woensdag 6 februari 2013

De dag dat de Kamer opnieuw over metadata sprak

Metadata
Uit het Tweede Kamerdebat van 31 januari over het Prorail-rapport:
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Nog even over die datum van 6 september en de datum van 31 augustus. 31 augustus is de datum die op de nota staat. Is dat de datum van ontvangst door de minister? Waar moet ik dan die datum van 6 september terugzien? Een opdracht van de minister om het naar de Kamer te sturen moet altijd een brief zijn. Er moet een handtekening onder staan. Er is gewoon een extra stuk van, dat gaat niet zo op basis van de nota naar de Kamer.
De voorzitter:
De minister kan hier antwoord op geven, begrijp ik.
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:
Laat ik hier antwoord op geven, misschien neemt dat wat onduidelijkheid weg. We hebben dit ook in de tijdlijn gezet, want ik was al bang dat 31 augustus en 6 september weer tot nieuwe vragen zouden leiden. 31 augustus stuurt de inspectie het rapport naar de Directie Bestuursondersteuning. Het wordt daar op 31 augustus gestempeld. De Directie Bestuursondersteuning is onze directie die altijd groentjes doet op rapporten en zegt: u kunt tekenen of let op, dit heeft een samenhang met een ander dossier. Zij heeft dat naar mij gestuurd en ik heb dat op 4 september ontvangen. Dat staat ook in de tijdlijn. Ik heb het snel afgehandeld, want twee dagen later heb ik al mijn paraaf erop gezet. Zo gaat dat dus. Er wordt gevraagd of geadviseerd om de rapporten aan te bieden aan de Tweede Kamer. De aanbiedingsbrief met de beleidsreactie wordt opgesteld door DGB, onze interne dienst, dus ik heb daar een paraaf op gezet, omdat ik ook vind dat die rapporten naar de Tweede Kamer moeten.
Daarna is het vervolgens niet goed gegaan. Dat heeft de staatssecretaris ook uitvoerig betoogd. Er had natuurlijk uiteindelijk weer een brief naar de Kamer moeten komen, met de rapporten erbij. Dat is niet gebeurd. Toen is die hele discussie intern ontstaan. Ik hoop dat de Kamer ons niet kwalijk neemt dat wij niet continu controleren of wat wij uitgezet hebben, ook daadwerkelijk weer binnengekomen is.
En kijk, op het ministerie werkt een persvoorlichter die goed gearchiveerd is:
De heer Bashir (SP):
Wat mij betreft is de tijdlijn nog steeds niet duidelijk. De staatssecretaris zegt dus dat er contact is geweest met haar persambtenaar rond 30 november. Vervolgens heeft de persambtenaar rond 30 november aangegeven dat de Kamer heel snel op de hoogte zou worden gesteld van het bewuste rapport. Zelfs de persambtenaar van de minister, of beter gezegd de persvoorlichter van de minister, wist van het rapport af, maar de staatssecretaris dus niet. Klopt dat? Waarom is toen verteld dat de Kamer snel op de hoogte zou worden gesteld van het rapport terwijl wij pas gisteren het rapport hebben gekregen?
Staatssecretaris Mansveld:
De persvoorlichter over wie u het hebt, heeft haar archief per ongeluk, of niet per ongeluk, want ze is goed gearchiveerd … Zij heeft in haar aantekeningen kunnen terugvinden dat de journalist heeft gevraagd naar het rapport. Zij heeft toen gezegd dat het rapport eerst naar de Tweede Kamer zou worden verzonden. Zij heeft gevraagd of er een rapport was en wat er zou gebeuren met dat rapport. Toen werd haar bekendgemaakt dat het nog niet naar de Tweede Kamer was gezonden. Zij heeft gezegd dat het rapport eerst naar de Tweede Kamer moest worden verzonden. Dus niet als in "ik weet het, ik heb het" et cetera, nee, zij heeft tegen de journalist gezegd dat de informatie eerst naar de Tweede Kamer zou gaan en dan naar de journalist. Als gevolg van dat telefoongesprek heeft de Volkskrant op 3 december per mail een WOB-verzoek ingediend.
Gerelateerd
De dag dat de Kamer over metadata sprak

Plaatje: Metadata van xmacex

Geen opmerkingen:

Een reactie posten