donderdag 11 februari 2010

Iedereen een postregistratiesysteem


Via Binnenlands Bestuur las ik vanochtend een uitspraak van de Raad van State over het registreren van post.

Kortweg komt het er op neer dat de gemeente Culemborg een besluit om een bepaalde vrijstelling niet te verlenen met de gewone post heeft verzonden naar de aanvrager. De aanvrager heeft bezwaar tegen dit besluit aangetekend, maar omdat dit te laat was, werd het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. De aanvrager stelt echter dat hij het besluit nooit heeft ontvangen en dus niet in staat is geweest om tijdig te reageren.

De Raad van State stelt:
2.3. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 10 december 2008, in zaak nr. 200801370/1) dient, ingeval van niet-aangetekende verzending van besluiten of andere rechtens van belang zijnde besluiten, het bestuursorgaan aannemelijk te maken dat het desbetreffende stuk is verzonden. Indien het bestuursorgaan de verzending van het desbetreffende stuk aannemelijk heeft gemaakt, ligt het op de weg van de geadresseerde om, indien daartoe aanleiding bestaat, de ontvangst ervan op niet ongeloofwaardige wijze te ontkennen. Eerst als dat gebeurt, is het aan het bestuursorgaan dat het stuk heeft verzonden om de ontvangst daarvan door de geadresseerde aannemelijk te maken.
(...)
2.5. [appellante] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college de verzending van het besluit van 25 juni 2008 aannemelijk heeft gemaakt danwel dat de rechtbank heeft miskend dat zij de ontvangst ervan op een niet ongeloofwaardige wijze heeft ontkend. Dat het besluit is voorzien van een verzendstempel met paraaf en de gemeente de verzending in een programma heeft geregistreerd duidt er hooguit op dat het besluit gereed is gemaakt voor verzending. Volgens [appellante] is niet uitgesloten dat er bij het college problemen zijn geweest bij de verwerking en verzending van de post vanwege de vakantieperiode en slordigheden in het verleden. Voorts kunnen op normale wijze ter post bezorgde brieven zoekraken op het traject tussen verzender en geadresseerde, aldus [appellante].
(...)
Op de begeleidende brief bij dat besluit is met een stempel de tekst "Verzonden 25 juni 2008" geplaatst, welke is voorzien van een paraaf. Voorts is in de aanhef van voormelde brief het op dat moment correcte adres van de gemachtigde van [appellante] vermeld. Daarnaast heeft het college een overzicht van zijn verzendadministratie overgelegd waarop staat vermeld dat het besluit van 25 juni 2008 op die datum is getekend en verzonden. Het enkele vermoeden dat er bij het college problemen zijn geweest bij de verwerking en verzending van de post vanwege de vakantieperiode en de verwijzing naar slordigheden in het verleden, wat daarvan zij, leidt niet tot een ander oordeel.
(...)
Zoals het college inzicht heeft gegeven in zijn verzendadministratie mocht van de gemachtigde van [appellante] worden verwacht dat hij op dezelfde wijze inzicht zou geven in de inrichting van zijn administratie van ingekomen post. Nu hij dit heeft nagelaten en voorts het zoekraken van op normale wijze ter post bezorgde brieven op het traject tussen verzender en geadresseerde tot de hoge uitzonderingen behoort, heeft [appellante] niet aannemelijk gemaakt dat het besluit haar niet heeft bereikt.

Betekent dit dat iedere burger een postregistratie moet gaan bijhouden? Of zou de Raad van State een onderscheid maken tussen bedrijven en burgers?

Wat ik trouwens ook opvallend vind, is dat de Raad geen onderscheid maakt tussen de minuut van de begeleidende brief en de expeditie:
Op de begeleidende brief bij dat besluit is met een stempel de tekst "Verzonden 25 juni 2008" geplaatst, welke is voorzien van een paraaf.

Ik neem maar aan dat het hier over de gemeentelijke minuut gaat, want anders is de brief inderdaad nooit verzonden!

Enveloppe

2 opmerkingen:

  1. De Raad maakt hier inderdaad een onderscheid tussen bedrijven en burgers, als je aanneemt dat de gemachtigde van de appellante een bedrijf is. Klaarblijkelijk verlangt de Raad dat zulke bedrijven een postregistratie bijhouden. Dat bedrijf deed dit zo te zien niet, en dat heeft negatieve gevolgen voor de appellante, de klant van dat bedrijf.

    Of de Raad hetzelfde verwacht van individuele burgers wordt volgens mij uit de uitspraak niet duidelijk. Ik hoop van niet, heb weinig zin om mijn werk ook thuis uit te voeren...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik denk dat het in dit geval inderdaad om een bedrijf gaat, maar vraag me serieus af hoe het in dit geval zou zijn gegaan als het een particulier betrof. Op grond van welke wet zou je een postregistratie van een bedrijf kunnen eisen (en niet van een particulier)?

    BeantwoordenVerwijderen