Zevenendertig jaar na zijn overlijden verschijnt nog een Vestdijk.
De hoofdrolspeler in De Keizer en de Astroloog van Kees 't Hart is de jonge aankomend arts (en schrijver) Simon, die als assistent met zijn professor Psychiatrie mee gaat naar het hof van de gevluchte Duitse keizer Wilhelm II in Doorn. Simon denkt dat hij vooral mee moet om de horoscoop van de keizer toe te lichten en om zijn hoogleraar bij te staan bij de behandeling van de 'wanen' van de keizer. Maar in feite ontdekt hij uiteindelijk dat hij om een heel andere reden aan het hof werd uitgenodigd.
Wat ik het knappe van 't Hart vind, is dat hij een echte Vestdijk-roman geschreven heeft, zonder dat het epigonisme is. Hij is er in geslaagd om in stijl, toon en enscenering een echte Vestdijk-roman te schrijven, die bijna naadloos past in de Anton Wachterreeks. Vooral het overdreven zelfbewustzijn van Simon en de 'interne monoloog' met wat Simon denkt dat anderen over hem denken, zijn Anton Wachter- en Vestdijkiaans.
Overigens zit er ook nog een (apocrief?) archiefverhaal aan deze roman vast.
Uit een van mijn eerste colleges Archivistiek van Eric Ketelaar meen ik me te herinneren dat hij vertelde dat archieven dodelijk kunnen zijn. Zo zou een archivaris gestorven zijn bij en door het inventariseren van het Keizerlijk archief in Doorn. Zij zou een dodelijke bloedvergiftiging hebben opgelopen nadat ze zich geprikt had aan een verroest nietje of een kram uit het archief. Helaas staat hierover niets in de inventaris van het archief. Maar als ik volgende week bij Het Utrechts Archief ben, ga ik het toch eens navragen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten