De centrale vraag was: Ik gebruik een internetbron, mag dat?
In de reacties en blogs die ik las (en ik heb ze niet allemaal gelezen hoor) wordt op een paar dingen de nadruk gelegd: wetenschappelijkheid en muteerbaarheid.
Allereerst benadrukken de meeste deelnemers de ‘wetenschappelijkheid’ die bronnen voor bijvoorbeeld een werkstuk of scriptie moeten hebben. Dat is begrijpelijk, want daar vroeg Christian ook nadrukkelijk naar. Grotendeels klopt het ook wat de meeste mensen hierover zeggen hoor: bij een weblog is niet of nauwelijks sprake van peer-review of een vastgelegde wetenschappelijke standaard.
Aan de andere kant: als ik kijk naar mijn scriptie over die rare rederijkers in Kaapstad, dan wordt de bulk van mijn bronnen gevormd door krantenverslagen over de bijeenkomsten die door Aurora georganiseerd werden. Als er destijds blogs bijgehouden waren (en deze waren overgeleverd), dan zou ik die zeker gebruikt hebben. Het hangt er dus heel erg vanaf wat voor onderzoek je doet en wat voor bronnen je nodig hebt.
Iets anders waar verschillende bezoekers op wezen is dat weblogs (en internetteksten in het algemeen) op ieder moment gewijzigd of zelfs verwijderd kunnen worden. Hierbij wordt er stilzwijgend van uit gegaan dat dit bij papieren, wetenschappelijke artikelen niet het geval is. Enkele voorbeelden om te laten zien dat dit relatief is. In de NRC van afgelopen week stond afgelopen zaterdag dit stukje:
We schreven het in november al: Journal of Personality and Social Psychology (JPSP), een van de psychologische toptijdschriften, heeft een artikel geaccepteerd waarin Daryl Bem aantoont dat mensen in de toekomst kunnen kijken – met name als zich daar erotische of gewelddadige plaatjes bevinden. We kregen meteen een ingezonden brief van Amsterdamse onderzoekers die een tegenartikel schreven: volgens hen moeten psychologen in het algemeen strengere statistiek toepassen en heeft Bem selectief in zijn data geshopt. Je moet “onderzoeksgegevens niet folteren tot ze bekennen”, schrijven deze psychologen.Dit betekent dus dat ik dat ene artikel niet zonder meer kan citeren. Ik zal hier altijd die andere twee artikelen bij moeten betrekken.
Deze week heeft JPSP Bems artikel eindelijk online gezet (het stond eerst alleen op diens eigen site). Opvallend: JPSP heeft het artikel van de Nederlanders erbij geplaatst én een editorial. Zeer ongebruikelijk, voor dit tijdschrift. De strekking: de redactie begrijpt de resultaten ook niet en is het eigenlijk wel eens met de Amsterdammers. Waarmee Bems artikel in feite onschadelijk is gemaakt.
Ander voorbeeld zijn de zogenaamde ingetrokken artikelen. De afgelopen jaren zijn er verschillende gevallen geweest, waarbij een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift (Nature, The Lancet, dat kaliber) een artikel enkele maanden of jaren na dato heeft ‘teruggetrokken.’ Zie bijvoorbeeld hier. Wat betekent ‘retracted’ in dit geval? Volgens het artikel dat The Lancet het artikel heeft verwijderd "from the published record." Maar ik neem niet aan dat in alle bibliotheken ter wereld het bewuste artikel uit de papieren uitgaven gescheurd is. Die artikelen blijven dus gewoon beschikbaar, zonder dat ik aan het ‘originele’ tijdschrift kan zien dat het artikel eigenlijk niet meer bestaat. (Of sla ik hier de plank ontzettend mis?)
Kortom, bij wetenschap hoort literatuuronderzoek en interpretatie en waardering van bronnen. Het maakt niet uit of dit analoge of digitale bronnen zijn.
En de archivaris, heeft die ook nog een mening over dit alles?
De meeste blogs gingen, zoals al gezegd begrijpelijkerwijs, over wetenschappelijk gebruik van internetbronnen. Maar vanuit een archivistisch-bestuurlijk oogpunt valt er ook nog een en ander te zeggen.
Met ingang van 1 januari 2010 moeten overheden hun ruimtelijke plannen (bestemmingsplan, streekplan etc) publiceren op www.ruimtelijkeplannen.nl. Dat zijn dan de ‘internetbronnen’ op basis waarvan ik kan bepalen of ik ergens een winkel mag beginnen of een varkensstal mag oprichten…
Vanaf 1 januari 2011 moeten alle overheden hun wet- en regelgeving publiceren op www.wetten.nl. Dus, de plaatselijke subsidieverordening staat online en daar kan ik vaststellen of ik recht heb op een financiële bijdrage door de gemeente.
Iets anders is dat steeds meer ambtenaren en bestuurders twitteren en bloggen en zij kunnen, naar mijn mening, aangesproken worden op mededelingen en toezeggingen die ze op die manier doen. En er zijn gevallen waarbij ambtenaren op basis van tweets op non-actief gesteld worden…
Steeds meer gemeenten willen via community’s, Facebook, Hyves en Twitter in contact komen met burgers om hun digitaal te betrekken bij de toekomst van de gemeente. Ook dit zijn allemaal digitale bronnen, die zeer waarschijnlijk als overheidsarchief beschouwd moeten worden.
Met andere woorden: in steeds meer gevallen kunnen burgers zich beroepen op digitale bronnen van de overheid. Daarbij is de vraag: "Ik gebruik een digitale bron, mag dat?" irrelevant. De vraag die daar, door de overheden, beantwoord moet worden is: “Hoe zorg ik dat ik mijn digitale bronnen goed archiveer?"
Gerelateerd
Wat is het verschil?
Voor iedere internetbron ook een analoge bron?
Archiveren 2.0 tijdens de KVAN-dagen
Infopocalypse, kent u dat?
Googelende rechters
Plaatje: Zweefmolen van Micon
Geen opmerkingen:
Een reactie posten