maandag 4 april 2011

Wanneer is open open genoeg?


Grotere kaart weergeven
Openbaarheid is mijns inziens de belangrijkste check op ambtelijke macht. Openbaarheid hoort bij democratie. Democratie is meer dan het tellen van stemmen. Als controle-instrument is openbaarheid belangrijker dan het kiesrecht. Het versterkt de verantwoording aan het publiek. Media en burgers kunnen worden ingezet als controleurs van ambtelijke macht.
De overheid weet veel van zijn burgers. Het wordt tijd dat de burgers ook meer te weten komen over hun overheid en dat ze minder afhankelijk worden van klokkenluiders. Behalve de traditionele, representatieve democratie bestaat behoefte aan een waakhondendemocratie. Ministers en ambtenaren houden niet van openbaarheid. Zij zijn gewend aan de beslotenheid van achterkamertjes.
(...)
Zijn het niet juist de beleidsopvattingen van ambtenaren die interessant zijn om te kennen? Afwijkende opvattingen van ambtenaren doen ertoe. Ze mogen niet het exclusieve bezit blijven van de toevallige politieke ambtsdrager.
(...)
Openheid van bestuur is een noodzaak voor een levende democratie. Het is een effectieve check van het bestuur en dus van de macht van ambtenaren. Dat mag wel iets kosten. Een bestuur dat openheid vreest, mag zich niet democratisch noemen.
Wij mogen al niet onze bestuurders kiezen. Een overheid die ons ook nog openheid ontzegt, geeft blijk van minachting voor haar burgers.
Bovenstaande zinnen komen uit het afscheidscollege van Jit Peeters, waar de NRC afgelopen weekend een ingekorte versie van afdrukte.
Bijna tegelijkertijd las ik een blog van Phil Windley over de Government Records Access and Management Act (GRAMA), de WOB van de Amerikaanse staat Utah. Hij verwijst onder andere naar de principes van de Sunlight Foundation en zegt daar dan over:
The problem is that this says how to make something public not what should be public. There’s nothing here to help us tease apart the sticky problem of where or how we should draw the line between information that should be public because such exposure is in the public interest and information that should be kept secret because we recognize that the public’s interest is served by a legislative process that supports private—even secret—negotiations and settlements.
I believe that separate channels is not an answer. As long as there is any channel that is not open to scrutiny, (i) conversations that people feel the need to protect (for what ever reason) will move there and (ii) those are precisely the places that the press and public will want to scrutinize. The others will be bland and uninteresting. If the GRAMA Working Group goes to a separate channel solution, then we’ve punted and not dealt with the real issue.
Die laatste paar zinnen zijn een verwijzing naar GRAMA, omdat in een wijziging daarin verschillende 'communications' niet meer als 'overheidsarchief' worden gedefinieerd.

Ik ben er nog niet helemaal uit eerlijk gezegd.
Moet alle overheidsinformatie meteen openbaar zijn? Of mag daar best wat tijd over heen gaan?

Gerelateerd
Privacy fout en archieven
Een nieuwe selectieaanpak
Isn't our American democracy amazing?

3 opmerkingen:

  1. Daar mag best wat tijd over heen gaan, al is het altijd maar weer de vraag hoeveel tijd dan precies. Maar goed, ik vind dat je (ook) een overheid in (relatieve) rust de kans moet gunnen om haar werk te doen, zoals ze denkt dat ze dat werk moet doen. Daarnaast vind ik dat vervolgens dat werk altijd gecontroleerd moet kunnen worden (en natuurlijk is er in een eerder stadium al controle door een gemeenteraad, een Tweede Kamer enzovoort). En wel zo snel mogelijk, maar ook niet eerder dan mogelijk.
    Kijk, dat zijn van die zinnen die, als ik er beter over na ga denken en ze nader ga specificeren, vast een aantal A4'tjes gaan beslaan. ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je Christian, ik geloof dat we het wel met elkaar eens zijn. Toch een opmerking: een van de punten uit de lezing van Peeters is dat die controle door raad en Kamer om verschillende redenen niet zo veel voorstelt. Bijvoorbeeld alleen al omdat heel veel in mandaat namens B&W, GS of minister door ambtenaren afgedaan wordt. En omdat degene die zich moet verantwoorden voor Kamer, PS of Raad ook niet van alles op de hoogte gebracht wordt door diezelfde ambtenaren. Daar loopt die controle door de democratisch gekozen vertegenwoordiging dus spaak.
    Maar, of radicale openbaarheid daar dan de juiste oplossing voor is, is inderdaad de vraag.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Die controle door volksvertegenwoordigers is inderdaad niet perfect en vandaar dat het *volk* iets achter de hand moet hebben: controle door (min of meer) onafhankelijke onderzoekscommissies, controle door de media, controle via de archieven enzovoort.

    Volksvertegenwoordigende lichamen horen bij het *systeem* en horen dus bij hetgeen je in eerste instantie wat ruimte moet gunnen. Als je daar meteen dicht op zit (door controle met als basis die radicale openbaarheid), dan werkt dat verstikkend en zal het nooit leiden tot verbetering. Ik bedoel, als je ze niet dat eerste beetje vertrouwen kunt geven, dan kun je ze net zo goed opdoeken.

    Vraag blijft natuurlijk vanaf welk moment en in hoeverre je openbaarheid moet bewerkstelligen. Daar kan ik ook geen antwoord op geven. Ik denk alleen te weten dat die radicale openbaarheid niet zal werken, net zo min als radicale niet-openbaarheid, of welk ander radicaal fenomeen dan ook.

    BeantwoordenVerwijderen