woensdag 22 februari 2012

Recht om te worden vergeten

Eind vorige maand presenteerde de Europese Commissie het voorstel om te komen tot een nieuwe Europese verordening "betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens." Commissaris Reding brengt haar voorstel vooral onder de aandacht met de slogan: The right to be forgotten, of zoals het in artikel 17 van het voorstel staat: Recht om te worden vergeten en om gegevens te laten wissen.
Dat klinkt sympathiek, maar wat betekent dat eigenlijk? En zitten daar niet nog al wat haken en ogen aan?

Persoonsgegevens en verwerking
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
  1. “betrokkene”: een geïdentificeerde natuurlijke persoon of een natuurlijke persoon die direct of indirect, met behulp van middelen waarvan mag worden aangenomen dat zij redelijkerwijs door de voor de verwerking verantwoordelijke dan wel door een andere natuurlijke of rechtspersoon in te zetten zijn, kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificatienummer, gegevens over de verblijfplaats, een online-identificatiemiddel of een of meer specifieke elementen die kenmerkend zijn voor zijn fysieke, fysiologische, genetische, mentale, economische, culturele of sociale identiteit. 
  2. “persoonsgegevens”: iedere informatie betreffende een betrokkene; 
  3. “verwerking”: elke bewerking of elk geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd met behulp van geautomatiseerde procédés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enigerlei andere wijze van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het wissen of vernietigen van gegevens.
Oftewel: als ik hier schrijf dat Johan Friso van Oranje bruine haren heeft en afgelopen vrijdag onder een lawine terecht is gekomen en daar geen schedelbasisfractuur aan over heeft gehouden, dan valt deze blogpost onder de verordening.

Het recht om te worden vergeten
En dat het onder de verordening valt, betekent dat de betrokkene (Johan Friso in dit geval) op grond van artikel 17 kan eisen dat deze gegevens gewist worden:

De betrokkene heeft er recht op dat de voor de verwerking verantwoordelijke ervoor zorgt dat hem betreffende gegevens worden gewist en de verdere verspreiding van dergelijke gegevens achterwege blijft, [...], wanneer een van de volgende gronden van toepassing is:
[...]
c) de betrokkene maakt bezwaar tegen de verwerking van de persoonsgegevens overeenkomstig artikel 19;
En dat betekent dat ik alle moeite zou moeten doen, om bovenstaande passage te verwijderen.


Uitzonderingen
Maar er zijn uitzonderingen, want op grond van het derde lid van artikel 17 hoef ik niet onverwijld tot wissen over te gaan als:

het nodig is de persoonsgegevens te bewaren:
(a) voor de uitoefening van het recht op vrijheid van meningsuiting overeenkomstig artikel 80; 
In artikel 80 staat dat iedere lidstaat zelf moet zorgen voor regels om de vrijheid van meningsuiting te verzoenen met de bescherming van persoonsgegevens. De formulering van artikel 80 is nog al ondoorzichtig, maar in de overwegingen staat het heel helder:

(121) Voor de verwerking van persoonsgegevens voor uitsluitend journalistieke doeleinden of voor artistieke en literaire doeleinden dient te worden voorzien in uitzonderingen op een aantal bepalingen van deze verordening teneinde het recht op bescherming van persoonsgegevens te verzoenen met de  regels betreffende de vrijheid van meningsuiting, inzonderheid het recht om inlichtingen te ontvangen of te verstrekken, zoals dat met name bij artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie wordt gewaarborgd.
[...]
Gelet op het belang van het recht van vrijheid van meningsuiting in elke democratische samenleving, dienen begrippen die betrekking hebben op die vrijheid, zoals journalistiek, ruim te worden uitgelegd. Voor de in het kader van deze verordening vast te stellen uitzonderingen en afwijkingen dienen de lidstaten activiteiten derhalve als “journalistiek” aan te merken, indien deze activiteiten de bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën tot doel hebben, ongeacht het voor de doorgifte gebruikte medium. Het hoeft niet noodzakelijkerwijs om activiteiten van mediaondernemingen te gaan en zij kunnen met of zonder winstoogmerk worden uitgevoerd. 
En hiermee ben ik in een keer journalist geworden, want het doel van dit weblog is "bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën." Dus het is maar de vraag of ik dan zou moeten wissen.

Hoe werkt dat nu?
Directe aanleiding voor dit stukje was een column van Juurd Eijsvogel over de nieuwe richtlijn, waarin hij verwees naar de moord op een Duitse acteur ruim twintig jaar geleden. In het Duitse lemma hierover op Wikipedia staan de namen van de veroordeelden niet vermeld, ondanks dat het wel zou mogen:
Mit zahlreichen Unterlassungsverfügungen gegen Onlinearchive haben die beiden Mörder versucht, die Löschung ihrer Namen zu erreichen. Eine solche Löschung wurde auch in der deutschsprachigen Wikipedia vorgenommen. Im November 2009 legte der Bundesgerichtshof die Klage eines der Mörder auf Nichtnennung seines Namens im Internet-Angebot eines österreichischen Medienunternehmens dem Europäischen Gerichtshof vor, um unter anderem die Zuständigkeit deutscher Gerichte zu klären.[9][10] Der Bundesgerichtshof entschied am 15. Dezember 2009, dass die Verurteilten keinen Anspruch auf Entfernung ihrer Namen aus Internetarchiven haben, dies würde eine unzulässige Einschränkung der Meinungs- und Medienfreiheit bedeuten.
In het Nederlandse lemma staan die namen trouwens wel.

