In de roman stal ze meteen mijn hart door meteen in het eerste hoofdstuk het verschil te beschrijven tussen het Maastrichtse en Kerkraadse dialect:
Toen de Duitse me riep, rende ik in haar armen. Ze sprak de taal van mijn tante, het KirchroƤdsch plat dat door zijn tonaliteit altijd iets verontwaardigds leek te hebben: 'Ey, doe kling engelsje....weƫ bis doe dan?' Sinds dat uitstapje over de grens kwam ik elke zomervakantie Ripuarisch kallend terug, tot afschuw van mijn moeder, die al mijn germanismen door Maastrichtse gallicismen verving.Voor een niet-Limburger is dat een knappe observatie.
Het boek speelt in 1936 op een oud landgoed vlak bij de Nederlands-Duitse grens en gaat over dingen waar ik niet of nauwelijks is vanaf weet: schermen, Mensur, Helene Mayer en Leibhusaren.
Het verhaal is wat ingewikkeld na te vertellen, dus dat doe ik niet. Wat heel knap is, is dat er van alle figuren constant een soort dreiging en onheil uitgaat, die pas helemaal op het eind echt uitbarst met het sterven van een onschuldige tiener.
Mooi, knap geschreven boek over schuld, onschuld en neutraliteit...
Hieronder het interview in Boeken van 19 september 2010
Gelezen tussen 23/09/2010 en 30/09/2010
Mooie foto's van het wereldkampioenschap schermen in Frankrijk: The Big Picture
BeantwoordenVerwijderenZie ook www.marentedemoor.com
BeantwoordenVerwijderenDank je Niels. Ik zie tot mijn genoegen dat haar columns uit de VN ook op de site staan.
BeantwoordenVerwijderen