.

    Dit artikel verscheen in het Archievenblad van december 2012 en is een bewerking en aanvulling van mijn blogbericht uit december 2009: Delete. The virtue of forgetting in the Digital Age - Viktor Mayer -Schönberger

    Gerelateerd
    De boekhandel die je hele boekenkast verwijdert
    E-readen of toch maar a-lezen
    Vergeet mij toch

    Plaatjes: foto's van het archief van Ida Gerhardt die ik zelf gemaakt heb en When will we forget 

    dinsdag 4 december 2012

    Valse nucleaire certifictaten


    Alle typen documenten kun je vervalsen, dus ook de certificaten voor een kerncentrale.

    Reuters schrijft:
    South Korean nuclear regulators have discovered nearly a thousand more parts supplied for nuclear power plants with fake quality certificates, they said on Tuesday, adding that this would not lead to further reactor shutdowns.
    Revelations that fake certificates were supplied by eight firms forced the shutdown of two of the country's 23 reactors this month, raising the risk of winter power shortages.
    [...]
    The Nuclear Safety and Security Commission said further investigation had uncovered 919 parts of 53 items supplied by two new firms with forged quality documents. Most had been fitted in six reactors -- five of which were already affected by the earlier revelations.

    En ondertussen blijven we wel heel veel vertrouwen hebben in certificering.

    Uiteraard benadrukken de autoriteiten dat de betreffende onderdelen niet cruciaal zijn bij de kernsplitsing en dat er dus geen enkel gevaar is. Ik ben toch blij dat de reactoren van Tihange nog even stil liggen..

    Gerelateerd
    Certificaten, kwaliteit en toezicht
    Verlaat de gevangenis zonder betalen

    Plaatje: Nuclear Happening Boom van Skunk_production

    maandag 3 december 2012

    Spookdossiers


    Dit weekend zag ik een enige aflevering van de Vlaamse kinderserie Rox. De samenvatting van IMDB luidt:
    Just before the trial of bank robber Daenens, his court file disappears mysteriously, like a few major cases before, all pleaded by the same attorney, who thus can achieve purely technical acquittals for dangerous fiends. Rox goes undercover and discovers the only thing the files have in common is being sprayed with a non-labeled detergent by the courthouse's extremely rude cleaning lady. Rick works out how that does the trick.
    Hoe  verdwijnen die dossiers?
    De modus operandi is echt geniaal. Dat groene goedje van die poetsvrouw is namelijk een lokstof voor grote zwarte papieretende kevers. Als het bespoten dossier weer opgeborgen is in de archiefruimte, laat zij die beesten los bij de afgesloten deur. De beesten kruipen onder de deur door en lopen linea recta naar het ingespoten dossier, dat ze binnen de kortste keren helemaal opvreten. Daarna kruipen ze weer snel terug in het bakje van de poetsvrouw.
    Geweldig!
    Overigens wordt die bankovervaller toch veroordeeld, er is namelijk nog een digitale kopie van het dossier.

    Als je in België bent, kun je de aflevering hier waarschijnlijk helemaal bekijken.

    Gerelateerd
    Pluis in de papieren