En overheidsarchieven dan?
Dat is mij ook nog niet helemaal duidelijk. In het "recht-om-te-worden-vergeten-artikel" staat een uitzondering "voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden overeenkomstig artikel 83."
En dat artikel luidt volledig:

1. Binnen de grenzen van deze verordening mogen persoonsgegevens alleen voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden worden verwerkt, wanneer:
a) deze doeleinden niet op een andere manier kunnen worden bereikt, namelijk door verwerking van gegevens waarmee de betrokkene niet of niet langer kan worden geïdentificeerd;
b) gegevens waardoor informatie aan een geïdentificeerde of identificeerbare betrokkene kan worden toegekend, gescheiden worden bewaard van andere informatie, voor zover deze doeleinden op die manier kunnen worden bereikt.
2. Organen die historisch, statistisch of wetenschappelijk onderzoek verrichten, mogen persoonsgegevens alleen publiceren of op andere wijze bekendmaken, wanneer:
a) de betrokkene onder de in artikel 7 gestelde voorwaarden daarvoor toestemming heeft gegeven;
b) de publicatie van persoonsgegevens  nodig is om de onderzoeksresultaten te presenteren of het onderzoek te vergemakkelijken, mits de belangen of de grondrechten en grondvrijheden van de betrokkene geen voorrang hebben boven deze belangen; of
c) de betrokkene de gegevens heeft bekendgemaakt
Ik kan lastig inschatten wat dit betekent voor de openbaarmaking van overheidsarchieven.

Gerelateerd
Europees recht om vergeten te worden
DLMConference #dlm2011


12 opmerkingen:

  1. Begrijp ik uit je stuk goed dat deze bepalingen voor levende én overleden personen moeten gaan gelden? Dan is 't hopen dat genealogen-met-een-website vallen onder "organen die historisch onderzoek verrichten", want zij kunnen hun onderzoeksresultaten immers moeilijk anders presenteren dan door het publiceren van persoonsgegevens...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb vanavond de regeling nog eens doorgespit en er staat nergens expliciet iets  in over overledenen. Maar ik heb de WBP ook nog eens nagepluisd en daarin staat ook niets over dode mensen. Desondanks schrijft het College Bescherming Persoonsgegevens:
    De Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) kan van toepassing zijn op gegevens in archieven. Gegevens die enkel en alleen betrekking hebben op overledenen, zijn geen persoonsgegevens in de zin van de Wbp. Gegevens over overleden personen kunnen echter onder omstandigheden toch ook persoonsgegevens van nog levende personen (nabestaanden) zijn.
    Ik denk dat de crux ligt in het begrip "natuurlijke persoon" dat in de Europese regeling, maar ook in de WBP gehanteerd wordt. Waarschijnlijk zijn natuurlijke personen altijd levende personen en geldt de regeling dus ook niet voor informatie over overledenen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3.  Dank je wel voor het doorspitten en uitpluizen! 'k Zal de precieze definitie van 'natuurlijke personen' eens bij een collega van de Juridische Bibliotheek navragen, maar het lijkt erop dat mijn stamboomsite veilig is als ik de jongste generatie(s) er maar niet op zet. Gelukkig heb ik nog genoeg (pre-)19de-eeuws uitpluiswerk te doen ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Nog een aanvulling: je kunt overledenen trouwens wel beledigen en dat kan je drie maanden gevangenis opleveren.
    Wetboek van Strafrecht, artikel 270 luidt namelijk:
    1. Hij die ten aanzien van een overledene een feit pleegt dat, ware deze nog in leven, als smaadschrift of smaad zou zijn gekenmerkt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
    2. Dit misdrijf wordt niet vervolgd dan op klacht hetzij van een der bloedverwanten of aangehuwden van de overledene in de rechte linie of zijlinie tot de tweede graad, hetzij van zijn echtgenoot.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. In de toelichting op artikel 1 WBP (zie bijvoorbeeld
    hier: http://www.ipsz.nl/toelichting/BWBR0011468/artikel1 - zoek op
    "levende") staat het volgende:


    Gegevens die betrekking hebben op overledenen of
    rechtspersonen, zijn geen persoonsgegevens als bedoeld in het onderhavige
    artikel.





    Verder staat er:


    Hebben deze gegevens echter eveneens betrekking hebben
    op nog levende, natuurlijke personen en kunnen zij mede bepalend zijn voor de
    wijze waarop deze in het maatschappelijk verkeer worden beoordeeld of
    behandeld, dan zijn zij wel weer een persoonsgegeven.





    Ergens heeft genealogische data altijd betrekking op nog levende, natuurlijke personen. Tja, hoe word je beoordeeld als het over je afkomst gaat? Zal wel per persoon en generatie verschillen. 


     

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Dan wordt de vraag wat precies onder smaad verstaan wordt, en dat lijkt me gebonden aan tijd en omgeving. Rand ik opzettelijk de eer en goede naam van een overleden voorouder aan door op een website, op basis van een vergelijking tussen huwelijksdatum en geboortedatum van het oudste kind, te melden dat zij zwanger was op haar huwelijksdag? 'k Denk dat ik maar gewoon de eerste rechtszaak afwacht ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Rechten en plichten voor doden in het algemeen bespreken, wordt erg ingewikkeld. In hoeverre heeft een overledene het recht dat zijn notarieel vastgelegde testament goed wordt uitgevoerd?

    Ik denk dat je het moet beperken tot het recht op privacy. En inderdaad kan je voor een juiste interpretatie van een wet helaas niet vertrouwen op alleen maar wetten.nl.

    Dus toch maar de MvT van de WBP en misschien jurisprudentie?

    Maar goed. In hoeverre is genealogie een inbreuk op het recht om vergeten te worden? Geldt dat specifieke recht ook voor doden?

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Uhm, en wat betekent dat dan voor de regstratie in de burgerlijke stand? Of het GBA in de betekenis van het oude bevolkingsregister? 
    Opnieuw valt het me op dat de digitale wereld een soort van bewustwording opwekt die in de papieren wereld helemaal niet aan de orde was.
    Als ik echt het recht heb om vergeten te worden, dan wil ik ook dat mijn geboorteakte, huwelijksakte, overlijdensakte, koopakten, hypotheekakten, en zo kan ik nog wel even doorgaan, verwijderd worden.
    Met andere woorden: waar zijn we in hemelsnaam mee bezig?

    BeantwoordenVerwijderen
  9. @duul58 
    Het is me eerlijk gezegd niet helemaal duidelijk hoe deze verordening zich verhoudt tot de data die overheden en bijvoorbeeld notarissen verzamelen. In artikel 2.2 staat:2. Deze verordening is niet van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens: a) in het kader van activiteiten die buiten de werkingssfeer van het EU-recht vallen, met name activiteiten op het gebied van nationale veiligheid; b) door de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie; c) door de lidstaten bij de uitvoering van activiteiten die binnen de werkingssfeer van hoofdstuk 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vallen; d) door een natuurlijke persoon zonder commercieel belang bij de uitoefening van zijn uitsluitend persoonlijke of huishoudelijke activiteiten; e) door de bevoegde autoriteiten met het oog op de preventie, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen.

    Maar wat dit betekent voor de GBA en de wettelijke bewaartermijnen, weet ik niet.

    En je hebt gelijk, we stellen digitaal andere eisen dan we analoog gesteld hebben. 
    Ik weet alleen nog niet of dit door de digitalisering komt, of dat het gewoon "voortschrijdend inzicht" is. Neem nu de grote tegenstand tegen de laatste volkstelling in 1971. Ik geloof niet dat dit toen door de digitalisering kwam, maar eerder door "de jaren Zestig" en alles wat daar bij hoort, inclusief een groeiend privacy-besef.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Je hebt gelijk dat er wel vaker verzet is geweest tegen registratie. Dat was volgens mij bij de invoering van de Burgerlijke Stand ook het geval. Vandaar dat er nu sommige families met merkwaardige namen rondlopen.
    Dat verzet kan ik me nog herinneren... Overigens ook tegen de invoering van de postcode. :) Dat kun je scharen onder verzet tegen overheden en hun pogingen om meer grip op de bevolking te krijgen in het algemeen.
    Ben benieuwd of dit voorstel het gaat halen en of alle consequenties goed doordacht zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Interessant en enigszins gerelateerd: Aike  schrijft op Archief 2.0 over een WOB-verzoek dat wordt geweigerd omdat: "Vanwege het emotionele effect dat de inhoud van het rapport op de nabestaanden kan hebben, dient in dit geval een groter gewicht te worden toegekend aan de belangen van de nabestaanden dan aan het belang van de openbaarheid.”

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Ja, dat komt overeen met het citaat op de site van het CBP. Maar de vraag blijft dan toch, op basis van welke passage uit de wet kan ik dit opmaken? (En ik weet dat de toelichting deel uitmaakt van de de wet, maar die toelichting wordt niet op wetten.nl gepubliceerd...)
    En het enige dat ik dan kan bedenken is "natuurlijke persoon", omdat dit, zoals het CBS zegt, een mens is "die in het recht als rechtssubject is erkend en daarmee drager is van wettelijke rechten en plichten." En een overledene is geen rechtssubject en drager van rechten en plichten.

    BeantwoordenVerwijderen