Ik had een heel positieve recensie over Ik begrijp de moordenaar van Mark Boog, ik denk in Vrij Nederland. (Deze in de NRC heb ik - helaas - in ieder geval over het hoofd gezien.) Ik schrijf helaas, omdat het een beetje tegenvalt.
Een politierechercheur krijgt een paar maanden voor zijn pensioen opdracht om een onopgeloste moord van dertig jaar geleden opnieuw te onderzoeken. Destijds is een jonge vrouw in een oude molen door zestien kogels vermoord en vermoedelijk was haar minnaar de dader, maar dat kon nooit bewezen worden. De rechercheur beschrijft zijn vorderingen niet in een 'officieel' rapport, maar maakt er een soort dagboek van.
En noch het onderzoek, noch de psyche van de rechercheur zijn interessant. Het eind is een beetje voorspelbaar en de molen-symboliek (wat die dan ook betekent) ligt er heel dik bovenop.
Het enige amusante vond ik, beroepsdeformatie, wat opmerkingen over het politie-archief:
"Het eerste wat ik deed nadat ik alle gegevens die ik kon vinden uit oude, verroeste archiefkasten en een enkele antieke computer had gehaald, was de weduwe van de vermoedelijke moordenaar opzoeken. Ik deed dat nog voor ik de indrukwekkende, nogal stoffige stapel papier helemaal had doorgelezen." (p.12)
"In mijn aktentas zitten de gevraagde papieren. De tas slaat tegen mijn been en lijkt zwaar, zwaarder dan de inhoud doet vermoeden. Een pistool en een stapel papieren, wat weegt dat helemaal? Maar het zijn geen gewone papieren. Ze zijn verdonkeremaand, zoals dat zo mooi heet. Het zijn originele stukken, dertig jaar oud, en ze horen in het oneindige doolhof thuis, het politiearchief. Ik denk niet dat ze gemist worden, maar het is toch met kloppende slapen dat ik door de straten loop die naar het huis van mijn weduwe leiden." (p.130)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten