We maken ons zorgen om onze privacy: de Elektronische Patientendossiers, het rekeningrijden, de OV-chipkaart, de centrale databank met gezichtsscans en vingerafdrukken, alom aanwezig cameratoezicht, het monitoren en aftappen van internet- en telefoonverkeer, enzovoort, enzovoort.Dat klinkt interessant, maar helaas valt het boek eigenlijk nog al tegen. Dat ligt niet zozeer aan de stilistische onevenwichtigheid - de ene keer wordt de lezer met "je" aangesproken, dan opeens met "u" en ook "wij" ontbreekt niet - of aan het gebrek aan bronverwijzingen - hij citeert uit en verwijst naar van alles, maar zonder precieze bronvermeldingen. Het laatste hoofdstuk is ook geen "literatuurlijst", maar "Aanbevolen literatuur."
In deze informatiemaatschappij hebben we meer te verliezen dan privacy alleen, namelijk ook individuele keuzevrijheid en gelijkheid in levenskansen.
Onze digitale gegevens worden continu door anderen gebruikt en verwerkt in risico- en klantprofielen. We worden in categorieen ingedeeld met mensen die op ons lijken. Die categorieen vertegenwoordigen verschillende niveaus van burgerschap, risico, nut of geldelijke waarde. Ze bepalen in welke mate we extra in de gaten gehouden worden, of we ergens wel of niet mogen komen, of we ons kunnen verzekeren en tegen welke voorwaarden en of we in aanmerking komen voor een hypotheek of lening.
Het boek valt tegen omdat de inhoud geen €15,- waard is. Arrogant gezegd: ik had het boek zelf kunnen schrijven.
Tokmetzis begint het boek met het verhaal van Ron Kowsolea, maar dat had net zo goed het verhaal van Steven Romet waar ik eind vorige maand over schreef kunnen zijn. Verder schrijft hij over @migo-boras, klantenkaarten en aangepaste advertenties - waarbij hij niet naar Target verwijst - zegt hij iets over What they know, super-cookies en uiteraard het rapport iOverheid van de WRR. Hij stipt kort de gevolgen van gezichtsherkenning en de geplande nieuwe Europese richtlijn aan.
Maar hij zegt nauwelijks iets over allerlei andere dingen, zoals de toezichtscatalogus of Backdoors en Bundestrojaner. Het boekje van Trojanow en Zeh en Delete van Viktor Mayer-Schönberger lijkt hij niet gelezen te hebben.
Het slothoofdstuk, dat omineus Overleven in de informatiemaatschappij heet, pretendeert te beschrijven hoe we er voor kunnen zorgen dat het allemaal nog goed komt. Maar het is niet meer dan een samenvatting van de eerdere hoofdstukken en de enige echte tip waar je individueel iets aan kunt doen is: "Vraag wat bedrijven met je gegevens doen, voordat je ze afgeeft." Tja...
Met andere woorden, als je wil weten hoe je digitale schaduw er uit kan zien, waar hij voor gebruikt kan worden en hoe dataminers en profilering werken, dan kun je toch beter Broken Window van Deaver lezen. Soms is de kunst beter dan de (populaire) wetenschap.
Gerelateerd
Alle links hierboven, met uitzondering van "website," "geen €15,- waard" en "verhaal van Ron Kowsolea" verwijzen naar gerelateerde berichten op dit weblog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten