vrijdag 7 september 2012

Privacy na de dood

Vorige week kondigde het Nationaal Archief aan dat het met ingang van 1 september 2012 niet meer mogelijk is "om kopieën te laten maken van documenten uit archieven waaraan beperkingen aan de openbaarheid zijn gesteld."
Tot op heden was het in een beperkt aantal gevallen mogelijk om reproducties te laten maken van documenten uit beperkt openbare archieven. Bijvoorbeeld wanneer deze documenten geen persoonsgegevens bevatten, of als de persoonsgegevens van derden onleesbaar waren gemaakt (anonimiseren). Dat gaat veranderen. Met ingang van 1 september 2012 kunt u geen kopieën meer laten maken uit archieven waarvoor beperkingen aan de openbaarheid zijn gesteld.
Het Nationaal Archief baseerde deze verandering op een uitspraak van de Haagse rechtbank eerder dit jaar.  Mij gaat het nu even niet om de vraag of deze uitspraak de beleidswijziging van het NA noodzakelijk maakt (Raymund Schütz denkt van niet).
Nee, in de uitspraak staat een passage die misschien wel relevant is voor een heel andere discussie.

In de Haagse zaak ging het om het verstrekken van kopieën uit dossiers van de Haagse Gemeentepolitie daterend uit of van vlak na de Tweede Wereldoorlog. De rechtbank constateert dat er gegevens in staan van mensen die nog in leven kunnen zijn en dat de bescherming van hun levenssfeer opweegt tegen het belang van degene die de dossiers in wil zien. En dan schrijft de rechtbank:
De rechtbank acht het van belang hierbij op te merken, dat naar haar oordeel de persoonlijke levenssfeer van overledenen overigens ook niet, dan wel niet per definitie, eindigt met de dood van degenen wiens gegevens het betreft.
En dat brengt ons toch weer op de Mormonen-discussie en de "persoonlijke levenssfeer van overledenen."
Want de grote vraag is nu natuurlijk:

Wanneer eindigt de "persoonlijke levenssfeer" volgens de Haagse rechtbank dan wel, als het niet bij de dood is?

En wat betekent dit dan voor de openbaarheid van overheidsarchieven?

Overigens, dat "spoeddebat" over de samenwerking tussen Nederlandse archiefdiensten en de Mormonen, staat nog altijd op de lijst met Aangemelde onderwerpen, nog niet ingepland.

Gerelateerd
Postuum dopen en de archieven
Recht om te worden vergeten
Persoonlijke levenssfeer van overledenen

Plaatje: poster van Ikbeslis.be, de Belgische website om kinderen en jongeren bewust te maken van het belang van privacy.

3 opmerkingen:

  1. Interessante off-spin van deze uitspraak, Ingmar en een leuke blog. Had men de uitspraak bij het Nationaal Archief goed gelezen, dan had men op grond van deze curieuze passage dus alle overheidsarchieven zonder uitzondering meteen beperkt openbaar kunnen verklaren.... ;-)
    Ik vermoed dat de door jou geciteerde passage een minder parapsychologische achtergrond heeft dan je op het eerste gezicht zou vermoeden. De stukken die de onderzoeker wilde inzien hadden ook betrekking op een aantal (toen) jonge vrouwen uit 'het circuit'; ik kan me voorstellen dat het voor eventuele kinderen van deze vrouwen niet leuk is als men daarmee na zoveel jaar wordt geconfronteerd. Een kopie is immers zo ingescand en op het internet gepubliceerd. Er kan in bijzondere gevallen wel degelijk een belang zijn van nabestaanden, om het recht op privacy van hun ouders niet bij overlijden op te heffen.

    Het probleem is de vermeende precedentwerking van een dergelijke uitspraak. Deze gaat in de kern over een zeer specifiek geschil. Maar uit zijn verband gerukt wordt deze uitspraak door een ander instantie gebruikt om bepaalde bedrijfsmatige maatregelen te onderbouwen, alsof 'het recht' dit plotseling vereist. Die vlieger gaat hier echter m.i. niet op.Overigens, de uitspraak is geanonimiseerd, maar uit de vermelde feiten kan ik overigens zo herleiden wie de eiser is geweest.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @facebook-100000403404532:disqus Dank je Raymund.

    Ik snap ook wel dat er genoeg redenen zijn om de naam van overleden personen weg te lakken, bijvoorbeeld de reden die jij aangeeft. Maar dat betreft toch nog altijd de persoonlijke levenssfeer van de levenden (de kinderen in jouw voorbeeld). Dat is ook wat Ketelaar hier zegt.
    Maar deze rechter zegt dat ook overledenen nog recht op privacy kunnen hebben en hij zegt het ook nog eens zo algemeen dat ik in ieder geval geen idee heb, wat hij bedoelt. Dat lijkt me toch een heel hellend vlak (zeker ook in relatie tot die uitspraak waar ik in die andere blog naar verwijs.)
    Overigens ben ik het met je eens dat het NA schijnbaar op zoek was naar een stok en die in deze uitspraak denkt te hebben gevonden. Maar ik vond dat ik de afgelopen weken al onaardig genoeg geweest was...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Tja, er zijn in ieder geval een hoop geesten te bezweren, waar het de privacy betreft. Eerlijk gezegd is de formulering uiterst dubbelzinnig. De persoonlijke levenssfeer van overleden... Dat is al een paradox. Een overledene heeft m.i. geen levenssfeer, dus die kan ook niet eindigen. Hoe vaker ik het lees, hoe onzinniger deze passage mij voorkomt. In ieder geval lijkt de rechtbank overtuigd van leven na de dood.

    BeantwoordenVerwijderen